Startpagina Archief

Geef elk varken een stimulerende omgeving

Sinds september 2018 zijn er in Vlaanderen strengere eisen voor het verrijkingsmateriaal voor varkens. Verrijkingsmateriaal wordt aanzien als een belangrijk hulpmiddel om frustratie, verveling en bijtgedrag te reduceren. Het Varkensloket neemt het aanbod onder de loep.

Leestijd : 6 min

Regelmatig ontvangt het Varkensloket vragen van varkenshouders en adviseurs over welke verrijkingsmaterialen al dan niet voldoen aan de huidige eisen en hoe men het materiaal het best ter beschikking kan stellen. In dit inleidende artikel gaan we dieper in op de eigenschappen en baten van goed verrijkingsmateriaal, de aanbiedingswijze en de beoordeling ervan.

Er is winst te halen uit verrijkingsmateriaal

Varkens zijn van nature uit nieuwsgierige dieren. Zij gaan graag in interactie met hun omgeving door te snuffelen, te ruiken, te bijten en te wroeten. Als niet aan deze exploratiebehoefte wordt voldaan, kan ongewenst gedrag gericht op soortgenoten zoals (staart)bijtgedrag ontstaan. Hoewel de eigenlijke oorzaak van (staart)bijtgedrag multifactorieel is en vaak moeilijk is vast te stellen, hebben verveling en een monotone omgeving een belangrijk aandeel hierin. De Europese Commissie ziet verrijkingsmateriaal dan ook als een belangrijk instrument om ongewenst gedrag te reduceren en het couperen van staarten – volgens de wetgeving is routinematig couperen van staarten sowieso verboden – in de toekomst achterwege te laten.

Verrijkingsmateriaal heeft bovendien veel meer voordelen dan het voorkomen van bepaalde ongewenste gedragingen. Zo blijken varkens die opgroeien in een verrijkte omgeving minder vatbaar voor ziektes (zoals PRRS en App) en recupereren ze sneller als ze besmet raken. Verder biedt hokverrijking ook opportuniteiten om de voederopname na het spenen te verbeteren, zeugen vlotter te laten werpen, het mestgedrag te sturen, de varkens makkelijker van dichterbij te bekijken en te hanteren. Tot slot kan hokverrijking ook een hulpmiddel zijn om vroegtijdig varkens op te sporen die zich onprettig voelen. Varkens hebben namelijk tijdens stresssituaties meer behoefte aan verkenning, kauwen en interactie. Dit kan dan zichtbaar zijn door een (plots) toegenomen gebruik van het verrijkingsmateriaal. Bovenstaande voordelen zijn evenwel niet altijd eenvoudig aantoon- of meetbaar.

Juiste keuze maken

Als je bij de keuze van het type hokverrijking rekening houdt met de efficiëntie en de effectiviteit kan je bovendien de kosten die de extra arbeid met zich meebrengt tot een minimum beperken.

Informeer je daarom goed alvorens je beslist welk materiaal je zal gebruiken. Hou rekening met de tijd die nodig is om het materiaal te geven, aan te vullen, te vervangen en met de materiaalkost die hierbij komt kijken. Aspecten om in het achterhoofd te houden, zijn ook hoe snel de materialen vervuild geraken, het onderhoud en de levensduur van materialen, de aankoop en de risico’s die eraan vasthangen (bijvoorbeeld verstoppen van de mestput).

Eigenschappen van goed verrijkingsmateriaal

Sowieso moeten alle varkens van alle leeftijdsgroepen permanent beschikken over voldoende materiaal om te onderzoeken en om mee te spelen. Goed verrijkingsmateriaal voldoet allereerst aan de behoefte van het varken om onder andere te eten (eetbaar), te bijten (kauwbaar) en te onderzoeken (onderzoekbaar/vervormbaar). Daarnaast is verrijkingsmateriaal veilig, schoon, makkelijk bereikbaar, voldoende beschikbaar, en wordt het regelmatig vernieuwd en afgewisseld.

