Startpagina RULA: 'Landbouw en topsport'

Arnaud De Lie, landbouwerszoon en professioneel wielrenner, wisselt tussen het zadel en de (melk)stal

In het RULA-magazine zochten we sporters met roots in de land- en tuinbouw op. Ook Arnaud De Lie, een jonge Waalse belofte in het Belgische wielrennen, verdeelt zijn tijd tussen zijn fiets en het leven op de boerderij. We maken kennis met Arnaud en zijn vader Philippe, die hem leerde fietsen.

Leestijd : 7 min

De familie De Lie woont op een boerderij in Lescheret, in de Ardense gemeente Vaux-sur-Sûre. Als Arnaud niet op de fiets zit, helpt hij zijn vader op het melkveebedrijf. Er is altijd wel iets te doen. Zijn hobby? Melken en voor de kalveren zorgen. “Ik ben wat rustiger dan de meeste mensen”, zegt hij lachend, terwijl hij naar zijn vader kijkt. “Ik hou van contact met dieren, al van jongs af aan.”

Van jongs af naar de weide en in de melkstal

Zijn vader herinnert zich goed de eerste grote klus van Arnaud. “Van zodra hij 3 of 4 jaar oud was, stuurden we hem eropuit om de koeien uit de weide te halen. Hij moest 400 m lopen om de eerste koeien op te halen en om ze naar de stal te brengen. We stuurden hem ruim van tevoren weg, zodat de koeien om 18 uur op stal zouden staan, en hij telde de madeliefjes...”, lacht Philippe. “Dan zagen we de kudde afkomen... We konden Arnaud niet zien, zo klein was hij!”

Later deed hij dat met de fiets. Hij wachtte tot de koeien naar beneden kwamen, voordat hij op volle snelheid de helling nam. “Dat vond ik heel leuk”, glimlacht Arnaud.

"Zoals elke boerenzoon wilde mijn vader dat ik op de boerderij werkte. Ik begon op 7- of 8-jarige leeftijd met melken, samen met mijn opa. Sinds mijn 16e melk ik alleen. We beginnen vaak samen met melken, en als de eerste dieren gemolken zijn, maak ik het karwei af.”

Arnaud vindt het melken vooral leuk omwille van het contact met de koeien.
Arnaud vindt het melken vooral leuk omwille van het contact met de koeien. - Foto: P-YL

Philippe: “Op de boerderij doen we nooit met z'n tweeën dezelfde taak; we verdelen het werk. Of hij nu in de melkstal is of op zijn fiets, Arnaud werkt alleen en dat bevalt hem prima. Uiteindelijk blijft een fietser veelal thuis, en hij traint thuis en een boer doet ongeveer hetzelfde!”

Fietsen van vader op zoon

Als Arnaud van fietsen zijn beroep heeft gemaakt, dan heeft hij dat aan zijn vader te danken. “Ik heb altijd met plezier naar wielerwedstrijden gekeken, maar het begon allemaal na een skiongeluk in 1997. Ik moest een pin in mijn been laten zetten. Als onderdeel van mijn revalidatie ben ik beginnen fietsen en zo kreeg ik de smaak te pakken. Ik begon een paar kleine wedstrijden in mijn buurt te rijden. Het niveau was niet te vergelijken met dat van Arnaud, maar ik had de smaak wel te pakken. Ondanks mijn klassement was ik niet bang om de volgende keer terug te gaan”, lacht Philippe.

Axel, de oudste van de kinderen, werd in 1999 geboren. Toen hij zijn vader zag rijden, wilde hij al snel in zijn vaders voetsporen treden. Arnaud, geboren in 2002, volgde zijn voorbeeld. “Toen Arnaud 7 of 8 was, gingen we met z'n drieën fietsen. Axel was best goed, maar we zagen toen al dat Arnaud net dat beetje extra had. Tijdens het fietsen was het leeftijdsverschil tussen de 2 broers niet te zien”, legt Philippe uit.

“Ik begon op 7-jarige leeftijd met mountainbiken en ben sindsdien niet meer gestopt. Dat is intussen 14 jaar onafgebroken fietsen”, lacht de sportman.

