Startpagina Bedrijfsnieuws

Proefvelden bij Syngenta: “We moeten duurzame productie stimuleren”

De Interra Farm van Syngenta is al jaren dé plaats om de laatste innovaties in de landbouw te tonen. Ook dit jaar is het een podium voor onder andere de nieuwste driftreductietechnieken en maatregelen rond biodiversiteit. In de proefpercelen toonde Syngenta oplossingen voor onkruidbestrijding in maïs en wintergranen en schoof het solatenol naar voren als fungicide in granen.

Leestijd : 5 min

O p de vele Interra Farms in Europa is Syngenta behoorlijk trots. Ook in België is er één, in Ittre, namelijk de Jolly Farm. “Hier wordt aan landbouw gedaan met respect voor het milieu en de biodiversiteit”, vertelt Edward Vander Linden, New Farming Technology Lead bij Syngenta. Landbouwer Christophe Jolly bewerkt op de Interra Farm zo’n 300 ha, waarvan de helft biologisch, en de helft conventioneel. Op het bedrijf onderzoekt hij in het Future Farming Project –dat 5 jaar duurt – welke 3 productiesystemen rendabel zijn. In elk productiesysteem wordt rekening gehouden met bodembewerking, rassenkeuze, bemesting, gewasbescherming en bodembedekking.

Er worden verschillende maatregelen getest inzake bodem- en waterkwaliteit. Ook de producten moeten duurzaam worden toegepast. Syngenta doet dat met een zero impactambitie: de producten komen niet waar het niet hoort. Vander Linden: “Dat betekent niet in het milieu, maar ook niet in andere gewassen.” Duurzaam boeren betekent dat men op heel veel vlakken zaken moet combineren. “Eigenlijk is de toekomst een integratie van alles”, klinkt het.

Duurzame technieken

Op de Interra Farm werd het Easy Connect-systeem uit de doeken gedaan, en werden de eigen doppen van Syngenta gedemonstreerd. Het Easy Connect-systeem is een gesloten vulsysteem, dat moet vermijden dat er product in het milieu komt en dat de boer er ook niet aan wordt blootgesteld. “Dit werd mogelijk gemaakt door een goede samenwerking in de industrie”, vertelt Vander Linden. Dit koppelingssysteem is al mogelijk met de middelen Moddus, Axial en Re vus. Bij Syngenta zullen de oude verpakkingen stilaan verdwijnen. “We werken aan nieuwe verpakkingen die samen kunnen gaan met dit systeem.”

Verder werkt Syngenta aan een nieuw soort spuitdop. “Een 75% driftreductie is al standaard in Vlaanderen. We willen evolueren naar 90% driftreductie’, vertelt Aron Bom. Toch is het soms nog een uitdaging om kleine onkruiden aan te pakken. Syngenta doet daarom al 3 jaar proeven met een nieuwe dop 3D90 in onder andere aardappelen, uien en boontjes. “Het werkt alvast om phytophthora aan te pakken in aardappelen, volgens de resultaten van het Optispray-project”, klinkt het nog. Het registratieproces van de dop in Belgie is lopende . “Natuurlijk moeten de doppen wel gecombineerd worden met een goede spuittechniek. Zorg er bijvoorbeeld voor dat de boom zo laag mogelijk boven het gewas hangt. Een afstand van 50cm boven het gewas is ideaal.”

Bodemgezondheid en –kennis verhogen

Als je de grond van je percelen wil verbeteren, dan is de Interra scan een tool die volgens Christophe ‘future proof’ is, zeker vanwege de stikstofproblematiek. “Het concept wordt in Amerika gebruikt, en in een project onderzoeken we nu op welke manier we het kunnen gebruiken in Europa. Met het systeem kunnen er 27 datalagen met informatie aangemaakt worden, bijvoorbeeld rond organische stof of waterbeschikbaarheid. Daarmee kan men uiteindelijk taakkaarten aanmaken. “Met behulp van die taakkaarten kan men dan variabel zaaien, bemesten,…”, vertelt Vander Linden. “In de Benelux wordt het systeem bij 50 telers op 750 ha getest. In Engeland wordt de Interra scan al verkocht. Deze werd 2 jaar uitgebreid getest en gevalideerd op verschillende bodems, dus hij is heel betrouwbaar”, klinkt het nog.

