Startpagina Groenten

Vergelijking tussen zaai-, winter- en plantuien

De uienteelt groeit aan belang in België. Tijdens de studienamiddag ‘Uien telen in een veranderend klimaat’ van het Agentschap Landbouw en Zeevisserij (ALZ) en Proefcentrum Groenteteelt (PCG) deden verschillende presentaties het verschil tussen zaai-, winter- en plantuien uit de doeken, zodat landbouwers een geïnformeerde keuze kunnen maken, met de steeds extremere weersomstandigheden in het achterhoofd.

Leestijd : 5 min

In 2023 steeg het teeltareaal uien in België volgens cijfers van het ALZ opnieuw, naar 5.050 ha, waarvan 75% in Vlaanderen. De ui is dan ook een groeiende teelt, waarbij door een wereldwijde stijgende consumptie van de groente ook veel kansen te rapen vallen als teler, meent Hannes Oberholzer van zaadhuis Hazera.

Bart Debussche (ALZ) gaf verder mee dat bijna 50% van het uienteeltareaal zich in West-Vlaanderen bevindt. Nog eens een kwart van de uien groeit in Oost-Vlaanderen. In totaal waren er in 2023 440 uientelers in Vlaanderen, die gemiddeld bijna 3 ha uien hadden staan.

Uitzonderlijk 2023

Uienteelt is gevoelig voor de slechte weersomstandigheden door klimaatverandering. Zo konden de meeste uientelers in Vlaanderen in 2023 pas in de eerste week van mei zaaien, terwijl zaaiuien normaal gezien in maart of april gezaaid moeten worden. Dit was door het natte voorjaar vorig jaar niet mogelijk. In de periode net na het zaaien trad er dan weer korstvorming op, omdat het afwisselend nat en droog was. Dit kan de opkomst van de uiplantjes bemoeilijken.

Vanaf 15 juli was er veel regen en waren er ook groeizame temperaturen, waardoor telers moesten oppassen voor valse meeldauw. De omstandigheden tijdens de zomer waren wel goed voor de groei van uien, maar ook voor loofontwikkeling, waardoor er zogenaamde ‘dikhalzen’ ontstonden. Dit zorgde ervoor dat de uien finaal slecht rijpten. Daarnaast waren de droogdagen op het veld in de late zomer beperkt en moesten veel uien nog groen binnengehaald worden.

Dit waren geen ideale omstandigheden voor een lange bewaring van de uien, waardoor veel uien direct op de markt kwamen. Daardoor daalde de prijs naar 30 cent per 100 kg in het najaar. Tegen het einde van het jaar steeg de prijs wel naar 40 cent per 100 kg.

Zaai-, winter- en plantuien worden op verschillende momenten doorheen het jaar gezaaid en geoogst, waardoor de risico’s van extremere weersomstandigheden door klimaatverandering gespreid kunnen worden. Verschillende presentaties tijdens de studienamiddag op 16 januari in Geluwe deden de voor- en nadelen van elke soort uienteelt uit de doeken.

Plantuien

Bij plantuien plant de teler kleine uibollen in plaats van zaad. Dit gebeurt in maart, net voor gewone zaaiuien. Er kan dan al in juli of augustus geoogst worden. Verder voorkom je bij plantuien kiemstress als gevolg van droogte, heb je geen problemen met korstvorming en vermindert de kans op stuifschade. Ook benutten de uien het grondvocht beter. Dit alles zorgt ervoor dat de teler een aantal risico’s door droogte of te veel regen kan vermijden.

Plantuien komen dan wel vroeger op de markt, maar daartegenover staat dat ze van mindere kwaliteit zijn. De vorm is minder rond en ze worden ook sneller zacht, waardoor ze minder goed bewaarbaar zijn. De productie van plantuien is ook 600 tot 800 euro per ha duurder dan die van zaaiuien. Vanaf eind augustus komen de plantuien ook in concurrentie met uien van een betere kwaliteit.

