Startpagina Archief

Populariteit vlas bevestigt

potentieel voor hennep,

het areaal blijft achter

80 % van de wereldproductie van vezelvlas ligt in West-Europa. Het grootste areaal is te vinden in Frankrijk, België en Nederland en stijgt nog steeds . De vraag naar vezelvlas doet dan ook denken dat ook hennep tot een populaire teelt zou kunnen uitgroeien. Het areaal hennep blijft echter achter in België. De komst van een nieuwe oogstmachine zou de teelt een duwtje in de rug moeten geven.

Leestijd : 8 min

Een van de bekendste vezelgewassen is vlas. Dit gewas zorgt voor vezels voor de productie van textiel, die evenzeer belangrijke ingrediënten zijn in composieten en in isolatie. West-Europa heeft de perfecte teeltomstandigheden voor vlas. De bodemcondities en het zeeklimaat - zeker in België - zorgen ervoor dat 80 % van de wereldproductie van vezelvlas zich dan ook in deze streek bevindt. Dat is een contrast als je vergelijkt met olievlas, dat geteeld wordt voor het lijnzaad en niet voor de lange vezel, het bijproduct. Dit vlas is korter en meer vertakt. In België staat er geen olievlas, in Frankrijk een beetje, maar vooral in bijvoorbeeld Canada en Rusland vinden we er veel van terug.

Hennep, dat qua onderdelen erg lijkt op vlas, lijkt daarom ook een interessante teelt voor België. Toch is hennep teeltgewijs erg verschillend in vergelijking met vlas. “Ook genetisch is het heel anders en is hennep zelfs meer verwant met hop dan met vlas”, vertelt onderzoeker Veronique De Mey van Inagro.

Populair vlas

Vlas is een teelt die al een hele geschiedenis kent, en die teruggaat tot in de 19e eeuw en dit vooral in de streek rond Kortrijk. De oorsprong van Inagro lag zelfs al in dit gewas, want het onderzoeks- en voorlichtingscentrum werd opgericht als onderzoekscentrum voor de nijverheidsteelten, waaronder vlas. De teelt is nooit echt weggeweest. Het areaal vlas is de laatste jaren ook toegenomen. In België staat er momenteel ongeveer 16.000 ha vlas, waarvan een derde in Vlaanderen. Ter vergelijking: Frankrijk telt meer dan 100.000 ha en Nederland 2.000 tot 3.000 ha.

De laatste jaren is het areaal sterk gestegen en ook voor 2019 wordt een stijging van 5 tot 10% verwacht, met in Frankrijk de grootste areaalstijging. “De stijging in areaal kwam er omdat de prijzen heel goed zijn voor vlas. Net zoals andere producten geldt ook hier voor de prijs het systeem van vraag en aanbod. In jaren met een grote stock stonden de prijzen dus lager. Anderzijds is vlas een product dat je jaren kan bewaren in een loods als het droog genoeg wordt gestockeerd”, legt Inagro-onderzoekster Lies Willaert uit.

In tegenstelling tot hennep, heeft vlas een keten die wel rond is en vooral rond de vlasser draait. Er zijn nog zo’n 45 vlassers, bijna allemaal rond de streek van Kortrijk. De vlasser is in principe de eerste verwerker die bij de landbouwer onder een soort van seizoenspacht het vlas teelt, oogst en meeneemt naar zijn bedrijf. De grote vlassers kunnen tot wel honderden hectaren vlas telen.

“Op een landbouwbedrijf blijft er meestal niets achter van vlas, tenzij het een landbouwer is die zelf vlas teelt. Die zijn echter in de minderheid. Het gaat hier om landbouwers die de balen strovlas verkopen aan de eerste verwerker of enkel door hen laten verwerken - een vorm van loonwerk dan - om het erna te verkopen aan de handelaar.” Bij de vlasser wordt het vlas ontzaad, gebrakeld en gezwingeld (zie kader). Hij bezit dan ook de meeste machines, de landbouwer zelf heeft er zelf meestal geen.

