Startpagina RULA Kleinvee

Geitenboerderij Klavertroef: “Van nul beginnen is moeilijk, maar we komen nu op onze plooi”

Weinig landbouwachtergrond, maar toch starten met een biologische geitenboerderij. Velen ontbreekt het durf, maar Peter de Cock en Joke De Rocker gingen er volledig voor en startten in 2015 Klavertroef op te Oosterzele. “We gaan niet flauw doen, het is niet gemakkelijk om van nul te starten. Maar stilaan kunnen we de vruchten plukken van ons harde werk.”

Leestijd : 10 min

Soms is het tijd voor verandering in het leven, een nieuwe uitdaging waar men weer volop wil voor gaan. Zoiets waar je weer stevig je tanden in kan zetten. Dat moment was bij Peter en Joke 5 jaar geleden aangebroken. Vooral voor Joke was de verandering welkom. “Ik heb lang voor de Vlaamse overheid gewerkt bij een afdeling van het Agentschap Wegen en Verkeer, maar kreeg te kampen met een burn-out. In die periode hebben we samen veel nagedacht over wat we wilden doen met ons leven, en eigenlijk zijn we geheroriënteerd naar wat we nu hebben: onze biologische geitenboerderij Klavertroef.”

Hoewel Peter een landbouwerszoon is, koos hij na zijn studies toch voor een job als bouwkundig tekenaar. “Ik zag het ook wel zitten om een nieuw avontuur te starten”, geeft hij mee. “We hadden sowieso al wel wat grond – 1,5 ha – en wilden er al langer iets meer mee doen dan er enkel wonen. We wilden wat creatiever zijn, meer buiten zijn, kunnen zorgen voor dieren.”

Goed voelen bij biogeitjes

Dat ze geiten wilden houden, lag al snel vast. “We wilden een dier waar we ons op ons gemak bij voelden. Een koe is al een heel beest, van een geitje heb je minder snel schrik”, lacht Joke. “Bovendien zochten we een dier dat het dichtst bij onszelf staat qua karakter. En dat vonden we in geiten: ze zijn sociaal, slim, zeker niet bang en heel nieuwsgierig. Ze laten zich niet in een hoekje duwen en zoeken altijd naar uitwegen: we merkten trouwens al snel dat het eersteklas uitbrekers zijn. Geiten zijn echter wel gewoontedieren. Als je hun gewoonten doorbreekt, krijgen ze gemakkelijk stress. Zelfs als je hun rantsoen licht verandert, voelen ze dat al.”

Voor ze aan hun avontuur startten, besloten ze hun licht op te steken bij andere geitenboerderijen. “Het is een grote stap om iets totaal nieuw te beginnen, je moet je eerst goed informeren”, klinkt het. Uiteindelijk vond het koppel hun gading bij een biologische geitenboerderij. “Toen we met de mensen uit die sector spraken, voelden we dat we op dezelfde golflengte zaten en hetzelfde dachten. Wij wilden een kleinschalig bedrijf met verbredende activiteiten. Op die manier denken we niet te vervallen in de massa, hebben we overzicht over wat we doen en zijn we onafhankelijker. We zijn ervan overtuigd dat we zo als bedrijf sterker in onze schoenen staan zowel nu als later.”

Bovendien leek een afzet in bio ook iets voor hen. Het aanbod biologische geitenmelk is niet groot. Er zijn maximaal 20 biologische geitenbedrijven in België, en ongeveer 50 zijn er gangbaar.

Evenwicht zoeken

De start kunnen Peter en Joke allesbehalve gemakkelijk noemen. “Onze eerste 80 lammetjes die we kochten, konden terecht in de oude varkensstal die er stond”, vertelt Peter. Nu hebben ze zo’n 200 melkgeiten en ongeveer 70 lammeren. Peter zorgt voor de verzorging van de dieren, voedert de dieren en melkt ze. Joke houdt zich eerder bezig met de verwerking van de melk, de hoevewinkel, de communicatie en de administratie. “Maar we helpen elkaar wel als de ene wat meer werk heeft dan de ander”, geeft Peter mee.

