1.000 melkkoeien? “Elke boer bepaalt zelf zijn business- en verdienmodel”
In een vrije markteconomie bepaalt elke melkveehouder binnen het reglementair kader zelf zijn schaalgrootte. Dat antwoordde Vlaams minister van Landbouw Joke Schauvliege op een vraag van Bart Caron (Groen).
Caron uitte in een parlementaire vraag zijn bezorgdheid over geruchten dat er vergunningsaanvragen in Vlaanderen zouden lopen voor melkveebedrijven met een capaciteit tot 1.000 melkkoeien. De minister verklaarde in haar antwoord geen zicht te hebben op individuele projecten die op stapel staan.
Maar de minister uitte zich niet persé als tegenstander. “In de Westerse vrije markteconomie bepaalt elke ondernemer, waaronder ook de ondernemers in de primaire sector, een bedrijfseigen business- en verdienmodel binnen het reglementair kader dat de wetgever vaststelde.” Ze wees er op dat ook de grotere melkveebedrijven in Vlaanderen vaak een familiaal karakter hebben op het vlak van kapitaal, leiding en arbeid.
Bedrijven kunnen ook gegroeid zijn om een inkomen te verschaffen aan meer dan één generatie of gezin binnen de familie. “Vanuit ruimtelijk perspectief kunnen situaties waarin ouders samen met hun kinderen op één locatie een bedrijf uitbouwen waarmee elk van de meewerkende gezinnen een inkomen kan genereren, meer aangewezen zijn dan twee of drie aparte/nieuwe bedrijven op verschillende locaties”, zo stelde ze.
Wel waarschuwde minister Schauvliege dat de realisatie van melkveebedrijven met meer dan 1.000 productieve koeien in de Vlaamse context niet evident is. “Naast de vereiste omgevingsvergunning moeten melkveebedrijven ook voldoende nutriëntenemissierechten verwerven in het kader van het mestdecreet, over voldoende areaal beschikken om ruwvoeder te produceren voor de dieren, over voldoende arbeidskracht beschikken, etc.”
