Vlaamse rundveehouderij op vele manieren kan bijdragen
aan een oplossing.
Klimaat: weer of geen weer?
Broeikasgassen: van het goede te veel
Het leven op aarde in huidige vorm is slechts mogelijk door de aanwezigheid van broeikasgassen. Ze beschermen de aarde tegen invallende straling en zorgen ervoor dat niet alle warmte ontsnapt. Hierdoor bedraagt de gemiddelde temperatuur op aarde ongeveer 15 °C. Zonder broeikasgassen zou dit -18 °C zijn! De belangrijkste broeikasgassen zijn koolstofdioxide (CO2), methaan (CH4) en lachgas (N2O). Hun belang hangt af van hun vermogen om de warmte op aarde vast te houden en hun verblijftijd in de atmosfeer (samen GWP100) (tabel 1). Hiermee kunnen de broeikasgassen omgerekend worden naar CO2-equivalenten, waardoor vergelijken makkelijker wordt.
Sinds haar ontstaan fluctueerde de concentratie aan CO2 op aarde sterk: tot 4.000 ppm (deeltjes per miljoen) in het Cambrium (500 miljoen jaar geleden) of slechts 180 ppm tijdens de ijstijden van het Kwartair (2 miljoen jaar geleden). Perioden met hoge concentraties CO2 werden gekenmerkt door gevoelig hogere temperaturen (tot boven 30°C gemiddeld), polen zonder ijskappen en een hoger zeeniveau. Het leven zoals we het nu kennen zou er onmogelijk zijn.
De laatste 800.000 jaar schommelde de CO2-concentratie in onze atmosfeer tussen 180 ppm (ijstijden) en 300 ppm (tussenijstijden). De laatste 100 jaar steeg de CO2-concentratie echter tot meer dan 400 ppm (figuur 1). In die periode steeg de wereldbevolking van geen 2 tot bijna 8 miljard. Het groeiend verbruik en de ontginning van fossiele brandstoffen, het wijzigend landgebruik en ook landbouw vormen belangrijke bronnen van de stijgende uitstoot van broeikasgassen.
Is de koe het zwart schaap?
De uitstoot aan broeikasgassen in Vlaanderen, in CO2-equivalenten uitgedrukt, bestaat voor 5% uit lachgas, voor 7% uit methaan en voor 88% uit koolstofdioxide. De Vlaamse landbouw is verantwoordelijk voor 9% hiervan (cijfers 2016). Het Vlaams klimaatbeleidsplan 2021-2030 heeft als doel de uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met 35% te reduceren.
Ongeveer de helft van de uitstoot aan broeikasgassen door een Vlaams rund bestaat uit methaan, voornamelijk afkomstig uit de pensfermentatie. Om het doel van het Vlaams klimaatbeleidsplan te halen werd het convenant enterische emissies opgesteld waarin de hele rundveesector zich engageert om de methaanemissie tegen 2030 met 19% te verminderen ten opzichte van 2005. Om deze reductie te realiseren, zonder afbouw van de veestapel, bestaan verschillende strategieën.
Aan de slag met voeding
De methaanuitstoot weegt zwaar in de koolstofvoetafdruk van vlees. Hierop inzetten kan tot snelle resultaten leiden, maar is niet zo eenvoudig. Methaan wordt immers niet geproduceerd door het rund zelf, maar door micro-organismen in de pens die helpen bij de vertering van het voeder. Bij de fermentatie van suikers en ruwe celstof wordt waterstof (H2) gevormd, die door methanogene pensbacteriën samen met CO2 omgezet worden tot methaan.
Een hoger zetmeel- of vetgehalte in het rantsoen kan dit proces beïnvloeden. Zetmeel wordt in de pens immers omgezet tot propionzuur. Daarbij wordt H2 verbruikt, en kan er dus ook minder H2 omgezet worden in methaan. Vetten op hun beurt remmen de bacteriële flora en dus ook de methaanproducerende bacteriën in de pens af.
In een evenwichtig rantsoen kan het aandeel zetmeel of vet (maximaal 6%) echter niet onbeperkt verhoogd worden. De potentiële reductie van de methaanuitstoot met meer zetmeel of vet in het rantsoen is dus eerder beperkt. Onderzoek van ILVO bij melkkoeien toonde wel aan dat vervangen van sojaschroot in het rantsoen door bierdraf en koolzaadschroot de methaanuitstoot per kg meetmelk met 13% kan verlagen. Daarnaast bestaan heel wat voedersupplementen, waarvan enkele hun positief effect op de methaanuitstoot al uitvoerig bewezen hebben.
Aan de slag via het management
Rundvee als oplossing voor het klimaatprobleem?
Permanent grasland kan een belangrijke bijdrage leveren in de koolstofopslag in de bodem. Eén ton koolstofopslag staat hierin gelijk aan 3,7 ton CO2 uit de lucht. Nieuw grasland kan jaarlijks, meer dan 20 jaar lang, per hectare 0,5 tot 1 ton koolstof opslaan in de bodem. Bij agroforestry, een combinatie van grasland met bomen, kan dit zelfs oplopen tot 2,75 ton. Koolstofopslag onder grasland wordt voorlopig niet in rekening gebracht bij de berekening van de klimaatimpact van de rundveehouderij, maar in realiteit kan de sector op een positieve manier bijdragen aan oplossingen voor de klimaatverandering én tegelijk voor de mens onverteerbare graslandproducten omzetten tot hoogwaardige eiwitten.
Hetzelfde geldt voor vele reststromen uit de voedingsindustrie. Deze producten komen vaak niet in aanmerking voor menselijke consumptie. Herkauwers, zoals rundvee, kunnen ze opwaarderen tot hoogwaardige voedingsproducten. Het is dus zeker nuttig ook te kijken naar de geproduceerde hoeveelheid dierlijk eiwit ten opzichte van de gevoederde hoeveelheid plantaardig eiwit dat niet voor menselijke consumptie geschikt was. In deze omzetting zijn runderen de echte toppers!