Startpagina Bedrijfsnieuws

CRV introduceert nieuwe fokwaarde voor veerkracht

Fokkerijorganisatie CRV introduceert deze maand de nieuwe fokwaardeschatting veerkracht. Deze fokwaarde geeft aan hoe snel melkkoeien herstellen van een verstoring en geeft ook hun vermogen aan om weinig last te ondervinden van verstoringen. Het verschil in melkverlies tussen dochters van stieren met de hoogste en de laagste fokwaarde voor veerkracht kan oplopen tot meer dan 100 kg melk per lactatie.

Leestijd : 3 min

De nieuwe fokwaarde van CRV voor Nederland en Vlaanderen is gebaseerd op het promotieonderzoek van Marieke Poppe aan de Wageningen Universiteit in 2022. Zij kwam in haar onderzoek tot de conclusie dat verschillen in veerkracht deels erfelijk bepaald zijn en dat fokken op veerkracht zorgt voor koeien die minder heftig reageren op verstoringen en die sneller herstellen. Een verstoring kan een rantsoenverandering, hitte- of andere stress of een ziekte zijn. Ook verbouwingen aan de stal of het introduceren van een nieuwe melkroutine kunnen een verstoring vormen.

Verstoringen

Verstoringen zorgen bijna altijd voor een niet helemaal optimale melkproductie. Melkkoeien met een goeie veerkracht hebben minder vaak een dip in de productie. Als ze zo’n productiedip hebben, herstellen ze daar sneller van. Beide kenmerken zijn verwerkt in een fokwaarde voor stabiliteit en een fokwaarde voor herstel. Samen vormen die de index voor de relatieve fokwaarde veerkracht. 

Stabiliteit en herstel staan genetisch in verband met andere gezondheidskenmerken als vruchtbaarheid, conditie, celgetal, uiergezondheid en stofwisselingsaandoeningen. Ook laatrijpheid is positief gecorreleerd aan stabiliteit en herstel. Veerkrachtige koeien produceren stabieler, zijn gezonder en zullen langer blijven lopen. Daar staat tegenover dat veerkracht licht negatief gecorreleerd is aan melkproductie: hoogproductieve koeien zijn iets vatbaarder voor verstoringen. Veehouders die uitsluitend fokken op productie hebben minder veerkrachtige koeien in de stal.

De gegevens voor de nieuwe fokwaardeschatting komen uit een databank van 7.000 melkveebedrijven, waarbij van individuele koeien sinds 2010 de dagproductie wordt geregistreerd.

Herstel en stabiliteit

Dochters van stieren met een gemiddelde fokwaarde van 100 voor herstel hebben zowat 11 dagen nodig om te herstellen van een productiedip. Een koe uit een stier met een fokwaarde van 108 is in 9,3 dagen al terug op het oude productieniveau, terwijl een koe uit een stier met een fokwaarde van 96 11,7 dagen nodig heeft.

Dochters van een stier met een fokwaarde van 100 hebben bij stabiliteit 3,8 melkproductiedips per lactatie. Bij een fokwaarde van 96 zijn er 4,0 dalingen en bij een fokwaarde van 108 maar 3,2.

Dochters van stieren met een veerkrachtindex van meer dan 100 zijn genetisch veerkrachtiger dan gemiddeld, terwijl dochters van stieren met een fokwaarde van minder dan 100 genetisch minder veerkrachtig zijn. Bij de gecombineerde fokwaarde voor veerkracht hebben koeien uit een stier met 92 punten per lactatie gemiddeld 4,2 productiedips, waarbij het gemiddeld 11,5 dagen duurt voordat de productie weer is hersteld. Dat zorgt gemiddeld voor ruim 150 kg productieverlies per lactatie.

Links een koe met minder veerkracht, rechts een koe met meer veerkracht.
Links een koe met minder veerkracht, rechts een koe met meer veerkracht. - Bron: CRV

Nakomelingen van een stier met 108 punten voor veerkracht hebben gemiddeld slechts 3,2 productiedips en hebben slechts 9,7 dagen nodig om hun productie opnieuw op peil te brengen. Zij geven gemiddeld ruim 100 kg melk per lactatie meer dan bij stieren met 100 punten.

Rasverschillen

Voor de fokwaarde voor veerkracht van CRV zijn er rasverschillen. Holstein komt net iets onder de 100 uit. Alle andere rassen scoren hier beduidend hoger. Jersey scoort het beste inzake veerkracht, met een index van 107,3.

15-rasverschillen-web

Basisaanpassing in april

Behalve de nieuwe fokwaarde voor veerkracht voert CRV een basisaanpassing door in de indexdraai van april. Vroeger gebeurde dat om de 5 jaar, maar voortaan is dat elk jaar. Hiermee wordt de stijgende genetische trend op zaken als melkproductie, vruchtbaarheid en klauwgezondheid bijgewerkt naar de huidige stand van zaken. Zonder deze basisaanpassing zouden op termijn alle stieren op dat soort kenmerken ver boven de 100 punten gaan scoren. Met de basisaanpassing wordt het gemiddelde opnieuw op 100 gezet. Dit zorgt niet voor verschuivingen in de rangorde van stieren.

CRV/FVDL

Lees ook in Bedrijfsnieuws

Meer artikelen bekijken