Uitzonderlijke resultaten

Op school was Arnaud niet erg ijverig. Hij rondde zijn humaniora af op de technische school, en deed een extra jaar Houtbewerking, terwijl hij wachtte om professioneel wielrenner te kunnen worden. Dat werd hij op 20-jarige leeftijd.

“Over het algemeen wordt verwacht dat je, als zoon van een boer, aan het einde van je middelbare studies de boerderij overneemt. In mijn geval was ik al half professioneel wielrenner, terwijl ik mijn studies nog niet had afgerond“, vertelt Arnaud. “Omdat we dachten dat ik snel professioneel wielrenner zou worden, werd het nooit echt overwogen dat ik de boerderij zou overnemen.”

Philippe: “Hij was Belgisch kampioen in de leeftijdscategorieën 12 en 13 jaar. Op zijn 15e was hij Belgisch vicekampioen. Er komt een punt waarop je deze resultaten niet zomaar toevallig kunt behalen. En toch was de training die hij toen kreeg niet optimaal. Toen realiseerden we ons dat hij een uitzonderlijke wielrenner was.”

Arnaud: “Toen ik jong was, reed ik voor Cyclo club Chevigny, een team dat is uitgegroeid tot een van de beste in België. Het wordt uitgenodigd voor wedstrijden, alsof het een groot Vlaams team is. Ze hebben hetzelfde recht om 5 renners in een wedstrijd op te nemen als andere bekende teams. De kans om gespot te worden, was dus groot. Toen ik 17 was, werd ik Belgisch kampioen bij de junioren en ik won dat jaar een tiental wedstrijden. Lotto Soudal Development, de ploeg waar mijn broer voor rijdt, kwam naar me toe. Ik heb in 2021 getekend. Ik won nog een tiental wedstrijden en werd prof in 2022 bij Lotto Dstny.” Pascale, zijn moeder: “We hebben vol bewondering zijn weg naar de top gevolgd!”

Nog vooruitgang boeken

Hoewel het de droom van de jonge wielrenner is om ooit een World Tour-koers te winnen, wil hij op dit moment gewoon vooruitgang boeken. “Elk jaar verbeter ik me op alle gebieden die ik nog moet verbeteren, maar ook op mijn sterke punten. Als dat zo doorgaat, ben ik ervan overtuigd dat ik over 3 tot 5 jaar tot grote dingen in staat zal zijn. Ik heb in ieder geval het gevoel dat ik potentieel heb en ik ben ambitieus. Wielrennen is geen job zoals alle andere, waarin je op elke leeftijd kunt presteren. Hier weet ik dat ik tussen mijn 25ste en 30ste de beste prestaties kan neerzetten. Dan moet je de kansen grijpen die je krijgt en stap voor stap groeien”, vertelt hij.

De boerderij geeft evenwicht

Ondanks zijn snel opkomend succes houdt Arnaud graag één voet op de boerderij. “Ik ben al meerdere maanden weg van huis geweest sinds het begin van het jaar. Terugkomen op de boerderij geeft me een boost.”

“Dat is vakantie voor hem”, lacht Philippe. “Was het maar waar... Melken na 6,5 uur rijden is niet gemakkelijk, maar ik doe altijd mijn best”, verzekert Arnaud.

En aan werk geen gebrek op de boerderij. “We hebben tot 500 koeien gehad”, vertelt Philippe verder. “Tegenwoordig zijn we meer geïnteresseerd in afbouw van de veestapel, omdat de werklast nog steeds te zwaar is. Mijn vrouw en zonen helpen me een handje, maar als ik alleen ben, zit ik tot over mijn oren in het werk. De stapel bestaat uit melkkoeien (een kwart van de kudde) en zoogkoeien. Deze laatste omvatten een kleine kudde Blondes d’Aquitaine, naast kruisingen tussen de rassen Belgisch Witblauw, Charolais en Maine-Anjou.

We hebben voor Blonde d’Aquitaine gekozen, omdat we er ons hart aan hebben verloren. Ze zijn niet alleen mooi, ze kunnen ook alleen kalven en de karkassen worden goed gewaardeerd.”