Verder houdt Joke zich ook bezig met het huishouden. Het koppel heeft immers 2 kinderen, waar ze ook graag tijd voor willen maken: de 13-jarige Zita, en de 9-jarige Sibo. “We werken alle dagen bijna het klokje rond, maar zondag houden we steevast vrij voor ons gezin.” Het koppel zou wel nog wat helpende handen willen op het bedrijf, maar daar is momenteel jammer genoeg te weinig budget voor. “We krijgen veel vragen tot samenwerking, maar kunnen niet overal op ingaan omwille van tijdsgebrek. Bovendien zouden we graag terug meer ruimte hebben om educatieve dingen te doen voor groepen en scholen op de boerderij. We vinden het belangrijk om mensen terug dichter bij landbouw te brengen”, vult Joke aan.

Bonte kudde

Starten wilde het koppel uiteraard met kwalitatieve dieren. Voor de aankoop van hun eerste geitjes kwam het Klavertroef-koppel terecht bij ’t Reigershof, dat caprine arthritis encefalitis (CAE) en caseous lymfadenitis (CL) gecertificeerd is. “Dat is een belangrijke troef, want het gaat om 2 ziekten die een effect hebben op de levensverwachting en de melkgift. Bovendien hebben we veel aan de eigenaars van ‘t Reigershof gehad. Zij hebben heel veel ervaring en gaven graag hun kennis door aan ons, de beginnelingen”, lacht Peter. Het duo kocht er een mix van 3 rassen aan, die op de wei en in de stallen samen worden gehouden. De meeste geiten zijn Saanen-geiten, de typische melkgeiten. Echter, in die witte massa lopen ook de gekleurde Toggenburger en Nubische geiten. “Veel geitenhouders kiezen voor deze soorten. Bij ons zijn alle dieren kruisingen.”

In ieder geval krijgt elke geit, bok of lammetje wel aandacht. “Ze zijn bijzonder slim. Elk jaar kiezen onze kinderen een ‘lievelingsgeitje’ en geven die een naam. En effectief, als je hun naam roept, komen ze af. De geitjes krijgen ook graag veel aandacht en worden vaak gestreeld, hoor.”

Elk jaar kiezen de kinderen een ‘lievelingsgeitje’ en geven die een naam. Als je hun naam roept, komen ze af.
Elk jaar kiezen de kinderen een ‘lievelingsgeitje’ en geven die een naam. Als je hun naam roept, komen ze af. - Foto: MV

Leven als een geit in Klavertroef

Het leven van een geitje start – zoals iedereen weet – als lammetje. In Klavertroef blijven die 2 dagen bij de moeder voor de biest. Op die manier krijgen ze voldoende antistoffen binnen. Daarna gaan ze naar de lammerstal. Daar krijgen ze 7 weken poedermelk, eerst via de papfles om daarna over te schakelen op de speenemmer. “Gelukkig krijgen we hier veel hulp van stagiaires en studenten, want dit is een drukke periode”, geeft Peter mee. Ook krijgen ze in die periode voor de eerste keer korrels en hooi. Wanneer ze 4 à 5 maanden oud zijn, mogen de dieren naar de grote stal, en wanneer ze 7 maanden zijn, worden ze gedekt op de natuurlijke manier. In een groep van ongeveer 70 geiten moeten 2 bokken dan zorgen voor de dekking. Eens gedekt, krijgen de geiten na 5 maanden drachttijd meestal 1 of 2 lammeren.

Vanaf dan kunnen ze gemolken worden. Dat kan voor een periode van 8 jaar. “Maar dat is een echte topsport voor die beestjes, dus geven we ze ook wat rust.” Joke en Peter kiezen ervoor om de geiten in periodes van ongeveer 3 jaar te melken. Daarna worden ze opnieuw gedekt en 6 weken voor het lammeren worden ze op natuurlijke wijze droog gezet. Na het lammeren worden de dieren opnieuw voor 3 jaar gemolken. Geiten blijven zo 6 tot 8 jaar op het bedrijf. “Het melken gedurende een langere periode zonder tussentijds te lammeren noemen we duurmelken,” licht Peter toe.

