Startpagina Melkvee

Gepaste stalinrichting noodzakelijk voor efficiënte bedrijfsvoering

Een moderne melkveestal moet aan heel wat eisen voldoen. Bovendien worden de bedrijven groter en wordt arbeid schaarser. Het is dus zaak om die nieuwe stal zo optimaal mogelijk in te richten, zowel voor het welzijn van de koeien als voor de boer.

Leestijd : 7 min

In 2015 verdween het melkquotum, waardoor uitbreiden zonder beperking in zicht kwam voor een aantal melkveehouders. Die ondervinden in dit post-quotumtijdperk echter heel wat uitdagingen bij hun bedrijfsvoering. Een grotere stal vergt immers een doordachte aanpak.

Uitdagingen

“Die the sky is the limit-situatie was duidelijk niet voor iedereen weggelegd, en gelukkig maar”, stelt Carl De Braeckeleer van DLV studie- en adviesbureau, tijdens een studienamiddag over stallenbouw van het departement Landbouw en Visserij. “Je moet steeds de kostprijs van de productie van een liter melk onder controle houden en dat is een bedrijfseigen gegeven. Ken dus je kritische prijs. Je kostprijs verlagen, kan enkel door efficiënter te produceren, dus met zo weinig mogelijk koeien zoveel mogelijk melken.”

Opschalen van het bedrijf omvat sowieso een aantal beperkende factoren. De Braeckeleer: “Je moet voor de uitbreiding een aantal vragen kunnen beantwoorden. Beschik je bijvoorbeeld over voldoende grond voor ruwvoedervoorziening en mestafzet? Beide factoren hebben een grote invloed op die kritische melkprijs. Berekeningen tonen aan dat de kritische melkprijs al snel met €3 tot €6 per 100 l melk kan toenemen. Maak die berekening dus!”

Nog enkele vragen. Hoeveel kapitaal is nodig en hoeveel leent de bank? Wat zijn je ambities en je managementcapaciteiten? Kan je een uitbreiding zelf aan of zal je bijkomende arbeidskrachten moeten inschakelen? “Jonge boeren rekenen vaak op de hulp van (groot-)vader of de partner. Dikwijls is dit toch een eindig verhaal. Ken dus de kostprijs van externe arbeid. Vandaag is het minimumuurloon (in paritair comité 144) voor een onervaren en niet-geschoolde werkkracht al snel €10/u. Wanneer je in zee gaat met bijkomende partners moet je ook hun ambities kennen.”

Daarnaast zijn er factoren waar je zelf geen vat op hebt. Denken we bijvoorbeeld aan de veranderende wetgeving omtrent de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS), geur, ammoniak, transport… De sector wordt ook nauwlettend in de gaten gehouden door de maatschappij. De burger stelt vandaag pertinente vragen: Moet die stal zo groot worden? Waarom staan de koeien niet in de wei? Bovendien moet je natuurlijk ook stilstaan bij de verkoop van je (extra) melk.”

De Braeckeleer ging tijdens de studiedag dieper in op enkele aandachtspunten bij de bouw en inrichting van een (nieuwe) stal.

Bouw doordacht

Een nieuwe stal plannen en (laten) bouwen is geen dagelijkse gebeurtenis. “Je gaat best niet lichtzinnig om met je bouwtraject. Volg daarbij zeker niet zomaar het plan van de buren”, benadrukt De Braeckeleer. “Het is belangrijk om je eigen bedrijfsstrategie af te stemmen op de eerder aangehaalde aspecten zoals beschikbaarheid van grond, arbeid... Houd hierbij een langetermijnvisie voor ogen.”

Met de groei van een melkveebedrijf gaat natuurlijk meer arbeid gepaard. Met meer koeien in de stapel daalt de tijdsbesteding per koe, terwijl de langleefbaarheid van de dieren toeneemt. Een koe spendeert bovendien het grootste deel van de dag aan rusten, eten en herkauwen. De stal moet dus efficiënt en diervriendelijk ingericht zijn.

Automatisch melken of niet?