Arnaud De Lie en zijn vader Philippe zijn helemaal weg van het Blonde D’Aquitaine-ras.
Arnaud De Lie en zijn vader Philippe zijn helemaal weg van het Blonde D’Aquitaine-ras. - Foto: P-YL

Naast gras teelt Philippe ook een beetje maïs en granen. “Ik werk niet graag met een tractor”, zegt hij. “Ik doe het wel, maar het is niet mijn ding. Ik werk liever in de stal. Hetzelfde geldt voor Arnaud. Als er werk op het land is, bel ik Axel.”

“De tractor maakt me slaperig”, legt Arnaud uit. “Ik melk graag de koeien. Alleen al het contact met elke koe... je kent ze en ze hebben allemaal een ander karakter. Sommigen zijn agressief, anderen zijn zachtaardiger. Bij sommigen verwacht je steeds een stamp van een poot...”

Melken en fietsen lijken op elkaar

“Mijn typische dag? Ik sta om 7 uur op en melk tot 9 uur. Dan ga ik trainen en, als de sessie niet te lang duurt, ga ik een uurtje terug om mijn vader te helpen voor de melkbeurt ‘s avonds van 17.30 tot 19.30 uur”, omschrijft Arnaud. “Melken en fietsen lijken op elkaar, omdat je veel tijd alleen doorbrengt. Toch moet ik mij op mijn werk concentreren. Beide disciplines vereisen nauwkeurigheid. Ik doe mijn werk graag goed. Wanneer ik uit de melkstal kom, laat ik graag alles proper achter.

Elke avond, na het eten, plan ik mijn route voor de volgende dag. Of het nu op de boerderij is of op de fiets, je kent je programma. Het zijn gewoontes die je creëert en de machine is goed geolied”, lacht hij. “Het geeft vaart aan mijn dagelijkse routine. In feite heb ik maar heel weinig pauzes in mijn dag”, vertelt Arnaud.

Een toekomst in de landbouw?

Arnaud weet nog niet of hij in de landbouw zal gaan werken als zijn wielercarrière voorbij is: “Dat hangt echt niet van mij af! Het hangt vooral af van hoe de landbouw zich ontwikkelt... Ik ben een beetje ongerust over de toekomst van de sector. Als ik de moeilijkheden van het beroep zie en het feit dat je er nooit je voordeel mee mag doen... Het enige wat men doet is het werk van de boeren ingewikkelder maken. Het gaat niet de goede kant op. Veel mensen zijn het al beu. Ik heb de indruk dat men de boeren eerder afschrikt dan motiveert. Het is ook belangrijk om jonge mensen in de landbouwsector te krijgen.”

Philippe: “Axel wilde met mij samenwerken voordat hij besloot te vertrekken. Ik was daar een beetje teleurgesteld over. Toen heb ik erover nagedacht, maar als ik zie hoe hij een rustiger leven kan hebben... Werken en veel werk hebben is misschien wel belangrijk, maar je moet er ook je brood mee kunnen verdienen. We willen altijd het beste voor onze kinderen, ook als ze de boerderij niet overnemen.”

Arnaud besluit: "Als ik in de landbouw stap, zal dat niet mijn hoofdactiviteit zijn. Ik zie mezelf al met een honderdtal dieren, een melkveestapel en Blonde d’Aquitaine-koeien – of zelfs Charolais-koeien – die zelfstandig kunnen kalven. Ik heb een passie voor de veehouderij... zolang het een aantrekkelijk beroep blijft!”

Pierre-Yves Lorentzen

Lees de verhalen van 5 andere topsporters met landbouwroots in het RULA-magazine via deze link.

Lees ook in RULA: 'Landbouw en topsport'

Marthe Truyen: “Ik wist al heel vroeg dat ik niet melkveehoudster, maar wielrenster wilde worden”

RULA: 'Landbouw en topsport' In de RULA laten we jullie kennismaken met enkele topsporters met roots in de landbouw. Toen Marthe Truyen 5 jaar oud was, besliste ze dat ze de nieuwe Sven Nys of Marianne Vos wilde worden. De liefde voor de wielersport was nieuw in de familie, en omdat haar ouders een melkveebedrijf hebben, duurde het nog jaren voor ze zelf kon starten. Ondertussen won Marthe haar eerste wegrit bij de profs, en werd ze derde in Parijs-Roubaix.
Meer artikelen bekijken