Intensieve verzorging

De kudde wordt goed verzorgd. In deze tijd van het jaar treffen we ze aan op stal. Peter heeft er de handen vol aan het voederen van de dieren. “’s Morgens en ’s avonds melk ik de dieren en geef ik ze krachtvoer, grasklaver en luzerne. De grasklaver zorgt ervoor dat de geiten veel melk kunnen geven. De ingezaaide klaver heeft bij het telen bovendien het voordeel dat het een natuurlijke bemester is, wat perfect binnen ons bioverhaal past. Vandaar ook onze naam ‘Klavertroef’”, geeft hij trots mee. Daarnaast krijgen de geiten, groot en klein, constant hooi, die ze halen uit de hooiruiven. “Het hooi brengt voldoende structuur in hun voeding. Geiten zijn herkauwers en een goed uitgebalanceerd rantsoen is van groot belang om pensverzuring te voorkomen. De grasklaver en de luzerne moeten bio geteeld zijn en kopen we aan via bio-akkerbouwers. We pachten 15 ha aan grasklaver op stam en 5 ha aan natuurgras voor hooi. Het feit dat we onze grond niet zelf in handen hebben, zorgt elk jaar wel voor wat kopzorgen om de puzzel gelegd te krijgen. Alles begint bij het voeder dat de dieren krijgen: er moet voldoende zijn en van de beste kwaliteit.”

Het grootste deel van het voeder kunnen we intussen zelf oogsten, want ook daar is de manier van werken van groot belang. De listeria-bacterie is een letterlijk addertje onder het gras. Het is de vrees van elke geitenboer. Voeder dat ermee besmet is, maakt de geiten dodelijk ziek.

Peter en Joke hebben een vaste dierenarts die kort op de bal kan spelen als het nodig is. Ze werken samen met de dierenartsen van de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Gent. “Bij de bezoeken zijn ook steeds laatstejaarsstudenten aanwezig. Wij vinden dat handig, als er uitleg wordt gegeven, kunnen we af en toe ook wat bijleren.”

Alles wat het geitje belieft

Naast biologisch voederen en de verzorging, dragen Peter en Joke dierenwelzijn hoog in het vaandel. Zo mag antibiotica enkel gebruikt worden als de geit ziek is, en mag het niet preventief worden gegeven. “Ook de wachttijd om te melken, wordt dan verdubbeld. De geit wordt dan nog wel gemolken, maar die melk mag niet gebruikt worden voor menselijke consumptie.”

Verder wordt voor elke geit zo’n 1,5 m² ligruimte voorzien, en kunnen ze naar buiten tussen 15 mei en 15 oktober. “We hebben een weide van 3 ha waar ze kunnen vertoeven als het goed weer is.” Ten slotte wordt de stal stipt proper gemaakt. “Om de 2 dagen komt er vers stro op de vloer, en om de 2 à 3 maanden mesten we de stal uit.” De mest gaat naar biogroentetelers. “Die mest is gegeerd omdat het nog rijk is aan stro en dus goed voor compostering. Het is ook veel vaster en de stikstof/fosfor-verhouding is anders dan die van andere diersoorten.”

Naast biologisch voederen en de verzorging, dragen Peter en Joke dierenwelzijn hoog in het vaandel.
Naast biologisch voederen en de verzorging, dragen Peter en Joke dierenwelzijn hoog in het vaandel. - Foto: MV

Eigen verwerkte producten via hoevewinkel

Joke houdt zich graag bezig met de winkel en dus de hoeveverkoop. Van de 4.000 l die elke week gemolken wordt, verwerkt ze 300 à 400 l tot allerlei ambachtelijke producten. Geitenmelk heeft veel voordelen. “In vergelijking met koeienmelk is geitenmelk lichter verteerbaar. Ideaal dus voor mensen die het op dat vlak lastiger hebben”, verklaart Joke. Bij Klavertroef kan je terecht voor onder andere verse geitenkaas, platte kaas, yoghurt, rijstpap, vlaai, kaastaart en ijs. In hun hoevewinkel vullen ze het aanbod aan met het beste van hun collega’s: een gevarieerd aanbod van harde en gerijpte geitenkazen. Er is ook dagvers brood, zeep van geitenmelk en honing te koop.

Van de 4.000 l die elke week gemolken wordt, verwerkt Joke 300 à 400 l tot allerlei ambachtelijke producten voor de hoevewinkel.
Van de 4.000 l die elke week gemolken wordt, verwerkt Joke 300 à 400 l tot allerlei ambachtelijke producten voor de hoevewinkel. - Foto: Klavertroef

Geiten- of bokkenvlees ligt (nog) niet in de winkel. Geiten zijn 6 tot 8 jaar productief op het bedrijf. Daarna zoeken Peter en Joke zo vaak mogelijk een nieuwe thuis voor hun geiten ‘op rust’. Doordat ze kleinschalig zijn, is dat nog een haalbare kaart. De bokjes die geboren worden, groeien op het bedrijf op tot ze 8 à 10 weken oud zijn, en ze zo’n 15 kg wegen. Daarna gaan ze naar het slachthuis. “In Vlaanderen is er weinig vraag naar dit vlees. In de zuiderse regio’s zit het meer in de cultuur om geitenvlees te eten. Bij ons ligt het niet of amper in de winkelrekken. De verkoopprijs van bokjes bij ons is dan ook laag. De opfokkost ligt veel hoger dan wat we ervoor krijgen.”

