Startpagina Stikstof

PAS-reeks (10): Hoe zullen de vergunningsaanvragen worden beoordeeld?

In dit tiende artikel in de PAS-reeks overloopt het Agentschap Landbouw en Zeevisserij de verschillende stappen die een vergunningsaanvraag voor de veehouderijbedrijven met een impactscore lager dan 50% doorloopt, om te komen tot een gunstige beoordeling inzake ammoniakemissies.

Leestijd : 4 min

Op 22 februari 2024 werd het stikstofdecreet gepubliceerd. Daarin zijn de reductiedoelstellingen voor de verschillende diercategorieën opgenomen. Daarnaast bevat dit decreet ook verschillende beoordelingskaders voor de vergunningsverlening, onder meer voor stationaire bronnen van stikstof-oxiden, mobiliteitsgerelateerde projecten en voor ammoniak van veehouderijen en mestverwerkingsinstallaties.

Het Agentschap Landbouw en Zeevisserij overloopt hieronder de verschillende stappen bij een vergunningsaanvraag voor veehouderijbedrijven met een impactscore lager dan 50%.

Impactscore ≤ 0,025%?

In een eerste stap moet nagegaan worden wat de impactscore is van de aangevraagde vergunning. Is deze lager dan of gelijk aan de drempelwaarde van 0,025%, dan zal er geen passende beoordeling toegevoegd moeten worden in het aanvraagdossier.

Dit impliceert dat bedrijven met een lagere impactscore dan 0,025% de generieke reductiemaatregelen niet moeten realiseren en dat ze kunnen uitbreiden tot een impactscore van 0,025%. Deze bedrijven kunnen dus een hogere maximale ammoniakemissie dan de PAS-referentie 2030 vergund krijgen.

De impactscore kan berekend worden met behulp van de online tool (https://impactscore.omgeving.vlaanderen.be/). Deze tool wordt jaarlijks aangepast en berekent de impactscore op basis van de laatst beschikbare kaartgegevens en data. Dit betekent dat de impactscore verschillend kan zijn naargelang het moment van berekenen. Het is het moment van de vergunningsaanvraag dat bepalend zal zijn voor de bepaling van de impactscore.

Bij een impactscore > 0,025% is passende beoordeling nodig

Wanneer de impactscore groter is dan de drempelwaarde van 0,025%, dan moet een passende beoordeling toegevoegd worden aan het aanvraagdossier.

Een passende beoordeling is een studie die de impact op de Speciale Beschermingszones (SBZ-gebieden) in kaart brengt en die aangeeft welke acties moeten ondernomen worden, zodat er geen significante impact is op deze omliggende SBZ-gebieden.

In het stikstofdecreet zijn een aantal criteria opgenomen waaraan moet worden voldaan om een gunstige passende beoordeling te verkrijgen. In alle gevallen moet de impactscore van de aanvraag lager dan 50% zijn.

Wanneer kan een passende beoordeling gunstig zijn?

Hieronder en in tabel 1 wordt een overzicht gegeven van de criteria om een gunstige passende beoordeling te bekomen op het vlak van ammoniak.

Tijdelijke vergunningen De bedrijven die geen of beperkte maatregelen nemen, kunnen een tijdelijke vergunning aanvragen tot eind 2025 (voor rundvee als geen maatregelen worden genomen) of tot eind 2030 (voor melkvee - en vleeskalverbedrijven die minstens 5% of 15% reduceren en voor varkens- en pluimveebedrijven die geen maatregelen nemen). Ook deze tijdelijke vergunningsaanvragen moeten bij een impactscore hoger dan 0,025% een passende beoordeling bevatten. Deze kan passend beoordeeld worden, op voorwaarde dat er geen depositiestijging is ten opzichte van de huidige vergunde situatie. Een depositiestijging zou mogelijk kunnen zijn wanneer een stal verplaatst is of verbouwd werd met een ander ventilatiesysteem of met andere uitstootpunten ten opzichte van de huidige vergunde situatie.

Binnen PAS-referentie 2030 Varkens-, pluimvee- en rundveebedrijven kunnen een vergunning van onbepaalde duur aanvragen en een gunstige passende beoordeling bekomen als de generieke reductiedoelstellingen gerealiseerd worden, of met andere woorden als de PAS-referentie 2030 gerealiseerd wordt. Daarnaast zal ook getoetst worden of er geen depositiestijging is ten opzichte van de huidige vergunde toestand. Aangezien er in deze situaties veel gereduceerd moet worden ten opzichte van de huidige vergunde toestand, is de kans op een depositiestijging kleiner.

Voor bedrijven met een vrijstelling op de generieke reductiedoelstellingen wordt de PAS-referentie 2030 gelijk aan de referentietoestand 2021.

Geen PAS-referentie 2030 Voor alle andere diersoorten dan varkens, pluimvee of runderen wordt geen PAS-referentie 2030 of referentiesituatie 2021 berekend. Het emissieplafond dat zal gebruikt worden om de vergunningsaanvraag te toetsen, is gebaseerd op de vergunningsaantallen van de huidige vergunde situatie. Wanneer dus binnen het bestaande vergunde emissieplafond een aanvraag ingediend wordt, zal de passende beoordeling in dit geval gunstig zijn wanneer er geen depositiestijging is ten opzichte van de huidige vergunde situatie.

Alle andere situaties In alle andere gevallen zal moeten aangetoond worden dat de gebiedsspecifieke neerwaartse depositietrend niet gehypothekeerd wordt. Voorbeelden van situaties zijn bijvoorbeeld hogere emissies aanvragen dan de PAS-referentie 2030, uitbreidingen, nieuwe inplantingen, meer geiten, schapen, paarden enzomeer aanvragen dan de huidige vergunde emissies.

Om aan te tonen dat de gebiedsspecifieke neerwaartse depositietrend niet gehypothekeerd wordt, zal een online tool gemaakt worden en ter beschikking worden gesteld.

18-Criteria-web (2)

Tot slot

De beoordeling van ammoniakemissies in een vergunningsaanvraag is één onderdeel of één aspect. Daarnaast zijn ook nog andere elementen, zoals bijvoorbeeld geur, regenwateropvang, stedenbouwkundige voorwaarden, en andere van belang om tot een goedgekeurde vergunning te komen.

Zowel tijdelijke vergunningen, hernieuwingen als vergunningsaanvragen van onbepaalde duur worden getoetst aan deze verschillende beoordelingskaders.

Agentschap Landbouw en Zeevisserij

Lees ook in Stikstof

Advocaat Keuleneer: “Zolang we landbouw zien als noodzakelijk kwaad zal de rechtszekerheid niet verbeteren”

Stikstof Hij heeft meer dan 40 jaar ervaring als jurist op de teller, maar ook de opiniemaker in Fernand Keuleneer houdt graag een betoog, namelijk voor een klimaat waarin landbouw in ere wordt hersteld en waarin langetermijninvesteringen weer mogelijk worden. “Maar landbouw wordt nu gezien als iets schadelijks dat je tot een minimum moet beperken. Zo geraken we natuurlijk niet vooruit.”
Meer artikelen bekijken