Ideaal materiaal voldoet aan de 9 criteria voor verrijking (figuur 1):

• Veilig: het materiaal houdt geen gevaar in voor dier- en volksgezondheid.

• Eetbaar: het materiaal kan opgegeten worden, heeft een smaak of geur en bij voorkeur enige voedingswaarde (bijvoorbeeld luzerne of hooi). Voeder zelf wordt niet als verrijking beschouwd.

• Kauwbaar: de varkens kunnen op het materiaal kauwen of erin bijten (bijvoorbeeld vers hout of natuurtouw).

• Onderzoekbaar = wroetbaar: het materiaal kan verplaatst worden of de varkens kunnen erin wroeten of scharrelen.

• Vervormbaar = manipuleerbaar = afbreekbaar: de varkens kunnen het materiaal vervormen, verplaatsen en/of van structuur veranderen.

• Interessant = vaak vernieuwd: het materiaal wordt regelmatig (minimaal wekelijks) vervangen, ververst en/of aangevuld.

• Bereikbaar: het materiaal hangt hoogstens op snuithoogte.

• Beschikbaar: meerdere varkens kunnen er gelijktijdig gebruik van maken.

• Hygiënisch = schoon: het materiaal is niet overmatig bevuild met mest of andere bevuiling.

Als een verrijkingsmateriaal aan al deze voorwaarden voldoet, is de kans groot dat het op zichzelf volstaat, mits de evaluatiemethode (zie verder in het artikel) gunstig is. Er zijn echter veel verrijkingsmaterialen die hier niet op zichzelf aan voldoen. Dan kan het nodig zijn om deze aan te vullen met andere afleidingsmaterialen. Verschillende combinaties zijn dan mogelijk.

Welk materiaal is al dan niet ok?

In Vlaanderen wordt er een onderscheid gemaakt tussen 3 categorieën: (1) verrijkingsmaterialen die als enige verrijking voldoen aan de huidige eisen, (2) verrijkingsmaterialen die toegelaten zijn, maar moeten aangevuld/gecombineerd worden met verrijkingsmateriaal uit de eerste categorie en (3) materialen die niet mogen worden gebruikt.

Voorbeelden uit de eerste categorie zijn stro, zaagsel, ruwvoeder, jute, natuurtouw, vers ongebruikt en ongedroogd hout en een ketting met vers ongebruikt en ongedroogd hout, ketting met zacht vervormbaar (bijt)rubber, ketting met tuinslang, ketting met zachte darm, uit flexibel rubber of flexibele kunststof bestaande speeltjes.

Momenteel zijn enkele minimale invullingen zoals een ketting en harde kunststof voorwerpen (categorie 2) op zichzelf niet meer voldoende als enige verrijkingsmateriaal, omdat ze weinig of geen verrijking bieden aan de varkens. Deze materialen moeten worden gecombineerd met andere meer geschikte verrijkingsmaterialen uit de eerste categorie.

Het gebruik van categorie 3-materialen is niet toegelaten. Zo is het gebruik van autobanden als verrijkingsmateriaal verboden wegens het risico op verwondingen bij de varkens en het gevaar voor de voedselveiligheid. Synthetisch touw dat wordt doorgeslikt, kan verstoppingen geven in de darmen. Let ook op voor materiaal dat chemisch (bijvoorbeeld met sporen van verf of van inkt) of biologisch ) vervuild kan zijn. Geef bijvoorbeeld nooit gedroogde varkensoren/honden-snacks aan varkens. Oud, gedroogd of eerder gebruikt hout is onveilig omwille van de splinters en kans op aanwezigheid van andere scherpe objecten zoals nagels. Geef ook geen hout of snoeisel van giftige planten (taxus, buxus, rododendron, gouden regen...). Gebruik geen karton waarin nietjes aanwezig kunnen zijn. Zeer droog zaagsel kan stoffig en irriterend zijn voor de luchtwegen. Let op: stro van slechte kwaliteit, onbehandelde turf of compost van champignons kunnen ook ziekteverwekkers bevatten en nefast zijn voor de gezondheid van de varkens.

