Startpagina kleinvee

Parttime groepshuisvesting bij voedsters kan, onder voorwaarden

Vrouwelijke konijnen – voedsters – moeten op termijn in Vlaanderen, net als vleeskonijnen, in groepen gehuisvest worden, zodat ze natuurlijk en sociaal gedrag kunnen vertonen. Omdat agressie tegen elkaar en elkaars jongen deel is van dat sociaal gedrag in de periode rond de worp, kan dat slechts deeltijds en onder voorwaarden.

Leestijd : 4 min

Op 22 dagen na de worp 3 voedsters met hun jongen samen plaatsen, levert het minste huidletsels en agressie op. Dat blijkt uit doctoraatsonderzoek van Liesbeth Van Damme (ILVO/UGent), in opdracht van de Afdeling Dierenwelzijn. Afleidingsmateriaal in de stal kan het agressieve gedrag nog verder verminderen.

Agressie blijft bestaan

Er zijn ook tekenen dat dominant en onderdanig gedrag bij een deel van de voedsters stabiele karaktertrekken zijn, wat genetische selectie naar minder agressie mogelijk zou maken. Meer onderzoek moet daarover duidelijkheid scheppen. “Het is belangrijk te benadrukken dat er met het volgen van deze aanbevelingen nog steeds agressie zal zijn in de groepen, het werk is niet af”, zegt Liesbeth Van Damme bij het verdedigen van haar doctoraat.

Parttime groepshuisvesting vanaf 2025

Landbouwhuisdieren worden steeds vaker in groep gehuisvest zodat ze natuurlijk gedrag en sociale interacties met soortgenoten kunnen ervaren. Voor Belgische vleeskonijnen is dat reeds het geval: zij worden verplicht in verrijkte groepshokken (of parken) gehuisvest. Maar vrouwelijke konijnen, de voedsters, zijn vaak agressief in de periode rond het werpen, waardoor continu huisvesten in groep voor hen en hun jongen geen veilige keuze is.

Parttime groepshuisvesting kan een alternatief zijn, mits het op de juiste manier gebeurt. Omdat de beste aanpak nog te weinig gekend is, kreeg de sector van de Belgische wetgever uitstel voor voedsters. In tussentijd kreeg ILVO van de Afdeling Dierenwelzijn (Departement Omgeving) de opdracht om het parttime huisvesten bij voedsters grondig te onderzoeken in het 3-jarige project Konsemi. Liesbeth Van Damme voerde dat onderzoek uit, in samenwerking met de Vlaamse konijnensector. Er kwamen concrete aanbevelingen uit, maar ook een waarschuwing. De konijnenhouderij is met een 20-tal bedrijven een kleine sector in Vlaanderen.

22 dagen na de worp

Uit een proef bleek dat 22 dagen na de worp het meest optimale tijdstip is om enkele voedsters met hun jongen samen te plaatsen. De jongen vertoonden minder huidletsels als gevolg van agressie dan bij latere groepshuisvesting (25 of 28 dagen na de worp) en de voedsters vertoonden meer gunstig sociaal contact, zoals samen liggen en wassen.

Kleinere groepen en/of meer ruimte

Uit een andere proef bleek dat voedsters in een groep met 3 minder huidletsels hadden dan in een groep met 4. Of dit effect veroorzaakt werd door de kleinere groep of door de lagere bezettingsdichtheid in de groep van 3, is niet duidelijk en moet verder onderzocht worden. In elk geval was er geen effect op de reproductieparameters. Een waarschuwing is wel op zijn plaats. Zelfs in de groepen van 3 hadden zowel de voedsters als de jongen frequent huidletsels als gevolg van agressie.

Hokverrijking aanbieden kan helpen

Uit onderzoek weten we dat afleidingsmateriaal of hokverrijking in de stal agressief gedrag bij landbouwhuisdieren kan verminderen. Dat bleek opnieuw in dit onderzoek, waar houten tussenschotten geplaatst werden voor extra vluchtmogelijkheden en luzerne op de vloer aangeboden werd als afleiding. Met succes, want in de proef met Luzerne werd het laagste aantal verwonde voedsters geteld en in de proef met luzerne én houten tussenschotten het laagste aantal dode jongen. Deze hokverrijking had geen invloed op de reproductieparameters.

Helft konijnen vertoont consistent gedrag

Liesbeth Van Damme onderzocht tot slot of de konijnen consistent sociaal gedrag vertonen en er dus sprake is van stabiele karaktertrekken, wat perspectieven opent voor genetische selectie. Dezelfde voedsters werden daarom gedurende 3 cycli opgevolgd. Daarvan vertoonde de helft variabel gedrag, maar de andere helft vertoonde ‘consistent offensief’ of ‘consistent onderdanig’ gedrag. In alle groepen bleek bovendien ten minste één offensieve voedster aanwezig. Toekomstig onderzoek moet uitwijzen of het vervangen van de offensieve door een niet-offensieve voedster in de groep effectief leidt tot minder agressie, dan wel dat een ander konijn de rol van offensieve voedster overneemt.

Waarschuwing

In alle proeven vond Liesbeth Van Damme veel verwonde jongen en voedsters, ook in de proeven waar ze minder agressief gedrag vaststelde. Wanneer voedsters samen geplaatst worden, is het onvermijdelijk dat ze een sociale hiërarchie instellen. Ze vertonen dan ofwel offensief ofwel onderdanig, ontwijkend gedrag. Toch is het essentieel voor het welzijn van de konijnen om langdurige onrust en ernstige huidbeschadigingen te vermijden.

Liesbeth Van Damme: “Eenvoudige oplossingen zijn nog niet voorhanden. Het mengen van verschillende leeftijden of het vormen van stabiele groepen met telkens dezelfde voedsters, zijn pistes die nog onderzocht moeten worden. Ook genetische selectie naar meer sociale voedsters vraagt om verder onderzoek.”

Doctoraat met een gouden randje

Het doctoraatswerk van Liesbeth Van Damme wordt op vraag van de promotoren en met steun van de jury voorgedragen als kandidaat ‘beste niet-klinisch doctoraat’ van de faculteit Diergeneeskunde van de UGent. Dit omwille van de uitgebreidheid van het werk, het aantal publicaties dat dit doctoraat al heeft opgeleverd of die nog onder review zijn, de grondigheid van de proefopzetten en de steile leercurve van de doctorandus.

Lees ook in kleinvee

Meer artikelen bekijken