MAP7 maakt helft landbouwpercelen kleiner
Als het nieuwe mestactieplan langs alle waterlopen teeltvrije bufferstroken van 6 m breed oplegt, verliest Vlaanderen zo'n 30.000 ha landbouwgrond. 6 op de 10 percelen, vooral gras- en weilanden, worden dan kleiner, blijkt uit dataonderzoek van De Tijd. De VLM nuanceert de cijfers.
De landbouworganisaties en natuurbewegingen buigen zich over een nieuw mestactieplan, het zevende sinds begin jaren 2000. In dat MAP7 komen alle maatregelen die moeten worden genomen om overbemesting tegen te gaan samen. Zo moet de waterkwaliteit in Vlaanderen verbeteren.
Eén van de elementen die op tafel liggen is het uitbreiden van de teeltvrije stroken rond alle waterlopen. Vandaag moeten telers minstens 1 m afstand houden van rivieren, beken en grachten. In zo'n bufferzone mag je als landbouwer de grond niet bewerken. Met die 1 m afstand kan nu reeds 4.700 ha niet meer bewerkt worden.
Bijna 30.000 ha
Hoe breder de bufferstroken, hoe groter de impact. Uit dataonderzoek van De Tijd blijkt dat bij buffers van 6 m breed, de afstand die minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) suggereerde, bijna 30.000 ha landbouwgronden uit productie wordt genomen. Dat is zo'n 25.000 ha meer dan bij de stroken van 1 m en 4,4% van het landbouwareaal. Bij stroken van 3 m verdwijnt 14.000 ha bovenop de 4.700 ha.
Volgens De Tijd worden vooral de West-Vlaamse polders, de streek rond Diksmuide, het Meetjesland en grote delen van het Waasland het zwaarst getroffen. Het areaal aan maïs verkleint met 180.760 ha (-3,7%) en dat van aardappelen krimpt met 53.141 ha (-3,2%). Met stroken van 6 m verdwijnt volgens de berekeningen van De Tijd 234.374 ha aan weides of 6,5% van de totale oppervlakte aan grasland.
De VLM wijst erop dat De Tijd er verkeerdelijk van uit gaat dat bufferstroken ook voorzien moeten worden op weiden en blijvend graslanden.
60% van alle landbouwpercelen geraakt
De brede teeltvrije zones knippen volgens De Tijd in 6 op de 10 landbouwpercelen. Vaak beperkt, maar soms aanzienlijk. Bijna 1 op de 5 percelen wordt minstens 10% kleiner. Iets meer dan 4% verliest een kwart of meer van de oppervlakte. Door de forse versnippering van de landbouwpercelen in Vlaanderen zijn vooral kleine percelen de dupe.
Omdat graslanden het grootste deel van de percelen omvat zal het areaal landbouwgrond dat uit productie gaat volgens de VLM een stuk lager zijn dan De Tijd beweert. Bovendien is het voor de VLM onduidelijk wat de definitie is van ‘waterloop’ zoals De Tijd ze hanteerde.
Dergelijke scenarioberekeningen zijn volgens de VLM heel voorbarig omdat nog afgeweken kan worden van deze uniforme breedte.