Bij de melkveehouder gaat een belangrijk deel van de arbeid naar het melken. De melkstal vormt dus het middelpunt van de stal. Het type melkstal en het al dan niet omschakelen naar automatisch melken zijn bepalend voor de bedrijfsvoering. Bij een melkstal bepaalt de veehouder wat de koe doet, bij robotmelken bepaalt de koe wat de veehouder doet.

“Vandaag twijfelt men niet meer of een robot een koe kan melken. De dieren worden hiermee zelfs driemaal per dag gemolken, je hebt dus meer productie zonder extra arbeid. Je hebt wel per 65 à 70 koeien een robot nodig en dat vergt dus een behoorlijke investering bij een grote stapel. De arbeid verschuift ook naar controlerend werk en dat moet je liggen. Houd er ook rekening mee dat er steeds iemand moet ingrijpen bij een alarm, anders stopt het melken. Dit is misschien minder evident wanneer je ergens op een akker de aardappelen aan het poten bent…”

Naast de aankoopprijs zijn ook de jaarkosten van een robot niet te onderschatten. Daarom is het voor Carl De Braeckeleer belangrijk om goed afspraken te maken met je installateur.

Stal(inrichting) op maat van koe en boer

Bij het ontwerp van je stal houd je best rekening met het principe van de ‘vrije’ koe. Een koe moet ruimte en rust hebben en zelfredzaam zijn. Om een optimaal koecomfort te garanderen, moet je keuzes maken over de vloer- en ligboxuitvoering, de drinkwatervoorziening, het stalklimaat, licht…

“Een koe is een kuddedier. De rangordes worden regelmatig vastgelegd. Voorzie dus ruimte voor natuurlijk vluchtgedrag. Vermijd met andere woorden doodlopende gangen.” Alhoewel je moet rekening houden met het sociale gedrag van de dieren, pleit De Braeckeleer toch ook voor enig realisme. “Een koe moet voldoende beweegruimte hebben, maar voldoende is oké. Er is immers sowieso een kost van €400/m2 staloppervlak aan verbonden en dat moet terugverdiend worden.”

Vandaag bouwt men voornamelijk stallen met vier of zes rijen. “Maar die opstelling moet je weliswaar aanpassen naargelang de situatie. Een drierijige stal kan ook goed werken. Belangrijker zijn voldoende brede doorgangen, een goede plaatsing van de drinkbakken en een ligzone die voldoende ver ligt van de activiteitenzone.”

De Braeckeleer is voorstander van een ruime luchtige stal met een goede natuurlijke ventilatie: “Bij nieuwbouw is 35 à 40 m3/koe meestal geen probleem, maar bij vernieuwbouw kan dit een aandachtspunt zijn. Bij een optimale oriëntatie van de stal waait de zuidwestenwind op de zijgevel, maar dat is niet altijd realiseerbaar. Voorzie ook steeds dakisolatie, niet zozeer tegen de koude, maar tegen de hitte!”

Voor de boxbedekking en -afscheidingen zijn er tal van opties. Je kan bijvoorbeeld de boxen instrooien of matrassen leggen. Strooisel vergt wel meer arbeid en er zijn kosten aan verbonden. Zand blijkt een erg gunstige bedekking inzake hygiëne en comfort voor de koe, maar het is lastig en duur voor de boer. Het mestvolume neemt ook met 20% toe! Koematten en -matrassen vindt De Braeckeleer nog steeds een goede oplossing.

De ligboxafscheidingen moet je vooral afstemmen op (de afmetingen van) je eigen koeien. Ook hier is de keuze dus bedrijfsafhankelijk. Voorzie een boxbreedte van 1,15 à 1,25 m. Tegenwoordig worden veelal zwevende ligboxen gekozen met een grote kopopening. Reken op een investering van €120 tot ruim €200 per box inclusief het bevestigingsmateriaal. Sowieso moet de koe voldoende plaats hebben om vanuit ligpositie vlot recht te komen. Wanneer de dieren kale plekken vertonen, is er duidelijk iets mis. Het argument dat een standaardbox te groot is voor de vaarzen, wuift De Braeckeleer weg want dat kan je tijdelijk oplossen met een verplaatsbare afsluiting.

