“Een oneerlijke strijd, maar we gaan door”

Pascal De Clerck zag hoe Adriaens het afgelopen jaar stand hield, maar ook hoe er soepeler met de Belbeef-norm werd omgesprongen.
Pascal De Clerck zag hoe Adriaens het afgelopen jaar stand hield, maar ook hoe er soepeler met de Belbeef-norm werd omgesprongen.

Slachthuis Adriaens en Delhaize, wordt het nog ooit een goeddraaiend (verstands)huwelijk? De twee kunnen wellicht moeilijk zonder elkaar, al wringt Delhaize zich in bochten om het tegendeel aan te tonen. Delhaize verbood haar leveranciers om met vlees te werken afkomstig van Adriaens. Een rechter oordeelde afgelopen donderdag echter dat Delhaize dit niet van haar leveranciers kan eisen, toch niet voor vlees dat niet naar Delhaize-filialen gaat. De juridische vraag blijft of Delhaize-België franchisenemers kan verbieden om ‘Adriaens-vlees’ in de winkelrekken te leggen.

Standgehouden

“Mocht Delhaize hieraan vasthouden, gaan we zeker kijken welke juridische stappen we verder kunnen ondernemen. In ons belang en dat van de klanten die met ons werken”, aldus een vastberaden Pascal De Clerck, CEO bij Adriaens. De belangen zijn groot. Vóór de Veviba-affaire slachtte het modernste runderslachthuis van België - “zeg maar Europa” - te Velzeke nog gemiddeld zo’n 1.700 runderen per week. Nu zijn dat er gemiddeld zo’n 1.300. Geen volledig drama, maar toch meer dan ernstig te noemen. “We hebben andere klanten gevonden maar we opereren in een moeilijke markt. We hebben de Belgische retail nodig”, geeft De Clerck grif toe.

Die retail, dat is meer dan Delhaize alleen. Ook bijvoorbeeld Carrefour en Colruyt hebben hun samenwerking met Adriaens tijdelijk opgeschort. Extra audits zijn uitgevoerd en succesvol verlopen om het vertrouwen van de ketens terug te winnen.

Maar de beslissing voor de grootwarenhuizen om terug te komen wordt niet licht genomen, en er blijft koudwatervrees. “We blijven contacten houden. We hopen dat er na het verlof beslissingen genomen worden. Dergelijke beslissingen moeten een heel traject doorlopen. Eens er één de sprong durft wagen, zal de rest wel volgen”, gelooft De Clerck.

Want dat er niets mis is met het vlees uit Velzeke, daar steekt het management de handen voor in het vuur. “Geen enkel voedingsbedrijf is de laatste maanden zo vaak gecontroleerd geweest als wij. We hebben het Voedselagentschap met 40 man over de vloer gehad, talrijke traceringsoefeningen ondergaan, een extra audit voor lastenboek BRC, de grondigste trimesteriële controles... Ik ben ervan overtuigd dat controle-instanties naar hier gekomen zijn met als doel om ons te sluiten, maar ze hebben geen munitie gevonden. We hebben standgehouden”, klinkt het strijdvaardig.

Op de vingers gekeken

Even terug in de tijd. Het gerecht en het FAVV vielen op 28 februari van dit jaar binnen bij Veviba in Bastogne, onderdeel van groep Verbist, waar Adriaens een jaar eerder deel van werd.

De beschuldigingen zijn niet min. Vleesafval van categorie drie, niet geschikt voor menselijke consumptie zou toch als humane voeding verkocht zijn. Ook is er sprake van etikettenfraude met oud, ingevroren vlees. Het FAVV reageert met het intrekken van de vergunning voor Veviba en controleert ook alle andere vestigingen van groep Verbist. De diepvriezers worden er ‘uit voorzorg’ geblokkeerd, ook in Velzeke.

Die voorzorgsperiode blijkt erg lang geduurd te hebben. Slechts een maand geleden is de Adriaens-diepvriezer vrijgegeven. Vanaf 13 maart tot zowat een maand geleden was er bovendien altijd een extra paar ogen van het FAVV aanwezig, en dat bovenop de zes DMO’s (dierenartsen met opdracht) die er al dag in dag uit controles uitvoeren voor het FAVV. “Constant stond er iemand op de vingers te kijken van ons personeel; dat geeft druk. En men heeft bij ons niets gevonden, maar alle controles gebeurden wel op onze kosten.”

Waarde van Belbeef

Naast de blokkage door het FAVV, deed en doet vooral de boycot van de grootwarenhuizen pijn. “Er werd hier ook veel in loondienst voor derden geslacht en versneden. Die mensen moesten hier plots allemaal weg.”

De alternatieven voor de vele gebruikers waren en zijn imperfect. “Hier konden ze slachten, uitbenen en versnijden onder één dak. Nu moeten ze extra kilometers transporteren, soms met nog niet uitgekoeld vlees, wat gegarandeerd kwaliteitsproblemen geeft. Ook is het risico op het verbreken van de koudeketting hoger”, aldus Pascal De Clerck. “Klanten stellen dat ze bij wijze van spreken nu moeten rijden met een geitje, terwijl ze bij ons een ferrari gewoon waren.”

Maar wat De Clerck echt tegen de borst stoot is de nonchalance waarmee met de Belbeef-certificëring werd omgegaan. Die certifiëring garandeert de traceerbaarheid en de voedselkwaliteit van het Belgisch rundvlees. De slachthuizen waarin er nu voor bijvoorbeeld Delhaize runderen geslacht worden, voldoen daar (nog) steeds niet aan. “Ik vind het toch een beetje frustrerend dat dit oogluikend toegelaten wordt. Wij beschikken over een gevalideerd autocontrolesysteem met een apart lastenboek, ondergaan voor Belbeef extra controles, controleren onze transporteurs... Boeren betalen op hun beurt eveneens voor Belbeef-certificatie en dat voor een certificaat dat grootwarenhuizen toch niet zo nodig blijken te hebben. Ook de consument krijgt niet waarvoor hij betaalt. Belbeef draait om een hele ketting die gevalideerd moet zijn, maar Delhaize breekt nu de schakel.”

