Kiemremming in aardappelvelden nu aanpakken
Door het late voorjaar en de vertraagde plantactiviteiten zitten er enkele weken vertraging ten opzichte van een ‘normaal’ groeiseizoen van de aardappelen. Hierdoor is het tijd om aan een maleïnehydrazide (MH) inzet te velde te denken.
De fase tussen einde bloei en eerste tekenen van afrijping van het aardappelgewas is ideaal voor een MH-toepassing. Vele laat geplante percelen met bewaarrassen komen in die fase.
Middelen op basis van maleïnehydrazide helpen om een goede kiemrust tijdens de bewaring te bekomen. Daarnaast is er een effect op het voorkomen van doorwas te velde. Behandelt men met dit doel, dan moet van zodra de eerste tekenen van doorwas zichtbaar zijn een behandeling gebeuren. Het neerwaarts transport naar de knollen duurt immers 1 tot 2 weken.
Toepassingsvoorwaarden
Maleïnehydrazide wordt doorgaans nu ingezet om de kieming tijdens de bewaarfase mee onder controle te houden. Bij het Proefcentrum voor de Aardappelteelt (PCA) wijzen ze erop dat een goede MH-behandeling alleen kan bij temperaturen van minder dan 25 °C. Omdat MH de groei van kleine knollen (< 25 mm) remt, moeten de primaire knollen op het moment van de toepassing voldoende grof zijn.
Volgens het PCA heeft de praktijk echter geleerd om een ruimere marge in te bouwen. Hun advies luidt om bij voorkeur te wachten tot 80% (tot 100%) van de primaire knollen groter is dan 35 mm. Dat zijn 8 op de 10 knollen die groot genoeg moeten zijn, met het risico dat de 2 resterende knollen zullen achterblijven in groei.
Opbrengstderving
Het PCA krijgt heel wat vragen over de opbrengstderving als gevolg van de inzet van MH. Daardoor deden ze er de voorbije 2 jaar, die klimatologisch heel verschillend waren, onderzoek naar.
Er werd effectief opbrengstderving gezien, die toegeschreven wordt aan hoge temperaturen (warm weer) en aan het snel afrijpen van het gewas. Dat bevestigt het advies dat aangeeft om te behandelen bij groeizaam weer op een vitaal, fris, groen gewas voor de beste werking.