Ruim voer en water voorzien

“De drinkwatervoorzieningen komen dikwijls pas in de laatste fase van het stalontwerp aan bod”, gaat De Braeckeleer verder. “Nochtans is dit erg belangrijk. Koeien moeten altijd voldoende en schoon drinkwater ter beschikking hebben. Reken op één bak per twintig koeien. Ze nemen immers zo’n 4 l water op per kg melk. De aanvoer moet dus voldoende capaciteit hebben, namelijk 20 l/minuut per drinkplaats. Een schone drinkplaats impliceert dat deze gemakkelijk en goed reinigbaar is. Kantelbare bakken zijn hierbij handig, maar een vlotterbak kan ook. Hang deze liefst vast aan een wand. Houd er ook rekening mee dat koeien tijdens de winter niet graag ijskoud water drinken. Je kan de temperatuur van het drinkwater verhogen door warmte te recupereren van het koelen van de melk.

Koeien moeten altijd voldoende en schoon drinkwater ter beschikking hebben. Reken op één bak per twintig koeien. Ze nemen immers zo’n 4 l water op per kg melk.
Koeien moeten altijd voldoende en schoon drinkwater ter beschikking hebben. Reken op één bak per twintig koeien. Ze nemen immers zo’n 4 l water op per kg melk. - LBL

De Braeckeleer adviseert om maximaal vers voeder te voorzien in een propere voedergoot. “Ook een koe wil uit een proper bord eten! Een gecoate zone van ongeveer anderhalve meter breed vermijdt corrosie van de gangvloer door de zuren in het voer. De vloer blijft daardoor goed reinigbaar en dus hygiënischer.” Automatisch voeren blijkt in opgang. “Zo’n voerrobot valt te overwegen met VLIF-steun. Zeker als arbeid een beperkende factor is. Voorzie wel een laadpunt zonder in te boeten op koeplaatsen.”

Ook het belang van licht wordt volgens De Braeckeleer onderschat. Melkkoeien zijn gebaat met 16-18 uur licht per dag, met overdag een lichtsterkte tot 200 lux. ’s Nachts mag het donker zijn. Bij een goed lichtregime geven de koeien 6 tot 25% meer melk. “Vandaag wordt meer en meer LED-verlichting geplaatst die meer lumen/watt geven en dus voor energiebesparing zorgen.”

Gladde vloeren zijn ongewenst

Nieuwe stallen worden voornamelijk uitgerust met roostervloeren. Een dichte vloer kan echter nodig zijn door PAS-wetgeving of bij gebruik van een mestscheider of de rooster bleef liggen na verbouwingen van vleesveestallen. De Braeckeleer wijst er trouwens op dat een goed uitgevoerde dichte vloer niet goedkoper is dan een roostervloer. “Sowieso moet de beloopbaarheid van de vloer veel aandacht krijgen. Een gladde vloer is niet gewenst. Meer grip zorgt voor meer rendement, want er zullen minder glijpartijen gebeuren. De klauwen blijven gezonder, de koeien hebben een gezonder beenwerk en vertonen een beter tochtigheidsgedrag. De koeien begeven zich ook beter naar de voerhekken, wat zorgt voor een beter voeropname.”

De vloerkeuze is gekoppeld aan de mestopslag. Weet dat een koe met een melkproductie van 9.000 l zo’n 27 à 28 m3 mest per jaar produceert. De kosten naargelang het mestopslagsysteem kunnen ook sterk variëren. Een mestkelder vergt €85 tot €100/m3 bij een volume van 1.500 m3. De vloer proper houden kan je zelf doen, je kan een mestschuif voorzien of een automatische stalverzorger inzetten. “Dit hangt opnieuw af van de beschikbare arbeid. Wanneer je dit werkje automatiseert, voorzie dan ook voor dit toestel een laadpunt buiten de koe-zone.”

De volledige presentatie kan je vinden op de website van het Rundveeloket. In het volgende nummer overlopen we enkele voor- en nadelen van sensoren in een melkveestal en we kijken binnen in de stal van Jan en Kristin Bernaerts in Kalmthout.

AV

Lees ook in Melkvee

Meer artikelen bekijken