Startpagina Aardappelen

Nieuwere rassen bieden meeropbrengst ten opzichte van referentie Lady Claire

In 2022 werden op 3 locaties in Vlaanderen rassenproeven aangelegd in het kader van het Programma Landbouwcentrum Aardappelen. Op 2 van deze locaties werden 5 chipsrassen beproefd.

Leestijd : 7 min

Elk van de 3 proefvelden werd geplant tussen 20 en 28 april. Door de regionale spreiding van de proefvelden zijn er steeds verschillen in groei-omstandigheden, zelfs binnen het kleine Vlaanderen. Het groeiseizoen 2022 werd gekenmerkt door een vlotte start. Daarna volgde een zeer warme en droge zomer. Pas in september viel er regen van betekenis. Lady Claire haalde gemiddeld 33,7 ton/ha. De chipskwaliteit was overwegend goed tot zeer goed.

Er wordt steeds getracht om uitsluitend gebruik te maken van groot pootgoed van ± 35/50 mm. De plantafstand in de rij werd aangepast per ras: voor chipsrassen is dit 28 à 34 cm.

De bemesting gebeurt steeds op basis van een grondontleding in het voorjaar. Er wordt gestreefd naar een stikstofgift die geadviseerd wordt voor het referentieras. Het pootgoed werd om proeftechnische reden niet ontsmet.

De meeste rassen in de proeven hebben minstens één resistentie tegen het aardappelcysteaaltje Globodera rostochiensis of pallida. Papageno beschikt over een dubbele resistentie tegen beide types Globodera.

Tijdens het groeiseizoen werden de rassen opgevolgd en beoordeeld op diverse gewaskenmerken (opkomst, gewasstand, bloei, afrijping…). Na de oogst werden de opbrengst en sortering, het onderwatergewicht, de drijvers, blauwgevoeligheid, knolkenmerken en de kook-, friet- en chipskwaliteit bepaald.

Alle rassen kenden een voldoende opkomst (> 90%).

Chipsrassen op 2 locaties

In Kruisem, Tongeren en Kortrijk werden 12 frietrassen aangelegd. Fontane en Innovator werden als referenties opgenomen, samen met 10 nieuwe variëteiten. In Kruisem en Kortrijk werden 5 chipsrassen beproefd.

tabel1

De hoogste bruto-opbrengst (alle sorteringen én uitval) was te vinden op het proefveld in Kruisem. Tijdens de droge zomer werd daar eenmalig beregend. Terwijl in Kortrijk en Tongeren respectievelijk 41 en 46 ton/ha bruto werd gehaald met de frietrassen, lag dit resultaat in Kruisem heel wat hoger (56 ton/ha). Dezelfde verhouding zien we bij de chipsrassen. De hoeveelheid uitval bleef beperkt. Gemiddeld over de 3 proefplaatsen heen noteerden we een netto-opbrengst +35mm van 38 ton/ha bij de chipsrassen.

De onderwatergewichten lagen in 2022 heel hoog omwille van de droge bodemomstandigheden in de zomer. De hoogste waarden waren te vinden in Tongeren, maar ook op de andere 2 locaties gingen de onderwatergewichten vlot voorbij 400 g/5kg. Alle rassen bereikten zonder moeite de norm, en drijvers vormden geen problemen. Hierdoor lagen de blauwgevoeligheden in het algemeen vrij hoog, zelfs nog hoger dan bij oogst in 2020, toen de onderwatergewichten eveneens hoog eindigden.

De frietkwaliteit was op alle locaties zeer goed. Een tweetal rassen hadden enkele heterogene frieten. Ook voor de chipskwaliteit haalden bijna alle rassen een goede tot zeer goede kwaliteit. Het is duidelijk dat de meeste rassen in proef specifiek voor de friet- of chipsindustrie geschikt zijn. Slechts enkel rassen haalden een goede kookkwaliteit op de 3 proefvelden. Deze kwaliteitsparameter is voor deze typische friet- en chipsrassen dan ook van ondergeschikt belang. Toch blijft het interessant om deze analyse uit te voeren, om eventuele dubbeldoelrassen aan het licht te brengen.

