Startpagina Bedrijfsnieuws

Al 30 jaar innovatief proefveldonderzoek door Bayer op hetzelfde platform

Het jaarlijkse proefveldbezoek aan het platform van Bayer CropScience ging dit jaar voor de 30ste keer door in Houtain-Le-Val, op gronden van de familie Van De Steene.

Leestijd : 5 min

Op het proefplatform worden nieuwigheden toegelicht en strategieën en oplossingen geschetst die Bayer heeft voor vragen en problemen die in de praktijk worden gehoord. “Opmerkelijk is dat Bayer in Houtain-Le-Val al jaren vertrouwd is met het bewust uitzaaien van onkruiden om de werking van herbiciden na te gaan”, zo legt ons technisch adviseur uit het Support Team Agri van Bayer, Andreas Vandersmissen, uit. Dit jaar had hij de grootste nieuwigheden in aardappelen toe te lichten, namelijk een nieuw insecticide en een biologisch fungicide.

Serenade Aso in aardappelen

Een eerste nieuw middel dat werd toegelicht in aardappelen, is het biologisch fungicide Serenade Aso. In de Belgische aardappelteelt is dit een nieuwigheid. Bij onze Nederlandse buren is het al bekend en toonden proeven in de pootgoedteelt een meeropbrengst van 15 % aan en in de consumptieteelt een netto-opbrengst die 2 ton/ha hoger kan liggen. Daarnaast is het middel ook al bekend in de fruit- en groenteteelt.

Bij dit biofungicide gaat het om een bacterie die van nature in de bodem zit. Bij Serenade Aso gaat het meer bepaald om Bacillus amyloliquefaciens QST713. Deze bacterie zit het liefst rond de (haar)wortels van de plant en rondom organisch materiaal. Een kenmerk van voornoemde bacteriestam is dat ze in symbiose gaat met de aardappelwortels en lipopeptiden produceert, die bescherming bieden tegen tal van ziekten.

Bovenop de productie van actieve ingrediënten met specifieke fungicide- werking, produceert Serenade Aso eveneens exudaten, die instaan voor de betere oplosbaarheid van natuurlijke nutriënten in de bodem, zoals mangaan, kalium, ijzer, calcium,… Een ander effect is het ontstaan van een aardappelschil die minder gevoelig is voor bacteriën (zoals schurft) en bodemschimmels (zoals zilverschurft en rhizoctonia). “Door toepassing van Serenade Aso komen we in een positieve vicieuze cirkel terecht”, bemerkt Andreas Vandersmissen. Hij wijst ook op het ‘carry-overeffect’. “Moederknollen die in de pootgoedteelt gezonder zijn, brengen gezondere dochterknollen en nakomelingen voort.”

Dit middel wordt toegediend via een rijentoepassing in zowel consumptieteelt als pootgoedteelt. In de pootgoedteelt mag het eveneens volgens erkenning vollevelds worden toegepast.

Sivanto Prime

Een tweede nieuw middel bij Bayer is het insecticide Sivanto Prime 200 SL, dat de actieve stof flupyradifurone bevat. Ook dit kan ingezet worden in de pootgoed- en de consumptieteelt van aardappelen tegen alle bladluizen. Geheel nieuw is het niet, daar het al bekend is in andere teelten. De erkende dosis bedraagt 0,375 l/ha bij 1 toepassing per jaar. Geadviseerd wordt om vanaf het sluiten van de aardappelrijen het middel in te zetten. Een tijdige inzet met snelle werking is noodzakelijk, want een jong gewas is heel vatbaar voor bladluizen.

Sivanto Prime wordt geprezen omdat het een breed spectrum aan insecten aanpakt waarbij nuttigen gespaard worden. Tevens is er een goede nawerking. Wegedoornluis, vuilboomluis, coloradokever... worden allen aangepakt. Interessant is de translaminaire en opwaarts systemische werking, waardoor er een optimale herverdeling van het middel in de plant is. Zo zijn er uitstekende resultaten op de zeer virulente perzikluis en de aardappeltopluis (of gele luis genoemd).

