Startpagina Bedrijfsnieuws

Tractor als ‘sleutelmachine’ voor handel in landbouwmachines

Dit jaar viert Claas dat ze 20 jaar tractoren in hun aanbod hebben, dankzij de overname van Renault Agriculture in 2003.

Leestijd : 5 min

Midden oktober had Landbouwleven de kans om samen met de Claas-importeurs voor België en Nederland, respectievelijk Ag-Tec en Kamps de Wild, in de geschiedenis te duiken van 20 jaar tractorenproductie bij Claas en om de evolutie te zien in het gamma van tractoren uit de middenklasse.

Helmut Claas – niet de stichter maar wel de man die de onderneming bracht naar waar ze nu staat – is een visionair inzake landbouwtechniek. Begin jaren 2000 had hij begrepen dat de tractor de ‘sleutelmachine’ is inzake landbouwtechniek op iedere boerderij. Dankzij een tractor in het aanbod komt er ook handel op gang in andere productcategorieën en omgekeerd.

Hooibouw- en oogsttechniek had Claas al in zijn aanbod, maar geen tractoren, met uitzondering van de Xerion-systeemtractor. Dus werd een zoektocht opgestart richting een fabrikant waarmee viel samen te werken of die over te nemen was. Zelf een volledig tractorenaanbod ontwikkelen zou te veel tijd en geld vragen.

Tractordochter

De Claas-importeurs hadden meerdere merken op het oog – welke wordt door de mensen bij Claas niet vrijgegeven – maar uiteindelijk werd met Renault Agriculture, de ‘tractordochter’ van Renault, een overeenkomst bereikt. Deze werd officieel ondertekend op 23 februari 2003.

Via een voorstelling van een ‘middenklasse’ tractorengamma van Claas, kregen we zicht  op de evolutie inzake 20 jaar tractorenontwikkeling bij de fabrikant.
Via een voorstelling van een ‘middenklasse’ tractorengamma van Claas, kregen we zicht op de evolutie inzake 20 jaar tractorenontwikkeling bij de fabrikant. - Foto: TD

De toenadering tot Renault is zo gek niet, Claas had er immers een oud partnerschap mee in Frankrijk, Europa’s grootste landbouwmachinemarkt. Meerdere landbouwmechanisatiebedrijven voerden er de merken Renault en Claas. Inzake tractorenverkoop was Renault zelfs marktleider in Frankrijk, met een aandeel dat net geen een vijfde bedraagt. Renault bouwde wat de Franse markt vroeg. Maar liefst 80 à 90% van de productie bleef in het land.

Destijds had Renault een heel goede reputatie en was het eigenlijk een ondergewaardeerd tractormerk dat toch stevig geprijsd was. De mensen van Claas waren gecharmeerd door onder andere de lange wielbasis en goede gewichtsverdeling die de tractoren toen al hadden en uiteraard door hun 4-punts geveerde cabine.

Groene Renaults

Begin oktober 2003 zag de eerste Claas-tractor – de Xerion even buiten beschouwing gelaten – het levenslicht. Bij Claas hebben ze nooit onder stoelen of banken gestoken dat het hier om een ‘overschilderde’ Renault gaat in Claas-kleuren. Het jaar nadien had Claas met de Nectis een smalspoortractor in hun gamma die onderhuids een Renault-tractor is die in Italië gebouwd werd. Inzake smalspoortractoren had Renault altijd een goede positie. De kenmerkende geel/oranje Renault-tractorkleur bleef tot 2005 behouden voor bepaalde marktregio’s zoals Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Denemarken en Australië.

De opstart van de Claas-tractorenproductie had niet meteen wind in de zeilen. Niemand was aan het wachten op Claas-tractoren, er waren immers voldoende tractormerken op de markt. Dit pakte Claas aan door hun wil te uitten om een goede, solide tractor te vermarkten. In 2019 werd de 150.000ste Claas-tractor gebouwd. Verwacht wordt dat dit jaar de 200.000ste Claas-tractor van de productieband komt.

DNA versmelten

De mensen van Claas geven ons aan dat er heel veel druk op hen lag om met een echte Claas-tractor op de markt te komen. Dit valt echter niet snel op te lossen, zelfs niet op een paar jaar tijd. Met de Ares-reeks, die in 2005 geïntroduceerd werd, was het DNA van Renault en Claas meer versmolten met elkaar. Dit model lag bij de Fransen op de tekentafel voor de overname, waar Claas al meer zijn invloed op uitoefende. Het cabinedak kreeg zo een schuinere rand mee, die ook de pikdorsers en hakselaars van Claas typeerde.