Vooral naar China

Vanaf dat de vezel gezwingeld is, wordt die verkocht aan handelaars. Het grootste deel gaat naar China om daar verder verwerkt te worden, wat wil zeggen dat het gesponnen wordt tot garen. In China, maar ook in India, is er een grote vraag naar vlas onder andere omdat daar ook de vraag naar linnen stijgt. Linnen kledij is aangenaam dragen in een warm klimaat en het wordt daar aanzien als een luxeproduct. De grote vraag maakt in ieder geval dat de prijzen heel gunstig zijn. De gesponnen garen worden uiteindelijk over heel de wereld naar textielbedrijven gestuurd.

Belgische hennepteelt

Hennep is momenteel nog een heel erg kleine teelt. Tot vorig jaar stond er zo'n 100 ha hennep in Vlaanderen en 400 ha in Wallonië. Al een behoorlijke stijging als je weet dat hennep door het thc-gehalte ooit verboden was tot in 1992. “Ik verwacht in België nu wel een daling in areaal door het faillissement van de Waalse hennepcoöperatie, ondanks het sterk stijgend areaal in West-Europa”, vertelt De Mey.

Ze verklaart het succes in West-Europa aan het gemak dat gepaard gaat met de teelt. “Van zaai tot oogst heb je er eigenlijk weinig kijken naar. Het kan extensief geteeld worden op veel verschillende percelen en stelt weinig eisen aan bodem- of weersomstandigheden. Er zijn geen gewasbeschermingsmiddelen in toegelaten omdat het een kleine teelt is, maar dat vormt geen probleem. Hennep is ook weinig ziekte- en plaaggevoelig. Soms zijn er problemen met onkruid, maar vaak is dit te wijten aan te diepe zaai of wanneer de groeiomstandigheden na zaai zeer slecht zijn.”

Nood aan oogstmachine

Hennep wordt net als vlas met specifieke oogstmachines geoogst, maar doordat de teelt een tijd verboden was, is al die machinerie die bestond nu volledig verdwenen. De Mey geeft aan dat het verschil met andere landen in Europa is dat in Vlaanderen de percelen klein zijn en verspreid liggen. Het areaal lijkt dus te klein om investeringen te doen. “Maar een oogstmachine zou de hennepteelt in België weer kunnen doen groeien.”

Omdat de oogst van hennep anders is als die van vlas, is het ook niet mogelijk om de vlasoogstmachines te gebruiken. Kwalitatief zijn de vezels bij hennep ruwer en grover dan die van vlas, alhoewel dit ook afhangt van hoe het geteeld wordt. Vlas wordt heel dicht op elkaar gezaaid waardoor de stengels een fijne vezel leveren. Hennep wordt ruimer gezaaid.

Bij de oogst van vlas worden de stengels uit de grond getrokken en parallel neergelegd. De vezels blijven van oogst tot verwerking parallel, waardoor het zwingelen goed verloopt. Bij de machines die nu bestaan voor de oogst van hennep worden de stengels gehakseld in stukken van ongeveer 50 cm en komen ze kriskras door elkaar in zwad terug op het veld terecht. De vezel die je eruit krijgt is dan moeilijker te verwerken tot textielproducten omdat het ganse oogstproces anders in elkaar zit. “Naar andere toepassingen is het geen probleem”, klinkt het. Ook is verwerking op een vlaslijn niet mogelijk door de huidige meest toegepaste manier van oogsten. Als hennepstengels ook parallel gelegd kunnen worden, kan hennep wel verwerkt worden op dezelfde verwerkingslijn als vlas. “Er is wel een firma bezig met de ontwikkeling van een oogstmodule, met de bedoeling ongeveer een meter uit die hennepstengel te halen en die parallel af te leggen. Die machine is nog wel in testfase”, zegt De Mey.

Keten moet uitgewerkt

Doordat de Waalse hennepfabriek met zijn verwerkingslijn failliet is, blijft er nog veel hennep niet verkocht of verwerkt in de loods liggen. Er is geen alternatief bedrijf in België. De landbouwers met interesse om hennep te telen zijn dus nu genoodzaakt over te schakelen op een andere teelt.

De Mey: “Bij vlas is de keten rond, bij hennep is het nog veel meer zoeken naar hoe de keten te regelen. Een eerst cruciale stap voor het opbouwen van een hennepketen is de ontwikkeling van de oogstmachine. Hennep naar Frankrijk of Nederland voeren, kan ook, maar zou niet rendabel zijn door de vele transportkilometers die men dan moet doen.”

