Startpagina Actueel

Oneerlijke handel? ‘Landbouwers en supermarkten zijn geen vijanden’

Onlangs presenteerde de Europese Commissie een voorstel dat een einde moet maken aan oneerlijke handelspraktijken in de voedingsketen. Supermarktketen Carrefour zegt juist meer langdurige en diepgaande relaties met landbouwers aan te willen gaan. Groente- en fruitveiling BelOrta gelooft dat samenwerking tussen telers en samen zoeken naar concepten met meer toegevoegde waarde meer zoden aan de dijk zet dan meer regulering.

Leestijd : 7 min

De Europese Commissie wil een serie oneerlijke handelspraktijken verbieden. Daarbij gaat het om later dan 30 dagen na levering betalen, het op het laatste moment afbestellen van bederfelijke goederen, contractwijzigingen die eenzijdig en met terugwerkende kracht worden ingevoerd en het neerleggen van het risico van verloren waar bij de leverancier. Daarnaast wil de Europese Commissie dat voortaan verplicht zeer expliciet in contracten wordt vastgelegd wie bijvoorbeeld het risico van onverkochte waar draagt en hoe de kosten voor opslag, acties en promotie in winkels worden verdeeld.

Beleidsmedewerker Pedro Gouveia van boeren- en coöperatiekoepel Copa-Cogeca noemt de aangekondigde aanpak van oneerlijke handelspraktijken “een stap in de goede richting”. “Dat moet ook: het inkomen van landbouwers ligt in de EU gemiddeld 40% lager dan het gemiddelde van de EU. Het is geen situatie die eeuwig goed zal blijven gaan. Als landbouwers gedwongen worden om te stoppen, verdwijnt voedselzekerheid, een mate van kwaliteit, een gezond platteland etc.”

Maar tegelijk is hij bezorgd over de beperkte diepgang van de plannen. “De Commissie heeft zich beperkt tot middelgrote- en kleine leveranciers. Om succesvol te zijn moeten alle commerciële relaties op faire afspraken gebaseerd zijn”, aldus de Portugees. “Iedereen moet langs de supermarkten, ze zijn de enige weg naar de klant. Hun macht kan niet worden overschat. Zelfs Nestlé kan ze niet aan. Oneerlijk is oneerlijk, verbied het dan ook overal.”

Krachtenbundeling

Relatiebeheerder Luc Peeters van groente- en fruitveiling BelOrta denkt dat oneerlijke handelspraktijken moeilijk met wet- en regelgeving uit te bannen zijn. De machtsverhouding is nu eenmaal erg uit balans en wie op de regels gaat staan, kan een rechtszaak winnen maar zijn afzet verliezen. Ook BelOrta biedt volgens hem geen garantie tegen uitbuitingspraktijken, maar het systeem achter de veiling helpt wel. “Het coöperatieve model maakt wel dat tuinders hun krachten bundelen en dus een sterkere positie krijgen tegenover de grootwarenhuizen. En de klok verzorgt een transparante prijsvorming.”

De coöperatie BelOrta wordt gevormd door 1.275 actieve vooral Belgische tuinders. Lid worden is bij BelOrta uitzonderlijk eenvoudig. In veel coöperaties moeten leden zich inkopen. Toen BelOrta ontstond uit een serie veilingen, werd het vermogen in de dode hand echter terug uitgekeerd aan de leden. Lid worden kost nu eenmaal €125. “Als BelOrta geld nodig heeft, dan gaan we gewoon bij de bank een lening aan”, zegt Peeters laconiek. “Zoals ondernemingen dat doen. We zien telers liever geld uitgeven aan betere, veiligere producten, producten waarmee ze ook minder inwisselbaar zijn.”

De omzet kwam 2017 neer kwam op €439 miljoen. Het lijkt nog altijd weinig ten opzichte van de Europawijd of zelfs mondiaal opererende miljardenbedrijven als Ahold Delhaize, Carrefour, Aldi, Lidl en Colruyt. Volgens Peeters is het vergroten van marktmacht door als landbouwers samen te werken dan ook maar een deel van het antwoord op aanhoudende prijsdruk. Het is tevens zaak om samen met de supermarkten te zoeken naar toegevoegde waarde.

Vraag vergroten

“We moeten vraag creëren. De consument doet haar inkomen toenemen bij supermarkten, in plaats van individuele kleine winkels. Ze heeft minder tijd en koopt graag alles dat hij of zij nodig heeft op één plek. Voor supermarkten geldt net hetzelfde: wij zijn een one-stop-shop voor hen.” Bij BelOrta worden 30 fruitsoorten, 150 groente variëteiten en 17 aromatische kruiden verhandeld.

BelOrta helpt de afnemers ook met logistiek. Colruyt heeft bijvoorbeeld haar distributiecentrum in Halle, aan de andere kant van Brussel. “Ze willen niet elke dag met tientallen vrachtwagens vers over de ring van Brussel. Daar gaat veel verlies in tijd in zitten.” De hoofdsite is in Sint-Katelijne-Waver. Deze vestiging vlakbij Mechelen telt 90 koelhuizen met voor de verschillende grondstoffen klimaatcontrolesystemen. De verdeling gebeurt vanaf 250 laaddokken.

De klok is volgens Peeters het hart van de hele onderneming. In de veilzaal worden gelijktijdig zes klokken getoond. In de zaak, opgebouwd als een tribune, zitten potentiële kopers van individuele groothandels of supermarktketens maar ook agenten die voor meerdere partijen een bepaald volume trachten vastleggen. De zaal is vaak voor een groot deel leeg omdat inkopers anno 2018 ook via het internet aan het proces kunnen deelnemen.