Evaluatie noodzakelijk

Om de mate van interesse voor of het effect van het verrijkingsmateriaal te evalueren, moet elke varkenshouder minstens driemaandelijks een ingevulde beoordeling (op papier of digitaal) kunnen voorleggen aan de inspectiedienst. Dit moet telkens gebeuren in minstens 5 hokken, waarvan minstens 2 met vleesvarkens en minstens 1 met biggen. Momenteel zijn er 4 methodes beschikbaar. Je kan naar vrijheid methodes combineren en afwisselen. Uitleg over de te gebruiken beoordelingsmethodes en de interpretatie ervan vind je terug op de website www.varkensloket.be/verrijkingsmateriaalonderdeloep. Je vindt hier trouwens ook een verhelderende video. De in te vullen bestanden zijn beschikbaar via https://dierenwelzijn.vlaanderen.be/

beoordeling-van-verrijkingsmateriaal

-varkens.

Als uit de beoordeling blijkt dat het verrijkingsmateriaal, zelfs uit de eerste categorie, onvoldoende wordt gebruikt of bepaalde diergebonden indicatoren (bijvoorbeeld lichaamsbeschadigingen en ademhalingsproblemen) te veel afwijken, moet ander verrijkingsmateriaal, meer verrijkingsmateriaal (bijvoorbeeld grotere hoeveelheid of vaker verstrekt) of een combinatie van meerdere verrijkingsmaterialen worden voorzien.

Hoeveel materiaal is voldoende?

Verrijkingsmateriaal moet goed bereikbaar (bijvoorbeeld niet gemonteerd naast de drinknippel of de voederbak) en in voldoende hoeveelheden beschikbaar zijn voor alle varkens, zodat het zelf geen oorzaak is van agressie. Maar wat is genoeg?

Alle varkens uit een groep moeten toegang hebben tot het materiaal, zodat er geen onderlinge competitie tussen de varkens ontstaat. Varkens spelen, wroeten en onderzoeken namelijk graag op dezelfde piekuren (’s ochtends en in de namiddag), waardoor ze nood hebben aan materiaal dat voor meerdere dieren tegelijkertijd beschikbaar is.

Het is onmogelijk om concrete te voorziene hoeveelheden voorop te stellen van een bepaald verrijkingsmateriaal voor een groep dieren. Dit hangt sterk af van de situatie. Varkens hebben altijd de behoefte om de omgeving te verkennen, te kauwen en te interageren. Bij suboptimale factoren in de omgeving (lees: te hoge hokbezetting en suboptimale luchtkwaliteit, gezondheid en voederstrategie) en stress-situaties (zoals spenen) neemt deze behoefte zelfs nog toe. Hoe meer factoren ongunstig scoren, hoe groter het ongenoegen en dus hoe groter de behoefte aan hokverrijking. Optimaliseer eerst de suboptimale omgevingsfactoren en probeer meer (en nieuwe) hokverrijking te voorzien.

Hoeveel materiaal effectief genoeg is, wordt het best beoordeeld via de mate van het gebruik van het materiaal en het kijken naar de dieren. Evalueer daarom de materialen op een ernstige manier!

Sarah De Smet (Varkensloket)

en Suzy Van Gansbeke

(Departement Landbouw en Visserij)

Actueel

Clarinval wil runderverkoop met Frankrijk vlot trekken

Veeteelt David Clarinval, federaal minister van Landbouw, werkt met zijn Franse collega Marc Fesneau aan het heropenen van de grenzen voor de handel in runderen. Hij hoopt binnenkort een doorbraak te realiseren voor de export naar Frankrijk voor alle Belgische runderen.
Voir plus d'articles
Meest gelezen