Aantasting met schurft vormde nergens een probleem, en ook lakschurft (na oogst) was niet in grote getale aanwezig. Holle knollen kwamen nauwelijks voor. Op één locatie waren er meerdere knollen te vinden met interne roestvlekken.

Strenge eisen chipsaardappelen

Net zoals in het vorige droge jaar 2020 zagen we ook dit jaar eerder ronde knollen (= kortere knollengte) en minder stengels per plant. De eisen die gesteld worden aan chipsaardappelen zijn streng. De ronde knollen dienen zo veel mogelijk van de sortering 35/70 mm te zijn. Het onderwatergewicht moet minstens 400 g/5kg bedragen en de bakkleur moet nog beter zijn dan die van frietrassen.

Austin

Voor Austin was 2021 het derde proefjaar. Net zoals Lady Claire, is het een vroegrijp type. Al 3 seizoenen zien we een zeer vlotte opkomst. Door zijn vroegheid begint zijn loof wel sneller af te rijpen. In 2022 werd zijn lage stengelaantal bevestigd en haalde Austin opnieuw een laag knolaantal (11 per struik). Vandaar ook dat zelfs voor de grotere potermaat een nauwe plantafstand van 28 cm in de rij wordt geadviseerd.

Austin haalde in 2022 gemiddeld op de 2 locaties een meeropbrengst in de sortering +35mm netto van +11% ten opzichte van Lady Claire. We zagen wel een wisselend succes tussen de proefvelden. De voorbije jaren scoorde Austin eveneens hoger dan de referentie (+13% in 2020 en +50% in 2021). Ondanks zijn zeer nauwe plantafstand, zat toch 10% in de zeer grove sortering +70mm. Zelfs dan nog haalde Austin nipt een hogere opbrengst in de vermarktbare sortering 35-70mm ten opzichte van Lady Claire.

Austin haalde zonder moeite een (zeer) hoog onderwatergewicht, met een gemiddelde over de 2 locaties van 448 g/5kg. Ook zijn blauwgevoeligheid lag hierdoor al 3 jaar op rij zeer hoog, met een index van maar liefst 308 in 2022. Voor zijn chipskleur en uitzicht van de chips krijgt Austin meestal een matige tot goede score. Net zoals de voorbije jaren doet dit ras het op dit vlak minder goed dan andere rassen in proef. Er is wel wat (gewone) schurft te vinden op de knollen. Ondanks zijn grofte werden geen holle knollen gevonden. Op één locatie werden wel meerdere knollen met interne roest gevonden.

Austin bevestigt na 3 jaar proeven zijn vlotte opkomst, snelle afrijping, lagere stengel- en knolaantal, vaak hoge opbrengst, grove sortering, hoog onderwatergewicht en grote blauwgevoeligheid. Op het vlak van chipskleur, uitzicht en smaak scoort Austin eerder matig tot goed.

Edony

Edony lag voor het eerste jaar aan in proef. Zijn opkomst verliep eerder traag (vooral op één locatie) en aan zijn trage afrijping te oordelen is Edony een laatrijp ras. De planten vormden een mooi aantal stengels en een aanzienlijk aantal knollen per struik (16).

In de sortering +35mm (netto) haalde dit ras op beide proefvelden een hoge opbrengst, met een meeropbrengst van 21% ten opzichte van Lady Claire en daarmee ook de hoogste opbrengst van alle rassen in proef. Ondanks een mooi knolaantal, behoorde toch 11% tot de grofste sortering +70mm. Dit kon niet beletten dat dit ras ook in de sortering 35-70mm een hoge opbrengst haalde. Edony had geen problemen met uitval.

