Transformatieproject ‘De voedingsketen verduurzaamt’ haalt inspiratie uit de niche

Artisanaal

De voedingsketen staat onder druk: ze moet duurzamer produceren. Als antwoord op de steeds luidere roep naar meer duurzaamheid startten de verschillende schakels in de voedingsketen in 2013 het transformatieproject ‘De voedingsketen verduurzaamt’ op. In dat kader organiseerden de partners van het project vorige week een inspiratie-evenement.

‘De voedingsketen verduurzaamt’

Boerenbond, Algemeen Boerensyndicaat (ABS), Belgian Feed Association (BFA, het vroegere Bemefa), Comeos, Fevia Vlaanderen, Unizo en Rikolto (het vroegere Vredeseilanden) vingen vijf jaar geleden het project ‘De voedingsketen verduurzaamt’ aan om de Vlaamse voedingsketen om te vormen tot een duurzaam systeem.

De verschillende schakels in de voedingsketen doorlopen samen het transformatieproject ‘De voedings- keten verduurzaamt’.
De verschillende schakels in de voedingsketen doorlopen samen het transformatieproject ‘De voedings- keten verduurzaamt’.

Het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen (Vlaio) steunde het initiatief twee jaar lang. Nu verleent het Departement Landbouw en Visserij nog financiële steun. Het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek ILVO kreeg de opdracht een systeemanalyse uit te voeren op de voedingsketen, als een stand van zaken en een nulmeting. Vervolgens distilleerden de onderzoekers daar een actieplan uit. Een communicatiebureau verwerkte die aanbevelingen ten slotte in een communicatiestrategie. In eerste instantie gebeurt de communicatie naar de eigen achterban, op termijn viseren de partners ook de consument.

Inspireren en aanmoedigen

“We hebben een duidelijke roadmap ontwikkeld, dat blijft onze leidraad”, beklemtoont Pieter Verhelst van Boerenbond. “Binnen dat kader willen we inspiratie geven, en verschillende actoren aanmoedigen om samen aan tafel te gaan zitten en te praten over oplossingen voor meer duurzaamheid.” Die oplossingen denken de partners vooral te vinden in de niche.

Het project is dan ook op zoek naar goede voorbeelden. “We hebben een oproep gelanceerd voor praktijkgerichte experimenten met samenwerking over de keten heen. Daaruit kozen we vijf action labs. Na twee jaar hebben deze action labs tot een concreet resultaat geleid, met een duidelijke impact. Dat zijn niet alleen inspirerende projecten, we halen er ook waardevolle lessen uit”, vertelt Verhelst.

‘Action labs’

Aan drie action labs werkten landbouwers mee. Hierover leest u in de kaderstukken. Verder vertelde Caroo Torfs van sociale ondernemerskoepel Komosie over het Schenkingsbeurs-platform dat ze implementeerden in de procedures van een tiental Carrefour hypermarkten. Het personeel scant nu dagelijks de overschotten in, en kopieert die data naar de Schenkingsbeurs-database. Vrijwilligers van voedselbedelingsorganisaties halen vervolgens de dagoverschotten volgens een schema op. Hier zorgde onbegrip vaak voor problemen. “Het duurt even om elkaar te leren kennen en op elkaar afgestemd te raken”, verklaart Torfs.

Maarten Du Bois van Visgro, de vereniging van visgroothandelaren, richt zijn pijlen eveneens op voedselverspilling. Hotelscholen, reders, de Vlaamse visveiling, VLAM, hogeschool Vives en anderen ontwikkelden samen de ‘Pretty Girl’ visburgers, gemaakt van onverkochte vis op de veiling. Zij worstelen vooral met de hoge arbeidskosten.

Concrete resultaten

De vijf action labs ontvingen elk € 17.500 bij de opstart, en nog eens € 7.500 na evaluatie. Vlaams minister Joke Schauvliege maakte er € 100.000 voor vrij, de rest komt van de partners in de keten. Sinds de opstart van het verduurzamingstraject is het de tweede keer dat de partners zulke action labs organiseren.

Dankzij deze initiatieven kan ‘De voedingsketen verduurzaamt’ concrete resultaten voorleggen. Anders valt moeilijk te zeggen of en hoe sterk de keten vooruitgang maakt. Al vormt de systeemanalyse een nulmeting, het is té ingewikkeld en tijdrovend om de impact van het koepelproject te gaan meten. Verder laat de communicatie naar de consument, onder meer via een website die aanspreekt, op zich wachten.

Aan de andere kant is samenwerking over de gehele keten nu eenmaal niet vanzelfsprekend. Zoals Verhelst zei: “We hebben ook minder tastbare, maar eveneens belangrijke resultaten geboekt, zoals vertrouwen in de keten, een gemeenschappelijke taal en samenwerking in denkprocessen.”

DC

Antibioticavrije varkensproductie

Het Algemeen Boerensyndicaat ABS onderzocht of varkensvlees uit geheel antibioticavrije productie een meerwaarde voor varkenshouder en verdeler kan betekenen. Paul Cerpentier van ABS vond een zestal varkenshouders met een gesloten bedrijf die de uitdaging aangingen.