Aangesloten bij OGC

Het grootste deel van de melk verkopen ze via de Organic Goatmilk Coöperatie, kortweg OGC. De coöperatie bestaat uit een 60-tal Belgische, Duitse en vooral Nederlandse boeren. “Het transport van de melk van de boerderijen naar de verwerkende bedrijven wordt vanuit Nederland georganiseerd”, informeert Joke ons. De geitenmelk van Klavertroef komt zo uiteindelijk terecht bij onder andere Capra, de coöperatieve kaasmakerij Het Hinkelspel, de Damse Kaasmakerij en Le Larry. Een deel van de melk wordt ook verpoederd door Bettine in Etten-Leur (Nederland).

De prijs die ze ervoor krijgen is goed en stabiel. Voor een kg geitenmelk met 7% vet en eiwit krijgt het koppel 0,90 euro. “Als je niet aan die percentages komt, krijg je minder. Als de melk hogere gehaltes heeft, krijgen we er meer voor.”

Eindelijk op zijn plooien

Op dit moment heeft het gezin het nog best moeilijk om rond te komen. “We boeren nagenoeg grondloos en hebben alles nieuw moeten bouwen en aankopen. Dat zijn zware investeringen. Het feit dat we kleinschalig zijn, heeft bovendien ook zijn impact. Dan wegen de vaste kosten zwaarder door”, geeft Peter mee. “Het waren tot nog toe 5 zware jaren met heel wat stress en zorgen. Maar als je erin zit, ga je niet meer terug. Je hebt doorzettingsvermogen nodig en je moet sterk in je schoenen staan.”

Ze zijn daarom ook trots op wat ze nu bereikt hebben, en geven aan dat alles eindelijk wat in de plooien valt. “Wij doen onze job graag, we plukken nu de vruchten van wat we hebben opgebouwd en proberen altijd positief te blijven.” Ook het contact met de klanten en collega’s is voor hen zeer waardevol. “We hebben heel wat vaste klanten van in de streek die bewust voor korte keten kiezen. Je creëert uiteindelijk wel een band met hen, en dat geeft enorm veel energie. Het is ook mooi om te zien dat mensen terug dichter bij ons als boer staan. Wij zijn uiteindelijk wel de allereerste producent in de keten van wat uiteindelijk op ieders bord komt. En daar zijn we fier op.”

De promotie die ze maakten, heeft dus duidelijk gewerkt. Het koppel maakte bijvoorbeeld een eigen website en Facebookpagina aan, en aan de straatkant geeft een bord aan wat er in de winkel te koop is. “De marktjes waar we al stonden, vooral speciale markten zoals kerstmarkten en streekproductmarkten, werkten heel goed voor ons. En voor de rest doet mond-tot-mondreclame het meest haar werk.”

Educatie geven, vergt tijd

Omdat er zo weinig geitenboerderijen zijn, zeker biologische, stelde Klavertroef zich in het begin open voor het grote publiek. Peter en Joke ontvingen kleine groepen op hun bedrijf, leidden hen rond en gaven hen uitleg. Het koppel besliste echter om deze activiteit even stop te zetten. “Het vergt veel tijd en voorbereiding bovenop al het andere dagelijkse werk, en uiteindelijk liepen we onszelf gewoon voorbij”, verklaart Joke.

Scholen ontvangen ze wel nog. Klavertroef is aangesloten bij het netwerk ‘Beleef De Boerderij’, waardoor Oost-Vlaamse scholen een subsidie kunnen genieten voor een bezoek aan de geitenboerderij. “Ik vind het enorm fijn om met kinderen te werken en hen iets bij te leren.” Of ze later nog groepen willen ontvangen naast scholen, laten ze open. “We willen eerst de verwerking en de hoeveverkoop wat laten groeien, zodat we wat financiële ademruimte krijgen.” Aan ambitie dus duidelijk geen gebrek. “We willen bekend staan voor kwaliteit en degelijkheid, en om dat te bereiken is er tijd nodig”, klinkt het afsluitend.

Marlies Vleugels

Lees ook in RULA Kleinvee

Meer artikelen bekijken