Doordachte onkruidbestrijding

Een zwaartepunt op het proefplatform van Bayer is steeds de onkruidbestrijding in diverse gewassen. In de aardappelen wordt bijvoorbeeld naar oplossingen gezocht voor ‘nieuwe’ onkruiden die de toekomst van de teelt kunnen hypothekeren, zoals doornappel.

Ook al was de onkruidbestrijding in aardappelen dit jaar een stevige uitdaging, het advies blijft om dit in de vooropkomst te doen. Dan wordt er een breed spectrum aan onkruiden meegenomen. Een naopkomstbehandeling is minder afdoend en heeft een impact op de opbrengst.

In zijn aanbod heeft Bayer hier het herbicide Gofor, dat 3 jaar terug werd geïntroduceerd én een meerwaarde heeft op doornappel, maar ook het weinig droogtegevoelige Challenge, dat al een goede basis biedt, of nog Sencor SC, dat meer contactwerking biedt. “De onkruidbestrijding in aardappelen is een ‘en-en-enverhaal’. Ieder middel heeft een partner nodig om naar een complete onkruidbestrijding te gaan”, aldus Andreas Vandersmissen.

Bij problematische percelen en/of onkruiden in granen, biedt Bayer oplossingen met de combinatie van Mateno Duo en Liberator voor onkruidbestrijding in zowel de vooropkomst als de vroege naopkomst . Deze combinatie versterkt de efficiëntie tegen grassen zoals duist en raaigras. Een extra voordeel is de langdurige werking tegen late opkomst van klaprozen, kleefkruid, kamille, klein kruiskruid…

Er wordt nog gewezen op een te ondiepe zaai, die gevoeliger is voor bodemherbiciden in het najaar.

Hightechformulering

Op zijn demoplatform beproeft Bayer de inzet van het totaalherbicide Round up. De gebruiksaanwijzingen hiervan zijn gewijzigd en een dosisreductie is een feit. De vraag die zich dan stelt is in welke mate welke dosering en formulering nog afdoende is.

De fabrikant is van mening dat zijn ‘hoogtechnologische’ formulering, die het maximale haalt uit iedere gram actieve stof (glyfosaat), nodig is om de hoogst haalbare efficiëntie te bereiken. Bayer werkt voor zijn formulering van Roundup op basis van ‘zachte’ zouten, waar generische middelen die op de markt zijn, werken op basis van ‘agressieve’ zouten. “Dit is een belangrijk verschilpunt dat tot uiting komt in de werkzaamheid van de middelen”, aldus Vandersmissen.

Movento voor 120 dagen

Voor haar insecticide Movento (spirotetramat) heeft Bayer een toelating volgens een 120 dagenregeling bij 2 toepassingen per jaar. Om het maximale uit de erkenning te halen en om het optimale rendement te bekomen, onderzoekt Bayer de ideale positionering in bieten ter bestrijding van de vergelingsziekte.

Het advies dat Andreas Vandersmissen ons meegaf, was om de eerste behandeling vroeg te doen, in het 2 bladstadium van de bieten bij een dosering van 0,45 l/ha. Dit is lager dan de erkenning, maar is voldoende en biedt ons een nawerking van 10 à 14 dagen. Bij het sluiten van de rijen gebeurt de bespuiting eerder aan de erkende dosering van 0,75 l/ha. Zo is er een langere nawerking van 3 à 4 weken.

Andreas prijst de nawerking en flexibiliteit in dosering van Movento, maar nog meer de op- en neerwaartse systemische werking van het middel, waardoor nieuw gevormd blad beschermd wordt. Als laatste advies werd nog meegegeven om Movento steeds mee in te zetten met een FAR-behandeling (onkruidbestrijding).

Tim Decoster

Lees ook in Bedrijfsnieuws

Meer artikelen bekijken