Startpagina Akkerbouw

10 ton/ha tarwe zonder stikstofbemesting?

Met de eerste staalnames in de wintergranen is de N-indexcampagne 2021 op de Bodemkundige Dienst van start gegaan. Vorig jaar deden ze een opmerkelijke vaststelling: “het is mogelijk om 10 ton/ha tarwe te dorsen zonder bijkomende stikstofbemesting”.

Leestijd : 4 min

De stikstofbemestingsadviezen voor tarwe varieerden vorig jaar van 0 tot ruim 240 kg N/ha. Deze grote spreiding in N-behoefte is de resultante van enerzijds de grote verschillen in de minerale N-reserve die zich in het voorjaar in het bodemprofiel bevindt en anderzijds de grote verschillen in mineralisatie doorheen het groeiseizoen.

Via een mineraal stikstofonderzoek in het voorjaar en berekening van het stikstofbemestingsadvies volgens de N-indexmethode bekomt men per perceel de nodige informatie voor een optimale stikstofbemesting.

De N-indexmethode van de Bodemkundige Dienst

Om een exact N-advies voor een perceel wintertarwe te berekenen moet je drie vragen kunnen oplossen:

1. Hoeveel minerale stikstof is er in het bodemprofiel beschikbaar bij het begin van het groeiseizoen (januari-begin maart) en hoeveel stikstof heeft het gewas reeds opgenomen?

2. Hoeveel minerale stikstof gaat er nog beschikbaar komen voor het gewas?

3. Hoeveel bedraagt de totale N-behoefte van het gewas en op welke manier moet de stikstof uit de ant woorden van de vragen 1 en 2 in rekening gebracht worden?

Om de eerste vraag te beantwoorden wordt in de graangewassen de bodem bemonsterd tot 90 cm diepte. Aangezien de minerale stikstof gewoonlijk niet gelijk verdeeld is over het volledige bodemprofiel worden grondstalen genomen per 30 cm diepte.

Op basis van de N-voorraad in de bodem, de zaaidatum en de stand van het gewas kan berekend worden hoeveel stikstof de tarwe reeds heeft opgenomen.

De hoeveelheid stikstof die tijdens het groeiseizoen beschikbaar komt, is afhankelijk van vele factoren. Een groot gedeelte is afkomstig van de mineralisatie van bodemhumus. De rest komt vrij uit oogstresten van de voorteelt (blad van suikerbieten, erwtenloof, ...) of door nawerking van organische bemesting (drijfmest, stalmest) die eventueel voor de zaai van de tarwe werd toegediend.

Bij het N-adviessysteem van de Bodemkundige Dienst van België wordt de beschikbare stikstof in de bodem en de stikstof die nog gaat vrijkomen opgeteld. Zo bekomt men per perceel een ‘N-index’.

De berekening van deze N-index gebeurt op basis van de analyseresultaten van de grondstalen en de inlichtingen omtrent de recente voorgeschiedenis van het perceel. De methode van berekening is afhankelijk van het gewas waarvoor een advies wordt gevraagd. Deze N-index is bijgevolg een beredeneerde en berekende maat van de N-beschikbaarheid op een specifiek perceel voor een bepaald gewas. Door jarenlang proefveldonderzoek is voor ieder gewas het verband berekend tussen de optimale N-dosis en de N-index. Op deze manier wordt de derde vraag eveneens beantwoord en bekomt men op perceelsniveau een gedetailleerd N-advies.

Satellietbeeld op 5 mei 2020 toont aan dat de tarwe er goed bij stond door de mineralisatie dankzij de hogere bodemtemperaturen.
Satellietbeeld op 5 mei 2020 toont aan dat de tarwe er goed bij stond door de mineralisatie dankzij de hogere bodemtemperaturen. - Beeld: BDB

Belang van stikstofmineralisatie

Tarwe na gescheurde weide

Op een praktijkperceel in Wervik werd vorig jaar het advies gegeven om tarwe te telen zonder stikstof te bemesten. Bij de akkerbouwer deed dit natuurlijk de wenkbrauwen fronsen. Zonder stikstofbemesting werd 10 ton/ha gedorst. Hoe komt dat?

