Startpagina Voor ons gezin

Kiezen voor lavendel of salie?

Welke tuinplanten roepen met hun blauwe bloemen meer het vakantiegevoel op dan lavendel en salie? Lavendel, met zijn massa’s bloemen en zijn krachtige, rustgevende geur, laat ons dromen van zuiderse oorden. Tuinsalie, met zijn diepblauwe bloemen en zijn sierlijke vorm, is een ware vlinder- en bijenmagneet, en brengt zo op zijn eigen manier de zomer in de tuin.

Leestijd : 5 min

B eide planten behoren tot de familie van de lipbloemigen ( Lamiaceae ). Deze familie omvat naast de geslachten Lavandula (lavendel) en Salvia (salie) nog een groot aantal andere plantengeslachten, waarvan de kruidachtige planten dikwijls aromatische oliën bevatten. Daarom worden ze vaak aangeplant als keuken- of geneeskrachtige kruiden. Voorbeelden van andere, geliefde planten uit de lipbloemfamilie zijn oa.: Melissa officinalis (citroenkruid), Mentha (munt), Origanum (marjolein), Salvia rosmarinus (rozemarijn), Thymus (tijm), …

Lavendel kan zijn afkomst dus niet loochenen. Vooral de aromatische eigenschappen van deze plant zijn onovertroffen. Ook als keukenkruid – lavendel is een onmisbaar ingrediënt van de Provençaalse kruidenmix – en als geneeskrachtig kruid – rustgevende en ontsmettende werking – is lavendel een zeer gewaardeerde plant.

Salvia nemorosa heeft dan wel licht aromatisch bladeren, maar als keuken- of geneeskrachtig kruid staat zijn neef de Salvia officinalis (echte salie) toch wel een stuk hoger aangeschreven. Salvia nemorosa is een echte tuincultivar, die specifiek geselecteerd werd omwille van zijn bloeirijkheid en omwille van de lange duur van de bloei. Tuinsalie bloeit van juni tot oktober met diepblauwe bloemetjes, die net als bij lavendel samen staan in langgerekte aren bovenaan de bloemstelen.

In de tuin

Dat lavendel niet meteen de moeilijkste plant is, kan men op dit moment waarnemen in vele honderden tuinen. In kleine tuinen als solitair, in grote tuinen als haagjes of in massieven: bijna overal doet hij het goed. Wel heeft de plant een hekel aan zware, natte grond, aan schaduw en aan vochtige, koude lucht. Lavendel geeft de voorkeur aan kalkrijke gronden (jaarlijks meekalken met het gazon volstaat) en aan een plekje in de volle zon.

Tuinsalie is al evenmin veeleisend wat betreft standplaats. In grote lijnen stelt hij dezelfde eisen aan zijn omgeving als lavendel: een zonnig plaatsje in de tuin op een droge, goed doorlatende grond met een neutrale tot hoge pH (kalkrijk) zorgt voor goed bloeiende en gezonde planten.

Snoeien

Alhoewel hij vaak als dusdanig wordt verkocht en in tegenstelling tot wat velen onder ons denken, is lavendel geen vaste plant maar een ‘wintergroen’ doorlevend struikje, met takken die bij het ouder worden verhouten. Dit is meteen ook de reden waarom lavendel jaarlijks gesnoeid dient te worden. De niet gesnoeide takken gaan verhouten en lopen nog zeer moeilijk uit. Voor een rijke bloei en mooi gevulde planten dienen de oude takken jaarlijks te worden weggesnoeid. Daardoor krijgen we telkens nieuwe, frisgroene scheuten en blijven de planten kruidachtig en groeikrachtig.

Een eerste snoei kan gebeuren als de lavendelbloemen uitgebloeid zijn (blauwe kleur verdwenen) door de uitgebloeide bloemaren weg te knippen. Daardoor zien de planten er in de winterperiode verzorgder uit. De eigenlijke snoei gebeurt in het voorjaar (maart-begin april) door de planten terug te snoeien. Dat kan je doen met de haagschaar, tot enkele centimeter boven het verhoute gedeelte van de lavendelstruikjes.

