Startpagina Veeteelt

Nederlandse boerderijhond kreeg blauwtong

Bij een 3,5 jaar oude, drachtige hond in Nederland is blauwtong aangetoond. Het dier woonde op een veehouderijbedrijf met zowel runderen als schapen. Onderzoek door Wageningen Bioveterinary Research (WBVR, onderdeel van Wageningen University & Research) toonde aan dat het dier besmet was met blauwtongvirus type BTV-3/NET2023, hetzelfde virustype dat momenteel ook bij schapen en runderen wordt aangetroffen in Nederland.

Leestijd : 3 min

Nederland kent momenteel een omvangrijke uitbraak van blauwtong. In België zijn er enkele gevallen vastgesteld in de grensstreek met Nederland.

De Nederlandse hond was ernstig ziek en vertoonde onder andere benauwdheid, longoedeem, sterke vermagering en sloomheid. Op basis van de symptomen meldde de dierenarts een verdenking van blauwtong bij de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA). Monsters van de zieke hond zijn door WBVR onderzocht op aanwezigheid van het blauwtongvirus.

“De PCR-test (Polymerase Chain Reaction) toonde blauwtongvirus (BTV) aan, en dit is bevestigd met verschillende PCR-testen die andere delen van het virale genoom aantonen, waaronder de PCR-test die specifiek is voor serotype 3. Ons onderzoek bevestigde dat het om BTV-3/NET2023 ging”, vertelt WBVR-onderzoeker Melle Holwerda. Daarnaast werd het monster getest voor Brucella spp. Deze test was negatief.

Komt maar zelden voor

“Blauwtong bij honden komt echt maar heel zelden voor”, weet Holwerda, hoofd van het Nationaal Referentielaboratorium voor vector-overdraagbare virusdierziekten. “In de wetenschappelijke literatuur zijn enkele anekdotische gevallen van blauwtong geïnfecteerde honden gerapporteerd.” De waarnemingen zijn niet rasspecifiek. Wat wel opvalt, is dat het in vrijwel alle gevallen drachtige honden betreft. Ook de geïnfecteerde hond in Nederland was drachtig.

Over een mogelijke infectieroute van blauwtong bij honden is weinig bekend, stelt Holwerda. “Ook wetenschappelijke literatuur biedt hierover weinig aanknopingspunten.” De getroffen hond woonde op een veehouderijbedrijf en kon daar vrij rondlopen. Het dier had toegang tot de stallen en voergangen, en eventueel tot biest of een nageboorte.

Op het moment dat de hond ernstig ziek werd, was de veehouderij nog niet als een met blauwtong besmet bedrijf bekend bij de NVWA. Dierenartsen van de NVWA en Gezondheidsdienst Dieren (Royal GD) bezochten het bedrijf en troffen geen zieke runderen of schapen aan. PCR-resultaten voor BTV van bloedmonsters waren positief bij 2 runderen. “Dit bewijst dat het blauwtongvirus wel op het bedrijf aanwezig was en is een belangrijke bevinding als mogelijke virusbron voor besmetting van de hond.”

Geen zekerheid over infectieroute

Het blauwtongvirus kan dus sporadisch bij honden aangetroffen, en ook in andere wilde carnivoren, weet Holwerda. De veronderstelde infectieroute voor deze dieren is het eten van rauw vlees van BTV-infecteerde herkauwers of de nageboorte daarvan of het drinken van biest met bijmenging van geïnfecteerd bloed. “Maar transmissie door een bloedmaal van een geïnfecteerde knut kunnen we als route ook niet uitsluiten.” Holwerda benadrukt dat voor deze specifieke hond de infectieroute niet met zekerheid kan worden vastgesteld na het bezoek op het veehouderijbedrijf.

Het virus kan zich via een hond niet verder verspreiden. “Honden worden niet beschouwd als virusbron voor verdere verspreiding”, legt Holwerda uit. Blauwtong is ook geen ziekte die overgaat van dier op mens.

Honden niet in de stal

“Blauwtong komt in de hele wereld veel voor. BTV-infecties bij honden zijn heel zeldzaam. We achten de kans op BTV-infectie van honden dan ook uiterst klein”, aldus Holwerda. Wel is alertheid geboden, in het bijzonder bij drachtige honden die toegang hebben tot nageboortes van geïnfecteerde runderen en schapen. “We adviseren honden op boerenbedrijven uit de stal te weren en geen toegang te geven tot de afkalfstal. Dit voorkomt dat honden in aanraking met nageboorte of bloed van een geïnfecteerd dier.”

WUR/FVDL

Lees ook in Veeteelt

Michael Gore: “Als het zo doorgaat, glijden we opnieuw af naar een crisis in de vleesveesector”

Vleesvee Het aantal runderslachtingen staat op een historisch laag niveau. We produceren vandaag de dag minder rundvlees dan in 1970 en als je het aan Michael Gore, afgevaardigd bestuurder van de nationale beroepsvereniging voor slachthuizen, uitsnijderijen en groothandels (Febev), vraagt is de bodem nog niet in zicht. “We kunnen deze neerwaartse trend alleen stoppen bij de basis: de boer, alsook de tussenschakels in de vleesproductieketen, moeten een eerlijke prijs ontvangen voor hun product. Dat is de impuls die we nodig hebben om de hele keten draaiende te houden.”
Meer artikelen bekijken