Het betrof een perceel op zandleem dat decennialang weide was geweest. Bij het N-indexonderzoek begin februari werd in de drie bodemlagen respectievelijk 50, 108 en 158 kg nitraatstikstof per ha gemeten. Het was duidelijk dat de ingewerkte graszode al zeer sterk aan het mineraliseren was. Het koolstofgehalte van de bouwlaag bedroeg ruim 2,4% C, zodat ook tijdens het groeiseizoen nog een belangrijke stikstofmineralisatie kan worden verwacht.

Halfweg april, op moment dat de tarwe veel stikstof begint te vragen, werd een tweede N-indexonderzoek uitgevoerd. De reserve in de drie bodemlagen bedroeg op dat moment 38 kg N/ha in de laag 0-30 cm, 55 en 94 in de twee volgende bodemlagen. Ook al was de bodemreserve al sterk gedaald ten opzichte van de eerste staalname, toch werd het advies om geen stikstof toe te dienen bevestigd.

De mineralisatie kwam door de hogere bodemtemperaturen nadien goed op gang, zodat de tarwe er steeds goed bij stond. Dat kon onder andere ook afgeleid worden uit de satellietbeelden die tijdens het groeiseizoen werden opgevolgd.

Tarwe na meerjarige composttoediening

Op de meerjarige GFT-compostproef van Bodemkundige Dienst in Boutersem werd het afgelopen jaar tarwe opgevolgd. Sinds 1997 worden er perceeltjes gevolgd zonder bemesting, met alleen kunstmest en perceeltjes met verschillende dosissen compost aangevuld met minerale meststoffen tot advies.

De resultaten op diverse perceeltjes illustreren zeer mooi het effect van stikstofmineralisatie op de N-voorziening van de tarwe. Op basis van N-index bedroeg in februari het N-advies op het getuigeperceel zonder bemesting meer dan 225 kg N/ha. Op de perceeltjes die elk jaar bemest worden volgens advies bedroeg het advies voor de tarwe 211 kg N/ha. Op de perceeltjes met regelmatig een hoge dosis compost bedroeg het aanvullend advies slechts 60 kg N/ha. De volgende korrelopbrengsten werden behaald: geen bemesting: slechts 7,2 ton/ha met zeer slechte kwaliteit, 12 ton/ha met kunstmest volgens advies en zelfs 12,2 ton/ha met 60 kg N/ha op de perceeltjes met regelmatige composttoediening.

Bovenstaande voorbeelden geven duidelijk aan dat mineralisatie vanuit de bodemhumus, organische bemesting en oogstresten een belangrijk onderdeel zijn van de N-voorziening van de tarwe. Neem als tarweteler deze informatie mee om na te gaan op welke percelen u nu best het N-indexonderzoek laat uitvoeren.

Profiteer maximaal van de mineralisatie waar kan (dat zijn percelen met een lager bemestingsadvies), bemest extra op de percelen met een beperkte N-levering. Dit kan via het systeem van bedrijfsbalans binnen de mestwetgeving, ook al moeten we vaststellen dat de afgelopen jaren toch ook veel percelen een advies kregen boven de geldende bemestingsnormen.

Meer info krijgt u bij uw regionale staalnemer of bij de Bodemkundige Dienst van België.

Jan Bries, BDB

Lees ook in Akkerbouw

Correct rekenen met dierlijke mest

Maïs Op heel wat percelen in Vlaanderen wordt een groot deel van de bemesting ingevuld met dierlijke mest. Gebruik van dierlijke mest vraagt een beredeneerde aanpak. Hoe kies ik de juiste mestsoort? Hoeveel dien ik wanneer toe? Op welke manier? De variabele samenstelling van dierlijke mest en inschatten hoeveel of wanneer de aanwezige nutriënten vrijkomen, zijn belangrijke aandachtspunten.
Meer artikelen bekijken