Voor het eerst werd een transmissie van 50 km/uur geïntroduceerd, wat Renault voorheen niet aanbood, maar waar de Duitse markt naar vroeg. De motorkap werd in 1 deel uitgevoerd om een makkelijke toegang te geven tot het motorcompartiment en er werden voor het eerst 6 schijnwerpers in de neus geïntroduceerd. Dat kenmerk zou Claas steeds verder doortrekken in andere nieuwe tractorseries.

Productinnovatie bij Claas is niet altijd uiterlijk zichtbaar. Het zit ook onderhuids, onder  de motorkap of via software, zoals het Cemos-bestuurdersoptimalisatiesysteem.
Productinnovatie bij Claas is niet altijd uiterlijk zichtbaar. Het zit ook onderhuids, onder de motorkap of via software, zoals het Cemos-bestuurdersoptimalisatiesysteem. - Foto: TD

Groei door productontwikkeling

In 2006 sneed Claas het loonwerkerssegment aan met de introductie van de Axion 800-reeks, een tractor waarin al veel meer Claas-techniek zit. Een jaar later gingen ze nog verder met de introductie van de Arion 500- en 600- reeks. De motor en transmissie komen niet uit eigen Claas-huis, maar kopen ze in. Claas schreef echter de software die de motor en transmissie doen samenwerken zelf. Dit maakte dat in trekkertesten hun tractor zuiniger was dan deze van de concullega’s die eigen motoren en transmissies gebruikten. Claas noemt zijn aandrijftechniek: CPS oftewel Claas Power Systems.

De vele veranderingen vonden vooral onder de motorkap plaats. Er werd omstreeks 2007 van 2- naar 4-kleppentechniek per cilinder gegaan, cabinevering werd standaard, er werd naar gekoelde EGR (uitlaatgasrecirculatie) gegaan en bediening van hydrauliek op de spatbordrand geïntroduceerd.

In diezelfde periode introduceerde Claas een boostconcept dat al bij 7 km/uur actief werd en dat afwijkt van het concept van de concullega’s. De fabrikant geeft aan de tractorenmarkt toen bewerkt te hebben, niet op imago maar met technische argumenten. Door productontwikkeling groeiden ze in marktaandeel, geven de mensen van Claas ons nu aan.

Mijlpaal

De introductie van de grootvermogentractoren uit de Axion 900-serie vormt een mijlpaal in de tractorgeschiedenis van Claas door de introductie van vele nieuwe technieken en omdat men over de vermogensgrens van 400 pk ging.

Het concept van deze tractorreeks zou later doorgetrokken worden naar de kleinere series in het aanbod. Denk hierbij aan de Arion 500/600 van de nieuwste generatie die in 2012 werd geïntroduceerd en aan de nieuwe Arion 400 en Axion 800 die in 2018 op de markt kwamen.

TerraTrac vormt een ‘hybride’ concept waarbij wiel- en rupsaandrijving worden  gecombineerd.
TerraTrac vormt een ‘hybride’ concept waarbij wiel- en rupsaandrijving worden gecombineerd. - Foto: TD

Op de Arion 500/600 werd voor het eerst de Vistronic-koelventilator gebouwd. Deze stuurt het ventilatortoerental elektronisch aan naargelang de noden. Dit zorgt voor een geluidsreductie, voor verminderde slijtage en voor een lager brandstofverbruik. Voornoemde tractorreeks gebruikte nog geen Ad-Blue om aan de emissievereisten te voldoen en steunde enkel op de techniek van uitlaatgasrecirculatie. Zo’n 10 jaar terug was de uitlaatgastechniek nog een thema bij de overweging om voor een bepaalde tractor te kiezen, maar nu wordt hier niet meer over gesproken. Het is verplichte techniek die destijds op een tractor kwam om aan de milieunormen te voldoen en die de aankoopprijs verhoogde.

We kunnen nog meegeven dat de Arion 400 over 4 verschillende cabines kan beschikken. De Panoramic-cabine is hier één onderscheiden oplossing van omwille van de glazen voorruit, die zonder cabinestijl doorloopt in een glazen dakvenster om een optimaal, ononderbroken zicht te hebben bij frontladerwerk.

Tim Decoster

Lees ook in Bedrijfsnieuws

Meer artikelen bekijken