Zijn onderwatergewicht was het hoogste in proef, met een gemiddelde van 459 g/5kg. Toch lag zijn blauwgevoeligheidsindex rond het gemiddelde van de 5 rassen. Op het vlak van de 3 parameters binnen de chipskwaliteit scoorde Edony echter het laagste van alle chipsrassen, met telkens een matige score. Uitwendig werd bij oogst wel wat lakschurft opgemerkt en inwendig zag men op één locatie enkele knollen met interne roest.

Bij Edony zagen we het eerste proefjaar een mooi knolaantal, trage afrijping, hoge opbrengsten en grove sortering. Zijn onderwatergewicht lag heel hoog, met een gemiddelde blauwgevoeligheid. Zijn bakkwaliteit als chips viel echter wat tegen.

Norman

Norman was nieuw in deze rassenproeven. Let wel op met het gebruik van metribuzin, want dit ras is gevoelig voor deze actieve stof.

Norman is eerder een vroegrijp ras. Dit zagen we ook aan zijn zeer vlotte opkomst en aan zijn snelle afrijping. Dit ras vormde zo’n 4,4 stengels en 16 knollen per struik. Dit zijn gemiddelde cijfers in vergelijking met de andere chipsrassen in proef.

In de sortering +35mm (netto) haalde dit ras een mooie meeropbrengst ten opzichte van Lady Claire van 16%, en dit op beide proefplaatsen. Het aantal knollen in de bovenmaat +70mm bleef beperkt, waardoor 96% van de opbrengst tot de vermarkbare sortering 35-70 mm behoorde.

Zijn onderwatergewicht bereikte een hoge waarde van 456 g/5kg, terwijl zijn blauwgevoeligheid op een gemiddelde index bleef. Zowel de kleur van de chips, het uitzicht en de smaak waren op beide locaties goed tot zeer goed. Norman bleef nagenoeg vrij van (lak)schurft. Interne roest kwam nauwelijks voor.

Het eerste proefjaar liet Norman zich zien als een vroegrijp ras met snelle afrijping. Door een mooi knolaantal haalde dit ras een mooie uniforme sortering en ook een mooie totale opbrengst. Zijn onderwatergewicht was hoog, met een gemiddelde blauwgevoeligheid en een (zeer) goede chipskwaliteit.

Papageno

Papageno is eveneens een nieuw chipsras in 2022. Interessant is zijn dubbele resistentie tegen zowel Globodera rostochiensis type1 als Globodera pallida type 2 en 3. Deze variëtieit is duidelijk een laatrijp ras (cfr. Edony), met een tragere opkomst en zeer trage afrijping. Zelfs in de droge, warme omstandigheden hield zijn loof goed stand. Opvallend is zijn lage stengelaantal (2,9 per plant), terwijl dit ras anderzijds wel het hoogste knolaantal vormt, met 18 knollen per struik (cfr. Lady Claire).

Qua opbrengst (+35mm) haalde Papageno een meeropbrengst van 17% ten opzichte van Lady Claire en dit op beide proefplaatsen. Omwille van het hogere knolaantal bleef de sortering +70mm beperkt, waardoor 96% van de opbrengst in de vermarktbare sortering 35-70mm zat.

Zijn onderwatergewicht was de laagste van alle chipsrassen in proef, maar bedroeg toch 420 g/kg. Toch bleek Papageno wel gevoeliger voor stootblauw te zijn dan het gemiddelde van de chipsrassen. Op vlak van chipskleur moest dit nieuwe ras enkel Lady Claire voor laten gaan. Ook het uitzicht en de smaak van de chips waren goed. De knollen vertoonden weinig schurft en roest kwam nauwelijks voor.

Kort samengevat vormt Papageno veel knollen, rijpt het traag af en haalt het een mooie opbrengst in de correcte sortering. Zijn onderwatergewicht is voldoende hoog, maar het ras lijkt wel gevoeliger voor stootblauw. Holle knollen, interne roest en schurft vormen geen probleem in 2022.

tabel2

V. De Blauwer (Inagro),

I. Eeckhout (PCA),

Femke Moors (PIBO)

Lees ook in Aardappelen

Meer artikelen bekijken