Peeters legt uit dat bij grote tenders, de verschillende veilingen in België soms samenwerken. In strijd met het mededingingsrecht is dat volgens hem niet. “BelOrta is goed voor 60% van de productiewaarde aan groenten en fruit in België. Maar België is goed voor maar 3% van de productiewaarde in Europa (de EU, red).” EU-wijd wordt de markt vooral gemaakt door Spanje en Italië. Het zijn landen die de Belgische leverancier op prijs niet snel zal verslaan, voegt Peeters toe.

“Als we praten over marktmacht van supermarkten is dat ook een vaststelling: voor een product dat iedereen kan maken, is het lastig onderhandelen. Het is uiteindelijk beter om in te zetten op producten die de consument wil en alleen jij kunt maken. Daarvoor kan zowel de teler als de supermarkt een betere prijs krijgen.”

Carrefour zoekt binding met boeren

Carrefour behoort met 45 hypermarkten en 440 supermarkten en 300 gemakswinkels tot de grootste spelers in de Belgische voedingsretail. In totaal werken in België 11.500 personen voor het van origine Franse bedrijf. Dagelijks komen 700.000 klanten bij de Belgische vestigingen van Carrefour over de vloer. Bij dergelijke cijfers horen gestandaardiseerde processen. “Anders lukt het je niet om elke dag op zoveel plaatsen goede, veilige voeding te brengen, zegt Pascal Léglise van Carrefour.

Léglise is bij Carrefour België directeur kwaliteitszaken, duurzaamheid en sociale verantwoordelijkheid. Continue verbetering is zijn motto. Carrefour probeert onder meer bij diverse versproducten het productieproces helemaal te volgen. Van varkensvlees en kip kunnen bij de topkwaliteitslijn van Carrefour, Quality Line, via QR-codes op producten al gegevens over de boer waarvan het vlees komt worden gecontroleerd.

“Voor rundvlees en groenten hebben we de gegevens al, maar moeten we die nog filteren op wat relevant is en wat niet en dan komen ook daar QR-codes voor.” Of veel klanten echt met hun telefoon de codes gaan scannen om te zien waar het product vandaan komt? “Een deel van de mensen zal dat zeker doen, maar ik denk geen meerderheid. Aan zij die hier geen behoefte aan hebben, laten we wel zien dat we transparant zijn en hoe goed we de keten in de vingers hebben.”

In de vingers en niet in de tang, benadrukt Léglise. De standaardisering gaat niet ten koste van de diversiteit in het assortiment of de kwaliteit ervan. Integendeel, legt Léglise uit. De trend is dat Carrefour per land en soms per vestiging kijkt welk aanbod past. Carrefour kijkt daarbij altijd naar smaak, duurzaamheid, voedselveiligheid en authenticiteit. “Als je op al deze aspecten een hoog niveau wil behalen, ontkom je niet aan een langdurige en diepgaande relatie met leveranciers.”

Toekomst in concepten

Zo’n relatie is dan weer opgebouwd uit faire contracten, aldus Léglise. De toekomst is aan concepten, denkt hij, dus aan verdere segmentatie binnen productgroepen. Cijfers over meerbetalingen voor duurzaamheidsconcepten geeft hij uit concurrentie-overwegingen niet. “Tegelijk moet je bedenken: Carrefour in België wil een grote groep mensen aanspreken”, waarschuwt hij enigszins. “Het is gemakkelijker voor ons een goede prijs te betalen voor een product met meerwaarde”, echoot Léglise BelOrta’s Peeters. “Als er sprake is van meerwaarde, betalen we dat – anders doet de concurrent dat wel.”

Misschien zou het mooi zijn als iedereen bijvoorbeeld biologisch eet, gaat hij verder, maar er zijn ook veel mensen die dat niet kunnen betalen. “En ja, op het moment dat biologisch de standaard is, dan zal hier snel geen meerprijs voor betaald worden.” De conclusie: het is een voortdurende zoektocht naar meerwaarde. De supermarkt is daarbij volgens Léglise altijd vragende partij. “Kom naar ons toe met concepten en laat ons als kenners van de klant ook concepten voorleggen.”

In België verkoopt Carrefour ongeveer 10.000 lokaal geproduceerde voedingsmiddelen. Ze zijn afkomstig van 850 kleine en middelgrote producenten. Carrefour koos ervoor zuivelproducten van ‘Wie is de baas?’ te verkopen. Binnen dit van oorsprong Franse concept bepaalt de klant in zekere zin zelf de prijs. “De klant geeft aan wat hij of zij belangrijk vindt. Mag de boer op vakantie? Mag de koe naar buiten?” Zo liep de prijs voor een liter melk op van €0,66 naar €1,05.

Niet bang voor regulering

Léglise zegt dat Carrefour niet bang is voor nieuwe regels die een einde maken aan oneerlijke handelspraktijken. “Het valt me wel op dat soms het beeld ontstaat dat supermarkten iedereen uitknijpen. De marges zijn overal niet breed, dus ik ga niet ontkennen dat er soms frictie is. Maar met boeren doen we op dit moment nog weinig, te weinig, direct zaken. Dus kunnen we oneerlijke praktijken vooral aanpakken door ook met tussenpartijen afspraken te maken, maar dat is lastig.”

Bang voor de boeren is Léglise alvast niet. “We staan als enige supermarkt elk jaar op Libramont, al 15 jaar lang. Ja, dan krijgen we ook wel eens een discussie met landbouwers en dat is goed, want dan horen we hoe zij dingen ervaren en kunnen we onze kant ook laten horen. Landbouwers en supermarkten zijn geen vijanden.”

JCB

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken