Startpagina Economie

Boerenbond: “Eindelijk zuurstof voor land- en tuinbouwers na 2 jaar van dramatische prijsstijgingen”

Uit een evaluatie van het productiejaar en de raming van de jaarresultaten, die Boerenbond ieder jaar maakt na de zomervakantie, blijkt dat ‘de Vlaamse boerderij’ in 2023 haar omzet verder kon vergroten naar 7,7 miljard, terwijl de werkingskosten daalden. Daardoor verbeterde de toegevoegde waarde, die in 2022 op een absoluut dieptepunt was beland.

Leestijd : 5 min

Lode Ceyssens, voorzitter van Boerenbond: “Maar geen euforie, de grote volatiliteit in veel (deel)sectoren maakt dat het dansen op een slappe koord blijft.”

“Eindelijk een daling van de kosten, gekoppeld aan een hogere omzet. Er is een herstel in sectoren waar diepe putten geslagen zijn. De voorbije jaren gingen de kosten omhoog door stijgingen van de energieprijzen en meststoffen. De stijging van de kosten was hoger dan de stijging van de omzet. Nu gaan de kosten omlaag en de omzet omhoog. Dat geeft eindelijk zuurstof aan een sector die het zeer moeilijk heeft”, zegt Lode Ceyssens.

Een normaal boerenjaar

Afgaand op de resultaten van de eerste 9 maanden raamt Boerenbond immers dat we in 2023 eindelijk nog eens een normaal boerenjaar mogen beleven. En dat was broodnodig. De dramatische cijfers van 2022 waren een absoluut dieptepunt. De kostenexplosie van de voorbije 2 jaar bedroeg alles samen meer dan 40 %. Met een – nog bescheiden – kostendaling van 6,7 % lijkt de kentering ingezet. Daarin telt vooral de daling van de energieprijzen (-43,2 %), die zich onrechtstreeks ook liet voelen in de meststoffenprijzen.

Voor de veehouderij was de met 6 % gedaalde veevoederkost belangrijk, doordat de graanprijzen terugvielen met 25 tot 30 %. Daarmee lijkt de bittere kostenpil ten gevolge van de oorlog in Oekraïne grotendeels doorgeslikt. Maar vergis je niet. We blijven hangen op een structureel hoger kostenniveau en de nervositeit blijft in de markt hangen, met de nodige volatiliteit van dien.

Groeizaam 2023 na uitzonderlijk droog 2022

Door de vrij normale weersomstandigheden konden de meeste teeltopbrengsten zich herstellen. Voor de granen vielen de opbrengsten mee, ondanks de regenval. Er werd wel ingeboet op het vlak van kwaliteit. Voor vlas daarentegen vielen de opbrengsten sterk tegen wegens het late voorjaar en de natte weersomstandigheden. Aanvankelijk zag het ernaar uit dat de aardappeloogst het door het late en natte voorjaarsseizoen ging laten afweten.

Maar de omslag naar beter en zonniger weer zorgde voor een sterke groei van het gewas, met opbrengsten die zich herstelden op het niveau van 2021. Ook de meeste diepvriesgroenten en een aantal verse groenten realiseerden opnieuw behoorlijke opbrengsten na de droogte en de hitte van 2022. Voor de sierteeltsector werden vooral in de boomkwekerijsector grotere opbrengsten gerealiseerd.

Prijsschommelingen

Door de oorlog in Oekraïne stegen de graanprijzen in 2022 gevoelig, maar intussen zijn de prijzen gedaald tot op het niveau van voor de Russische invasie. Door aanzienlijke opbrengststijgingen tegenover 2022 daalden de aardappelprijzen op de vrije markt fors. Voor vlas kwam er in 2022 en 2023 beterschap op het vlak van prijsvorming door het hernemen van de export naar China na corona. In tegenstelling tot de prijsontwikkelingen voor openluchtgroenten daalden de prijzen van glasgroenten zoals komkommers en trostomaten. Witloof kende een betere prijsvorming en de prijzen van prei verdrievoudigden zelfs na het slechte jaar 2022.

In de veehouderij waren er voor alle sectoren prijsverbeteringen, met uitzondering van de zuivelsector. Uitschieters waren de eier- en de varkenssector, waar de prijzen stegen met respectievelijk 45 % en 30 %. De verklaring ligt bij een daling van het aanbod binnen Europa.

2023 laat kostenstijgingen achter zich

Na een forse stijging van de werkingskosten in 2022 (+24 %), daalden de kosten in 2023 met 6,7 %. Daardoor herpakte de toegevoegde waarde van de Vlaamse land- en tuinbouw zich. De globale kostendaling moet echter uitsluitend toegewezen worden aan prijsdalingen voor energie, meststoffen en veevoeders. Alle andere kosten stegen verder door, zoals de loonkosten en allerlei diensten waarop de sector een beroep doet. De voornaamste kostenstijging deed zich voor bij gewasbeschermingsmiddelen, wegens de hoge ziektedruk in 2023. Die werd veroorzaakt door de afwisseling van natte en warme weersomstandigheden, waardoor schimmelziekten meer ontwikkelingskansen kregen.