Verder wordt op de Interra Farm een bodeminsectsensor in een opstelling uitgetest. Dit gebeurt onder andere in samenwerking met Inagro en UGent. De focus zijn insecten die organisch materiaal naar voedingselementen omzetten. In de opstelling wordt grond opgewarmd door een lamp, waardoor de insecten naar beneden migreren. Deze vallen in een trechter, en worden uiteindelijk opgevangen. De stalen met insecten worden opgestuurd naar een Hongaarse bodembioloog. “Met deze sensor kan bijvoorbeeld onderzocht worden welke impact grondbewerkingen hebben op de bodemsoorten”, legt Vander Linden uit.

 

Biostimulanten

in granen en maïs

Naar de toekomst toe, en met het oog op klimaatverandering, worden op de percelen maïs en biologische wintertarwe ook de biostimulanten Quantis en Vixeran getest. Deze producten moeten het gewas weerbaarder maken in tijden van stress, om zo de rendabiliteit op punt te houden. In de maïspercelen wordt bovendien vergeleken wat het verschil is tussen het geven van de volle dosis stikstof, ten opzichte van 60 eenheden minder.

De resultaten worden bekendgemaakt na de oogst van de tarwe en maïs.

Syngenta’s tarwevelden

Op eigen proefvelden in Henegouwen experimenteert Syngenta zowel voor wintergranen als maïs met meerdere schema’s. In wintertarwe blijft een correcte T1-bespuiting cruciaal voor een goed verloop van de teelt. “Een T1 weglaten is zeker geen goed idee”, vertelt Mario Lagrou, adviseur akkerbouw bij Syngenta. “Met het wegvallen van chloorthalonil en enkele triazolen is het aantal producten in T1 sterk gedaald. We zoeken alternatieven, op basis van Amistar in combinatie met fenpropidin of folpet aangevuld met triazolen .” Ook producten op basis van zwavel en fosfonaten worden beproefd en zijn een mooie aanvulling in T1. Producten op basis van Solatenol zijn onze standaard in T2. Het is een SDHI (succinaat-dehydrogenase inhibitor) die werkzaam is tegen bruine roest maar die ook een goede werking heeft op septoria en bladfusarium.

Een opkomend probleem is resistente windhalm, die resistent tegen producten op basis van sulfonylureumverbindingen. “De zaden van de windhalm worden gemakkelijk verspreid door de wind, maar door de haakjes kunnen deze aan de machines blijven plakken en zo van het ene naar het andere perceel worden getransporteerd”, vertelt Lagrou. De basis voor bestrijding blijft najaars-toepassingen in voor en of naopkomst. Axial is het ideale correctiemiddel in het voorjaar, een contactmiddel met systemische werking dat alle aanwezige planten opruimt, mits een goede spuittechniek. Bij ongelijke opkomst van de windhalm kan je een bodemmiddel toevoegen, dat zorgt voor de nawerking. Kies je bodemmiddel in functie van het gewasstadium.

Onkruiden in maïs

Onkruidbestrijding in maïs is lastig wanneer het lang droog blijft. Syngenta blijft, net zoals andere jaren, vasthouden aan het basisschema met triketone mesotrione, in Callisto/Lumica. Dit wordt aangevuld met een bodemmiddel, grassenmiddel en specifiek middel tegen dicotylen. Afhankelijk van de aanwezige flora moet je de juiste middelen inzetten. “Dit jaar hadden we veel last van kamille, typisch bij een nat voorjaar. “Peak/Casper werkt dan heel goed”, adviseert Lagrou. In schema’s op basis van dicamba zie je heel snel het effect van deze actieve stof.

Marlies Vleugels

Lees ook in Bedrijfsnieuws

Meer artikelen bekijken