Startpagina Veeteelt

Nederland start brede samenwerking om innovaties in de veehouderij te versnellen

In de afgelopen jaren is in Nederland gebleken dat bepaalde innovatieve stalsystemen onvoldoende betrouwbaar en effectief zijn en daardoor juridisch kwetsbaar bij vergunningverlening. In de veehouderij zijn er volop ideeën over aanpassingen aan voer, management, stallen en mestverwerking. Om deze innovaties te kunnen laten slagen, start de Nederlandse overheid een brede samenwerking.

Leestijd : 3 min

De Nederlandse overheid wil samen met de boeren van Nederland werken aan een sterke en duurzame landbouwsector. Innovatie kan hierbij een belangrijke rol spelen. Daarom heeft het Nederlandse ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) samen met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), sectororganisaties, provincies, de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), FME en de Dierenbescherming een Regieorgaan opgericht om zo met vereende krachten innovaties sneller vooruit te helpen. Met het ondertekenen van een convenant gaat deze samenwerking van start.

Doorbraakinnovaties Het doel van de Nederlandse samenwerking is te komen tot zogenoemde doorbraakinnovaties. Dit zijn innovaties die effectief bijdragen aan emissiedoelen voor ammoniak, fijnstof, geur en broeikasgassen, maar die ook zorgen voor beter ondernemerschap, verdienvermogen en dierenwelzijn. Bij innovaties voor de veehouderij is het niet alleen van belang dat het technisch effectief is en werkt in de praktijk, het moet ook kunnen renderen, juridisch houdbaar zijn en voldoen aan maatschappelijke eisen voor de leefomgeving en dierenwelzijn. “Voor boeren is het belangrijk om van innovaties gebruik te kunnen maken in hun werk. Het is daarom mooi dat we aan de slag gaan met het Regieorgaan om innovaties in de veehouderij sneller een flinke zet te geven”, zegt Piet Adema, ontslagnemend Nederlands minister van LNV. “De opgaves in het landelijke gebied zijn groot voor natuurherstel, waterkwaliteit en klimaat. We moeten blijven investeren in innovatie als deel van de oplossingen voor de toekomst. Het Regieorgaan zal voor een gezamenlijke, integrale aanpak heel waardevol zijn”, meent Christianne van der Wal, de Nederlandse minister voor Natuur en Stikstof in de ontslagnemende regering. Praktijkpilots Centraal in de werkwijze van het Regieorgaan staan praktijkpilots. Het doel van deze praktijkpilots is om via veldonderzoek er achter te komen welke doorbraakinnovaties wel en niet werken in de praktijk. Veehouders, ketenpartijen, kennisinstellingen, overheden en maatschappelijke partijen kunnen in praktijkpilots samen experimenteren. Het kan bijvoorbeeld gaan om innovaties in de stal, zoals technieken die mest en urine van elkaar scheiden, afzuiging van vuile lucht of opvang van fijnstof in de stal. Ook voer- en managementmaatregelen kunnen worden getest. Denk aan het meer weidegang voor koeien, het vaker verwijderen van mest uit de stal of het voeren van minder eiwit aan het vee. Een breed palet van aanpassingen komt aan de orde, zodat het hele systeem houden van vee integraal onder de loep wordt genomen. Advies en ondersteuning Het Regieorgaan zal in Nederland een adviserende rol spelen in de ontwikkeling van regelgeving door de overheid als het gaat om een regelgeving- en toetsingssysteem voor doelsturing op emissies met een borgingssystematiek onder andere op basis van sensor- en datasystemen. Het Regieorgaan zal een aantal doorbraakinnovaties selecteren en deskundige ondersteuning bieden in de ontwikkeling. Om tot werkbare en juridisch houdbare innovaties te komen, is een goede wetenschappelijke onderbouwing van duurzaamheidsvragen en oplossingen essentieel. LNV

Lees ook in Veeteelt

Meer artikelen bekijken