In Frankrijk, Nederland, maar ook in Italië en Oost-Europa staat de keten meer op poten, met grote verwerkingsfabrieken die er wel op ingespeeld zijn. Dezelfde producten kunnen gemaakt worden van hennep als van vlas. De meerderheid van de vezels van vlas worden gebruikt om textiel van te maken. Uit hennep zijn er meer toepassingsmogelijkheden. Hennep kan voor het stro, maar ook voor stro en zaad geteeld worden, in dit laatste geval spreken we van een dubbeldoelteelt.

De hennepvezel wordt veel gebruikt in composietmaterialen voor de auto-industrie, maar ook in isolatiematerialen. De houtachtige delen worden vaak gebruikt in bouwmaterialen, de zogenaamde kalkhennep. “De houtachtige delen die in België worden gebruikt voor bouwmaterialen, worden ingevoerd vanuit het buitenland. Dat kan anders als de verwerkende stap in België is hersteld. Ook zijn we nog op zoek naar gepaste rassen.” Ook in België is er interesse in vezels van hennep, maar import uit Azië is op dit moment nog noodzakelijk.

Toch nog uitdaging in vlas

In hennep is het duidelijk dat de uitdaging ligt in het uitwerken van een goed werkende keten. Echter, ook in de vlasteelt zijn er uitdagingen. Willaert merkt op dat er een zeker verjonging aan de gang is in de sector. “Nieuwe bedrijven oprichten is moeilijk vanwege de grote investeringen in machines, het gaat dan eerder over overnames van vader op zoon of dochter”, klinkt het.

De motivatie is waarschijnlijk de gunstige prijzen waaraan vlas wordt verkocht en de goede vooruitzichten. Echter, het vlasareaal stijgt nog, en dan rijst de vraag of de verwerkingsbedrijven de grotere volumes kunnen bijhouden. “Gelukkig zijn de machineconstructeurs wel bezig met het efficiënter maken van onder andere de zwingelturbines”, klinkt het optimistisch.

Onderzoek volop aan de gang

Daarnaast is een optimale teelttechniek een uitdaging. Ook hier is het probleem dat omgegaan moet worden met het wegvallen van gewasbeschermingsmiddelen. Vlas behoort tot de kleine teelten, en grote firma’s gaan hier dus zelf weinig initiatief in nemen. Willaert, die het vlasonderzoek coördineert, bepaalt dan ook samen met het Algemeen Belgisch Vlasverbond (ABV) het onderzoeksprogramma om de uitdaging rond gewasbescherming, maar ook rond andere topics, aan te gaan. “We proberen in ieder geval om gewasbeschermingsmiddelen erkend te krijgen”, klinkt het.

Het onderzoek in vlas draait in elk geval op volle toeren, met een aantal lopende projecten. Zo loopt er het Biocompal Interregproject, dat handelt rond het gebruik van vlasvezels in composietmaterialen. “Daar onderzoeken we of de teelttechnieken een invloed hebben op de sterkte van de vlasvezels om ze te gebruiken in composietmaterialane. We willen weten of vlas op dezelfde manier geteeld kan worden of niet.” Dit jaar startte ook de operationele groep Flaxsense. Daar wordt nagegaan in welke mate vlasvelden in België, Frankrijk en Nederland met satellietbeelden opgevolgd kunnen worden en welke info hieruit kan worden gehaald.

In een ander Interregproject ‘Pathoflax’ wordt in Frankrijk en België, en samen met verschillende partners, onderzocht hoe Verticillium in vlas te bestrijden. “Die schimmel geeft de laatste jaren meer problemen in vlas. Tijdens het roten toont zich dat vooral: dan is kwaliteit vezel niets meer waard”, vertelt Willaert.

Vezelgewassen hebben dus zeker hun toekomst, ook in België. Dat heeft het areaal aan vlas wel bewezen. Onderzoek zal de beide teelten moeten helpen. Als de oogstmachine voor hennep aanwezig is, hopen onderzoekers ook de hennepteelt weer op de kaart te zetten.

Marlies Vleugels

Actueel

Voir plus d'articles
Meest gelezen