De voornaamste dalingen deden zich voor bij de energiekosten (-43 %), de meststoffenkosten (-21 %) en de veevoederkosten (-6 %). Weliswaar stegen – wegens de sterke stijging van de loonkosten (+10 %) – ook de kosten voor gewasbeschermingsmiddelen en allerlei materiaal en diensten. De gedaalde veevoederkosten, een gevolg van de gedaalde graanprijzen, zorgden voor extra adem in de veehouderij. Dit werd versterkt door de aantrekkende prijzen in de dierlijke sectoren, met uitzondering van de melkveehouderij.

Het komt erop neer dat de daling van de werkingskosten – op enkele uitzonderingen na – mee aan de basis ligt van een verbetering van de marges. Globaal ging in 2023 zowat 80 % van de gerealiseerde omzet op in werkingskosten. Met 1,5 miljard euro bruto toegevoegde waarde trad in 2023 een gevoelig herstel op. Het is echter wel de vraag of dit al dan niet gaat om een structureel dan wel om een tijdelijk effect.

Gestegen omzet

Boerenbond raamt de omzet van de Vlaamse land- en tuinbouw in 2023 op 7,7 miljard euro. Dat is 24,7 % boven het gemiddelde van de voorbije 5 jaar (2018-2022) en 5 % hoger dan in 2022. Dit cijfer is het resultaat van een omzetstijging met 3,6 % in de plantaardige sectoren en met 5,6% in de dierlijke sectoren. Onderliggend verbergen de globale omzetcijfers wel sterke verschillen tussen de deelsectoren. Ook tussen de individuele bedrijven zijn de verschillen bijzonder groot.

Plantaardige sector

De stijging van de globale omzet in de plantaardige sector is de resultante van zowel opbrengst- als prijsstijgingen, die elk 50 % van de stijging verklaren. Ze wordt gedreven door een omzetstijging in de groentesector (+15 %) en in de sierteeltsector (+3,6 %). In de diepvriesgroentesector kwam er herstel van de opbrengsten na het zeer droge jaar 2022 en tegelijk stegen ook de contractprijzen behoorlijk.

De verse openluchtgroenten die via de veilingen werden verhandeld lieten globaal dan weer een flink prijsherstel optekenen door een verdrievoudiging van de prijzen van prei, de voornaamste openluchtgroente voor de versmarkt. Voor witloof kwam er in 2023 een prijsherstel met 26 %, terwijl de prijzen in 2022 terugliepen met 32 %.

Bij de glasgroenten waren er prijsdalingen voor paprika, komkommers en (tros)tomaten. In de akkerbouw- en fruitsector daalde de omzet met 3 %. De granen ondergingen sterke prijsdalingen, terwijl vlas geconfronteerd werd met zeer slechte oogstresultaten. De oorlog in Oekraïne leidde in 2022 tot een sterke prijsstijging voor granen, maar intussen zijn de prijzen gedaald tot het niveau van voor de invasie van Rusland in Oekraïne.

Ondanks de omzetstijgingen voor aardappelen en suikerbieten (beide +15 %), kon de akkerbouwsector geen plus optekenen. Voor aardappelen zullen de opbrengsten dit jaar aanzienlijk hoger uitvallen dan in het zeer droge 2022, maar daar tegenover staat een flinke prijsdaling op de vrije markt. Door een opvallende stijging van de internationale suikerprijzen, wordt een forse stijging van de suikerbietenprijzen verwacht. Maar men verwacht wel een productiedaling van zowat 15 % tegenover 2022. In de fruitsector wordt de omzetdaling in 2023 verklaard door de sterke productiedaling voor peren (-22,5 %). De fruitsector had in 2023 te kampen met prijsdalingen, zowel voor appelen, peren als voor aardbeien.

Dierlijke sectoren

De omzet van de dierlijke sectoren steeg in 2023 met 5,6 %, na een forse stijging (+36 %) in 2022. In 2023 wordt deze stijging aangevoerd door prijsstijgingen voor eieren (+45 %) en varkens (+30 %) en in mindere mate voor rundvlees (+4 %) en braadkippen (+2 %). Daarentegen daalde de omzet in de melkveehouderij met 12 % als gevolg van een melkprijsdaling met 14 %.

In deze berekeningen houdt Boerenbond geen rekening met de ‘interne’ opbrengsten en kosten. Denk aan de teelt van silomais die voor veevoeding dient, biggen die op een ander bedrijf tot vleesvarken grootgebracht worden of groene energie die op de bedrijven geproduceerd en verbruikt wordt.

De raming baseert zich ook enkel op de opbrengsten van teelten (dierlijk en plantaardig) en houdt geen rekening met omzet en kosten van verbredingsactiviteiten zoals hoevetoerisme of thuisverkoop.

Meer cijfers en grafieken vind je op www.boerenbond.be/economisch-rapport-2023.

Boerenbond

Lees ook in Economie

Michael Gore: “Als het zo doorgaat, glijden we opnieuw af naar een crisis in de vleesveesector”

Vleesvee Het aantal runderslachtingen staat op een historisch laag niveau. We produceren vandaag de dag minder rundvlees dan in 1970 en als je het aan Michael Gore, afgevaardigd bestuurder van de nationale beroepsvereniging voor slachthuizen, uitsnijderijen en groothandels (Febev), vraagt is de bodem nog niet in zicht. “We kunnen deze neerwaartse trend alleen stoppen bij de basis: de boer, alsook de tussenschakels in de vleesproductieketen, moeten een eerlijke prijs ontvangen voor hun product. Dat is de impuls die we nodig hebben om de hele keten draaiende te houden.”
Meer artikelen bekijken