Dat de slachthuizen in kwestie nu bezig zijn in het traject om Belbeef-gecertificeerd te worden, vindt De Clerck geen argument. “Iemand die bezig is voor zijn auto-rijexamen, moet ook niet beweren dat hij zijn rijbewijs al heeft.”

Snel betalen

Wat De Clerck betreft, is er geen reden voor de grootwarenhuizen om niet naar de Adriaens-stal terug te keren. “Grootwarenhuizen wilden afstand van de groep Verbist; die afstand is er nu. De familie Verbist is volledig uit de raad van bestuur. We hebben overigens altijd zelfstandig gewerkt sinds de overname door de groep.” Het bedrijf is wel nog eigendom van de groep Verbist, en een eventuele overname is vandaag niet meer aan de orde.

Ook de relatie met de boeren is goed gebleven. “Er is zeker wantrouwen geweest, over de vraag of we nog voor de dieren zouden kunnen betalen. Maar dat vertrouwen is hersteld; we hebben er een erezaak van gemaakt om onze leveranciers zo snel mogelijk te betalen.”

IDC

Vleesvee, maar steeds meer melkvee

“Het modernste runderslachthuis van Europa”, stelde Pascal De Clerck, en een korte rondleiding toonde dat ook. Er is warmterecuperatie op de koelinstallatie; al het afvalwater wordt via omgekeerde osmose gezuiverd tot drinkwater. Het waterverbruik wordt in het gehele proces zoveel mogelijk gedrukt. Op het einde van de slachtlijn wordt het volledige karkas nog eens gestoomd om de laatste restjes verontreiniging te verwijderen. Alles is ook aanwezig om op een automatische manier - via foto - aan karkaskwalificatie (Seurop) te doen, al is er nog discussie over wie de homologatie moet betalen. Het is in ons land een uniek systeem, al zijn er wel in het buitenland wel al systemen actief.

Adriaens kan de Seurop-klassering al  volautomatisch (via een foto) doen,  maar de homologatie is nog niet rond.

Internationaal gezelschap

Voor het Veviba-schandaal uitbarstte, werkten er 155 medewerkers in het Adriaens-slachthuis te Velzeke. Daarvan stonden er een 80-tal effectief op de eigen loonlijst. Het gaat om Belgen, opvallend veel Spanjaarden, maar ook Franstaligen en Polen. “Een beetje vanalles.” Daarnaast waren er een deel interim-arbeiders, werkten er mensen in de snijzaal in onderaanneming en waren er ook een deel zelfstandigen actief. Op jaarbasis werden er vorig jaar bijna 83.000 slachtingen uitgevoerd.

Via een steamer worden de laatste verontreinigingen van het karkas verwijderd.

Vlees melkvee gewild

Runderen bereiken het slachthuis via directe contacten (onder andere van de 19 Verbist-boerderijen), handelaars en markten. Via de markten komen vooral reforme melkkoeien binnen. De verhouding vleesvee-melkvee was zo’n vijf jaar geleden nog 50-50; vandaag ligt die verhouding meer op 65 % melkvee tegenover 35 % vleesvee. “De trend naar meer gehakt en gehaktbereidingen neemt nog toe”, ziet Charlotte Opdecam, plant manager en kwaliteitsverantwoordelijke op het bedrijf. Veruit de grootste markt voor het vlees is het binnenland, zo’n 35 %. De rest gaat naar export: Nederland, Frankrijk, Italië en Griekenland.

Vlees uitsnijden vraagt heel wat  niet-automatiseerbare stielkennis.

Uitsnijdrendement calculeren

De aanvoer van melkvee voor de slacht kent op dagbasis een grillig patroon. “Omdat het dieren zijn die van de veemarkten van Ciney, Battice, Rekkem of Brugge komen, weten we soms op 100 koeien na niet hoeveel we er gaan binnenkrijgen die dag. Het is altijd een beetje gokken in de planning”, legt De Clerck uit. De aanvoer van vleesvee is veel stabieler en gebeurt via vaste leveranciers. “Grootwarenhuizen willen Witblauwe stieren van dezelfde leeftijd, waarvan ze perfect het uitsnijdrendement kunnen calculeren. Die dieren hebben we gewoon nodig.”

Niets gaat verloren in een slachthuis; hier pensen voor de Chinese consument of voor Spaanse tapas.

Selecteren na droogte

De laatste dagen merkt Adriaens een opvallende toevoer in de aanvoer van melkvee. Als verklaring zien zij de extreme droogte die veehouders strenger doet selecteren in hun veestapel, bij gebrek aan voldoende voeder. “Dat heeft uiteraard ook zijn gevolgen voor de prijszetting”, aldus De Clerck. Extra winst voor het slachthuis? “Neen, goedkoper inkopen en even duur verkopen, zo werkt het helaas niet. Grootwarenhuizen kennen de prijzen voor runderen net zo goed als wij.”

In het vleesvee is de markt sowieso moeilijk. “De consument wil wel een goed stuk vlees eten, maar hij wil er niet voor betalen.” Ook export is een moeilijk verhaal voor het vleesvee. “Buitenlandse klanten zien het vlees wel graag, maar als ze de prijs horen zijn ze weg.

Meest recent

Meest recent