Ondanks een goede snoei zal de lavendel jaar na jaar steeds een stukje meer verhouten. Daardoor wordt de plant na een aantal jaar onderaan onvermijdelijk kaal en zal deze moeten vervangen worden door jonge lavendelstruikjes, die we wel gemakkelijk zelf kunnen stekken (eind augustus is hiervoor ideaal).

Tuinsalie is een doorlevende vaste plant die in het najaar bovengronds afsterft. De verdroogde plantendelen mogen na het afsterven gewoon worden weggeknipt net boven de grond. Snoei is dus niet echt nodig, wel wordt de bloei bevorderd door het wegsnoeien van de uitgebloeide bloemaren.

Goede tuinsoorten en variëteiten

Zowel van lavendel als van tuinsalie zijn tientallen soorten in de handel die in ons klimaat perfect winterhard zijn. Wat lavendel betreft, zijn de beste tuinsoorten variëteiten van Lavandula angustifolia.

L. ang. ‘Munstead’ Dit is de meest gekweekte soort, met blauwpaarse bloemen. Deze variëteit wordt tot 50 cm hoog.

L. ang. ‘Dwarf blue’ Deze variëteit groeit wat compacter (tot 40 cm hoog) en heeft nog donkerder paarse bloemen.

L. ang. ‘Hidcote’ Deze variëteit heeft mooie gezonde planten tot 50 cm hoog met intens violetblauwe bloemen.

L. ang. ‘Alba’ – ‘Edelweiss’ Dit zijn 2 witte variëteiten, waarvan de ‘Edelweiss’ de sterkste tuinplant is.

Van tuinsalie zijn er onder andere de volgende variëteiten.

Salvia nemorosa ‘Ostfriesland’ Dit is de meest gekweekte tuinsalie, met van juni tot augustus diepblauwe bloemen. Deze soort wordt tot 50 cm hoog.

Salvia nemorosa ‘Mainacht’ Dit is de vroegst bloeiende salie die bloeit met lavendelblauwe bloemen van mei tot augustus. Deze plant wordt tot 60 cm hoog.

Salvia nemorosa ‘Blauhägel’ Deze soort heeft mooie diepblauwe bloemen van juni tot augustus en wordt tot 30cm hoog.

Zoals reeds eerder gezegd, kan een tweede bloei later op het jaar gestimuleerd worden door de uitgebloeide bloemaren weg te snoeien.

Conclusie

Lavendel is de beste keuze voor de liefhebbers van zomersblauw die gaan voor de zuiderse sfeer en voor het onovertroffen aroma. Lavendel bloeit zeer rijk, maar minder lang dan salie. De plant is echter meer veeleisend wat betreft standplaats (zonnig) en bodemkwaliteit (lichtere, goed doorlatende bodems). Om de planten mooi en groeikrachtig te houden kan je ze het best tweemaal per jaar snoeien. Lavendel is wintergroen en kan dus gebruikt worden als afboording van borders en paden. Een groot pluspunt in deze tijden is dat lavendel als mediterrane plant zeer goed droogte en hitte verdraagt

Tuinsalie is de beste keuze voor liefhebbers van zomersblauw die gaan voor onderhoudsgemak en levensduur. De bloei is dan misschien wat minder rijk, maar een tussentijdse snoeibeurt zorgt voor een bloei die doorgaat tot diep in de herfst. De plant is bovendien wat verdraagzamer wat betreft bodemkwaliteit (als het maar niet te nat is) en standplaats (liefst volle zon, maar er zijn ook selecties die het prima doen in de halfschaduw). Salie is niet wintergroen, maar dat heeft dan weer als voordeel dat je niet moet snoeien en dat je toch jaar na jaar mooie en groeikrachtige planten hebt.

Geert Brantegem

Lees ook in Voor ons gezin

Meer artikelen bekijken