De juiste rassenkeuze is volgens Hannes Oberholzer een belangrijk onderdeel van je succes. Voor plantuien van een ras dat al in de vroege zomermaanden geoogst kan worden, zal je misschien een betere prijs krijgen, maar rassen die iets later oogsten, hebben over het algemeen een beter opbrengstpotentieel. Oberholzer beveelt in ieder geval aan om genoeg aandacht te besteden aan fytosanitaire eisen: “Koop ziektevrij gecertificeerde plantuitjes van een betrouwbare leverancier.”

Winteruien

Winteruien worden in de laatste week van augustus of in de eerste week van september gezaaid en pas aan het begin van de zomer het jaar daarop geoogst. Ze overwinteren dus letterlijk een seizoen lang. Een voordeel hiervan is dat er tijdens die koelere periodes minder ziektedruk door bijvoorbeeld trips of fusarium zou zijn.

Het is belangrijk om precies in die 2 weken de winterui te zaaien, zei Paul Leenheer van zaadhuis Takii tijdens zijn presentatie. Als je te vroeg zaait, is er misschien wel een hogere potentiële opbrengst, maar tegelijk ook een hogere kans dat de uienplanten al in een 5 bladstadium zijn beland. Idealiter hebben die nog maar 3 of 4 pijpjes wanneer de planten de winter ingaan, anders zijn ze te gevoelig voor koud weer. Bij te laat zaaien is er dan weer een hogere kans op uitwintering en op een lagere potentiële opbrengst en is de teelt gevoeliger voor achtergebleven onkruidmiddelen van een vorige beplanting.

Winteruien zijn, eenmaal geoogst, niet geschikt om lang te bewaren, maar eerder bedoeld voor de vers-markt of eventueel voor de verre export. De teelt is al langer populair in Centraal-Europa, waar veel consumenten wonen die het heel jaar lang verse producten willen. Winteruien zijn al in de zomer, voor de gewone zaaiuien, klaar voor de oogst. Dat is een troef die een teler dan ook kan uitspelen en mogelijk de reden waarom de interesse voor winteruien in de Lage Landen groeit, zoals Leenheer aangaf.

Leenheer maakte wel de opmerking dat winteruien een risicoteelt zijn. De uien kunnen tegen veel vorst, maar houden niet van kwakkelwinters in combinatie met verzadigde grond. De uiteenzettende grond breekt de wortel van de plant fysiek. Goede afwatering is dan ook belangrijk voor percelen waarop winteruien staan. Mocht het in maart of april vriezen, dan is er weer risico op schot.

Gewone zaaiuien

De meest voorkomende soort uienteelt blijft de gewone zaaiuien. Zoals eerder gezegd moeten die normaal gezien in maart of april gezaaid worden. De oogst ervan vindt dan plaats in september of oktober. Net zoals de meeste andere telers kon het PCG vorig jaar door de natte weersomstandigheden pas in de eerste week van mei haar proefvelden zaaien. Op die velden had het PCG in 2023 een rassenproef opgesteld. Halverwege september heeft het PCG de uien van de proef geoogst.

Het PCG kon in januari nog geen advies geven voor het beste ras. Uit de geteste uienrassen sprong er geen standaardras uit dat op alle mogelijke factoren goed testte (opkomst, vroeg rijpheid, houdbaarheid, hardheid...). Ellen Dendauw van het PCG raadde de aanwezige landbouwers aan om na te denken over hun doel en markt bij de keuze voor een bepaald uienras. Ook zal volgens haar de gevoeligheid van een uienras voor ziektes en plagen, zoals valse meeldauw, steeds belangrijker worden als factor, omdat bepaalde bestrijdingsmiddelen in de nabije toekomst weg zullen vallen.

Thor Deyaert

Lees ook in Groenten

Ardo versterkt zich met nieuwe aandeelhouder The Nest

Groenten Met de komst van The Nest Family Office als minderheidsaandeelhouder bevestigt de Belgische voedingsproducent Ardo, wereldwijd actief in vriesverse groenten, kruiden en fruit, de ambities voor de toekomst en de focus op duurzaamheid en kwaliteit. Het family office van familie Els Thermote deelt de langetermijnvisie van de familie Haspeslagh op het belang van voeding voor een gezondere wereld. Samen willen ze het groeiverhaal van Ardo verderzetten en haar positie als wereldleider in vriesverse plantaardige producten versterken.
Meer artikelen bekijken