Startpagina Bedrijfsnieuws

Belang van goede gewasbescherming aangetoond

In Ophain/Eigenbrakel, net onder Waterloo, bezochten we begin juli de proefvelden van FMC.

Leestijd : 3 min

Technisch Manager Belgium bij FMC, Yves Decroos, gaf aan dat het proefplatform is opgezet rond 2 thema’s. Ten eerste is dit rond de vraag ‘waarom doen we aan gewasbescherming?’. Volgens hem wordt het nut hiervan te vaak uit het oog verloren door veel mensen, zeker door het beleid. Het tweede thema dat hij aansneed, was om steeds meer met steeds minder middelen te doen.

Huidige oplossingen tegen resistente windhalm

Het proefveld met wintertarwe in Ophain dat we bezochten was in 2019 een van de eerste van FMC, toen zijzelf rechtstreeks op de Belgische markt kwamen in plaats van een productverdeling via derden. In 2019 wisten ze al dat het perceel te maken had met resistente windhalm.

Een eerste proefopzet betreft een demonstratieve proef om oplossingen voor het heden te tonen hoe resistente windhalm aangepakt kan worden. FMC schuift hiervoor zijn herbiciden Beflex en Nucleus naar voren.

In de demoproef is er gespoten in het 1-2 bladstadium van de tarwe, de vroege naopkomst dus. FMC werkte in het proefopzet rond haar herbicide Beflex, met de actieve stof beflubutamide. Wordt dit solo ingezet, wat geen praktijkadvies is, dan is er gemiddeld over de jaren heen een werking van 60 à 80 % op windhalm.

Om het resultaat te verbeteren moeten we dus op zoek gaan naar partners. Een perfect proper resultaat zagen we dan ook bij de inzet van Beflex 0,3 l/ha met Nucleus 0,3 l/ha (diflufenican + flufenacet). Het herbicide Foxtrot toevoegen aan voornoemde combinatie kan de behandeling verder versterken en/of zorgt voor meer flexibiliteit inzake doseringen, tijdstip, onkruidgrootte voor de aanpak van de onkruidbestrijding. Dit zijn dan ook de 2 praktijk -adviezen die FMC meegeeft.

Flexibiliteit met Beflex

Beflex is erkend in alle wintergranen behalve haver, zowel in voor- als in naopkomst. Dit is een voordeel naast zijn selectiviteit. In onkruidbestrijdingsschema’s gaat Beflex de werking versterken, zonder nadelige invloed op de selectiviteit.

In vooropkomst of vroege naopkomst valt resistente windhalm makkelijk op te lossen met Beflex in het schema. Ook resistentieproblemen met duist, raaigras, klaproos, kamille dienen dan aanpakt te worden. In het voorjaar zijn er weinig tot geen oplossingen meer. Er is een trend de laatste jaren om meer in het najaar te gaan behandelen omwille van de resistentieproblematiek.

Oplossingen voor de toekomst

Oplossingen voor het komende seizoen zijn er dus met Beflex en Nucleus. “Ondanks dat het moeilijker wordt in Europa, is FMC nog altijd bezig met oplossingen voor de toekomst, ook nieuwe actieve stoffen”, legt Yves Decroos uit.

Op dezelfde proeflocatie ligt dan ook een ontwikkelingsproef aan met 2 nieuwe herbicidemiddelen in granen. Binnen enkele jaren verwacht FMC nieuwe oplossingen te kunnen aanbieden die de onkruidbestrijding in granen, aardappelen en koolzaad optimaliseren.

Op het proefveld werden ook dosisverlagingen van Beflex en Nucleus uitgeprobeerd. Duidelijk en logisch is dat bij een dosisverlaging een bijkomende partner in het onkruidbestrijdingsschema moet gezocht worden om een bevredigend resultaat te bekomen. FMC heeft hiervoor een oplossing, die momenteel in beproeving ligt. Ze hopen deze binnen enkele jaren op de markt te krijgen.

Onkruidbestrijding suikerbieten

In de suikerbietenteelt bezochten we een proef waarbij op het nut gewezen werd van een vooropkomstonkruidbestrijding. In de naopkomstschema’s werd dit jaar gezien dat de intervallen allemaal niet correct of optimaal waren. Dit wordt echter toegeschreven aan de seizoensomstandigheden, zoals natte bodemcondities en/of winderig weer, waardoor behandelen op het meest geschikte moment niet altijd mogelijk was.

Uit de proef komt tot uiting dat er nog goede oplossingen zijn, zelfs in moeilijke omstandigheden. Decroos adviseert om de middelen correct toe te passen. “Zelfs de beste middelen kunnen bij een verkeerde toepassing een slecht resultaat geven.”

Uit de proefveldwerking leerden we verder dat de inzet van het herbicide Centium, wat witverkleuring van het bietenblad kan meebrengen, maar meer dan dit is het ook niet. “Er is zeker geen nadelige invloed op de opbrengst.” Een andere conclusie is dat onkruidbestrijdingsstrategieën zonder toevoeging van Safari DuoActive bij de FAR-schema’s voor minder werking tegen melganzevoet, uitstaande melde en bingelkruid zorgen.

Onkruidbestrijding maïs

Naast knolcyperus zorgen onkruidgiersten zoals bloedgierst, gladvingergras en Panicum-soorten voor grote problemen in maïs, vandaar de proef op een bloedgierstperceel in Ternat.

Zoals de vorige jaren blijkt het schema met een vooropkomst, gevolgd door een naopkomst met Successor + een combinatie van contactherbiciden zoals Border gunstig voor een goede werking. Eén behandeling in voor- of naopkomst scoort ruim onvoldoende.

Tim Decoster

Lees ook in Bedrijfsnieuws

Meer artikelen bekijken