Paul Cerpentier van ABS schat de kostprijsverhoging voor antibioticavrije productie van varkensvlees  op € 0,05 / kg.

Voederbedrijf Nutrika, dat antibioticavervangende producten verkoopt, stelde in samenspraak met de varkenshouder, de bedrijfsdierenarts en de voederleverancier een strategie op. “Eén producent slaagde erin een volledige cyclus door te maken zonder antibiotica,” vertelde Cerpentier, “maar dat lukt niet elke ronde. Een continu aanbod leveren blijft dus een grote uitdaging.” Om gemakkelijk met een antibioticavrije stroom te kunnen werken kijkt hij uit naar elektronische nummers. Cerpentier schat de kostprijsverhoging op € 0,05 / kg.

In dit action lab speelden er problemen bij enkele partners. Zo kwam de deelname van het slachthuis van Tielt in het gedrang door de ophef rond de vrijgegeven beelden. Verder hoopten de betrokken varkenshouders tevergeefs dat partner Carrefour antibioticavrij geproduceerd varkensvlees zou gaan vermarkten. Dit bleek niet het geval.

Sojateelt in Vlaanderen

Toon Kerkhofs van Aveve sprak over het action lab “Introductie en opschaling van de Vlaamse sojateelt met afzet voor humane consumptie op industriële schaal”. Samen met het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek ILVO, voedingsproducent Alpro en geïnteresseerde akkerbouwers willen ze naar 100 ha soja in 2018.

De wettelijke erkenning van 
fungiciden en inoculanten voor de sojateelt zou volgend jaar in 
orde moeten zijn.

Kerkhofs ziet de sojaketen als volgt: “Aveve verkoopt het sojazaad aan de landbouwers. Die zaaien het in in mei, en oogsten in september of oktober. De sojabonen verkopen ze aan Aveve, die ze droogt, reinigt en op haar beurt verkoopt aan Alpro. In Wevelgem maakt Alpro er dan sojaproducten van.”

Als werkpunt wijst Kerkhofs op de lage rendabiliteit voor de landbouwer. Op dit moment lopen de dossiers voor een wettelijke erkenning van fungiciden en inoculanten. “Met dank aan ILVO en Inagro zouden die volgend jaar in orde moeten zijn”, stelde Kerkhofs. Met inoculanten - die doorgaans bestaan uit stikstoffixerende rhizobiumbacteriën - zouden ook hogere eiwitgehalten mogelijk zijn.

Belgische biobakgranen

promo

Kun je bakgranen telen in België? Het klimaat is te nat, en het eiwitgehalte te laag, zeggen sceptici. In het Waalse Havelange lukt het echter wel. Daar vermarkt Agribio lokaal geteeld, biologisch bakgraan. Het merk verenigt actoren uit de hele keten. BioForum wilde iets soortgelijks bekomen, en startte met akkerbouwbedrijf Hof te Muizenhole, Nova molens, biobakkerij De Trog, supermarkt Bio Planet en Inagro een action lab.

Paul Verbeke van BioForum is er rotsvast van overtuigd dat brood van lokaal geteelde granen gewild is: “Molenaars voelen de vraag in de markt.” Hij schakelde Inagro in om het teelttechnische aspect te onderzoeken. Lieven Delanote van Inagro bevestigt dat Belgisch bakgraan kan: “Molens zijn gewend om te werken met graan met een eiwitgehalte van 12 %. In onze testen haalden de meeste rassen 11 %. Daar kun je toch een goed brood van maken.”

In Vlaanderen is historisch gezien steeds ingezet op tarwe met een hoge opbrengst, wat verband houdt met het lagere eiwitpercentage, legt hij verder uit. Daarom is rassenkeuze erg belangrijk wanneer je bakgraan overweegt. Onze koude, natte lentes zorgen er ook voor dat de mineralisatie van stikstof in de bodem traag op gang komt. Met bijbemesting zou het eiwitgehalte mogelijk op te krikken zijn. Doorgaans kiezen telers in een gelijkaardig klimaat voor zomertarwe. “Dan heb je minder problemen met onkruid en valt de stikstofbehoefte van het gewas later in het seizoen”, verklaart Delanote.

Maar zelfs wanneer je de teelt optimaal hebt verzorgd is er nog kans op mislukking: “Biologische baktarwe kent een hoog teeltrisico. Eén keer om de zoveel jaar is het graan niet bakwaardig, en kan je het alleen nog kwijt als veevoeder.” Daar probeert Verbeke oplossingen voor te vinden. “Naast de biologische veevoedersector zijn ook koekjesproducenten geïnteresseerd in bakgranen met een lagere bakkwaliteit.”

Het grootste probleem voor een Belgische bakgranenketen blijft echter de prijs. “Graan is geen hoogsalderend gewas”, stelt Verbeke. “We proberen de gulden middenweg te vinden binnen de keten, maar we zijn er nog niet helemaal. Sommige telers vinden ons voorstel onvoldoende en stappen daarom niet in.” BioForum communiceert alvast sterk over de nieuwe keten. Vorige week nog zette de organisatie bio graanproducten volop in de kijker.

DC

Meest recent

Meest recent