Startpagina Varkens

Joris Coenen (BMO): “Het idee dat we in Vlaanderen varkens produceren om China te voeden is een complete misvatting”

We trappen de reeks over internationale markten op gang met een sector die de laatste jaren sterk onder de aandacht staat in Vlaanderen: onze varkenshouderij. Van de Afrikaanse varkenspest tot de uitkoopregeling, de sector kwam amper positief in het nieuws. En toch valt het belang ervan niet te onderschatten. Wij klopten aan bij Joris Coenen, manager van Belgian Meat Office bij VLAM.

Leestijd : 8 min

Over de productie, import en export van varkensvlees in Vlaanderen en België doen ongelofelijk veel meningen de ronde. Vaak zijn ze gebaseerd op iets wat men ergens heeft opgepikt en gaat zo’n ‘feit’ een eigen leven leiden. Correcte cijfers zijn echter een betere basis om een verhaal op te baseren. Als manager van Belgian Meat Office (BMO) bij het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) is Joris Coenen dag in dag uit bezig met het monitoren en faciliteren van buitenlandse handel in Belgisch vlees.

Joris Coenen: “Elk varken dat wij niet meer produceren wordt elders geproduceerd onder andere voorwaarden met een andere footprint.”
Joris Coenen: “Elk varken dat wij niet meer produceren wordt elders geproduceerd onder andere voorwaarden met een andere footprint.” - Foto: BMO

Meer productie dan verbruik

Hoeveel varkens produceren we nu eigenlijk in ons land?

Dat aantal was lange tijd stabiel, maar kent een gestage daling sinds 2020. Bij de meitelling klokten we af op 5.418.080 dieren in heel België. Uit deze stapel produceerden we in België 960.850 ton (karkasgewicht, jaartotaal t/m augustus 2023). Dat lijkt veel en dat is het ook, want als je de verbruikscijfers erbij haalt, zie je dat we meer kilo’s produceren dan wat we in het binnenland verbruiken. Dat maakt export erg belangrijk voor ons land. Er zijn echter heel wat kanttekeningen te plaatsen bij die conclusie, want er zijn goede redenen waarom we dit volume varkens produceren. Om te beginnen is export in ons land een zeer relatief begrip. Een camion die vanuit Brussel vertrekt en een uur rijdt, zit in het buitenland. We zijn zo klein dat export in België niet gelijkstaat aan een grote afstand overbruggen, integendeel.

Daarbij komt dat we in ons land niet alle delen van het varken even goed kunnen smaken, toch?

Inderdaad. De tijd waarin men hier elk deel van het varken opat, is voorbij. Dat we de poten, snuiten en oren, het zogenaamde vijfde kwartier, naar Azië exporteren, is maar een klein deeltje van het verhaal en geldt maar voor zeer beperkte volumes. Als je enkel nog maar naar onze buurlanden kijkt, zie je grote verschillen in consumentenvoorkeuren. Duitsers eten bijvoorbeeld liever ham van de schouder, wij en ook de Italianen verkiezen de bil. Handel met andere landen is dus een essentieel onderdeel van circulair produceren. We moeten meer varkens produceren dan we zelf opeten, want we eten maar bepaalde delen van het varken. Dan is het toch fantastisch dat die delen die wij niet willen in onze buurlanden gewaardeerd worden?

We blinken uit in varkensproductie

Zijn er nog andere redenen waarom varkensproductie hier in Vlaanderen zo sterk staat?

We mogen niet vergeten dat er een reden is waarom we hier uitblinken in varkensproductie en niet in elektrische auto’s of zonnepanelen. We hebben natuurlijke troeven, bijvoorbeeld ons gematigde klimaat, dat niet te koud is in de winter en niet te warm in de zomer, dus ideaal voor het houden van dieren. We hebben ook toegang tot water, een voldoende groot en kwaliteitsvol akkerbouwareaal om voeders te produceren, nabijheid van havens voor in- en uitvoer van producten… Daarnaast hebben we een van de meest performante voedingssectoren in Vlaanderen. Die cluster laat ons toe om efficiënt en steeds beter gebruik te maken van de nevenstromen. Hierdoor wordt onze voedselketen steeds meer circulair. Varkens zijn daarin de grootste antivoedingsverspillers..., zoals ze dat al eeuwen zijn. Binnen deze cluster is dit evenwicht cruciaal. Varkensvlees maakt ook een belangrijk deel uit van ons culturele eetpatroon. Uit die historische troeven zijn varkenshouderijen gegroeid waar nu de vijfde of zesde generatie aan het roer staat. Die rijkdom aan kennis en ervaring is van onschatbare waarde.

Twee miljoen minder slachtvarkens

De slachtcijfers tonen echter wel een sterke daling ten opzichte van vorig jaar.

In 2023 zijn er maar liefst 2 miljoen varkens minder geslacht dan vorig jaar. Dat is een historisch laag slachtaantal waar we toch even bij moeten stilstaan. We zijn dus op weg om de 30% daling in de varkensstapel die de Vlaamse overheid heeft vooropgesteld effectief te halen. Sommigen zullen daar blij om zijn, maar we moeten echt nadenken over de oorzaken en gevolgen.

Is die daling toe te schrijven aan de lange crisis die de sector achter de rug heeft, of speelt hier de rechtsonzekerheid?

Beide. De varkenshouderij heeft van 2019 tot vorig jaar bijna aanhoudend te maken gekregen met een zeer slechte marktsituatie: zeer lage prijzen sinds we het AVP (Afrikaanse varkenspest)-vrije statuut kwijtraakten, maar daarbij kwamen nadien ook de zeer hoge voeder- en energiekosten. Sinds vorig jaar is de varkensprijs goed en zijn de kosten iets milder geworden, maar dat vertaalt zich niet in een gestegen productie. Economisch gezien is dat zeer vreemd, maar iedereen kent intussen het gebrek aan rechtszekerheid op lange termijn waarmee landbouwers in Vlaanderen sinds de stikstofcrisis te maken hebben. Dat speelt ongetwijfeld mee in de gedaalde productiecijfers. De uitkoopregeling voor de varkenshouderij was nog niet ten volle in werking bij de analyse van deze cijfers, maar dat effect kan later nog voor een verdere daling zorgen.

Velen zullen zich afvragen of een daling van de productie zo erg is, want onze zelfvoorzieningsgraad komt nog niet meteen in het gedrang.

Dat klopt, want ook met een lager slachtaantal komen we nog niet meteen in de problemen om te voorzien in de delen van het varken dat we zelf opeten. Minder slachtingen betekent echter dat onze industrie niet op haar normale potentieel kan werken. Er hangt zoveel meer economische activiteit af van die varkensproductie dan we beseffen. Het varken wordt hier niet alleen geslacht, maar dient ook als grondstof voor de verwerkende industrie, voor productie van geneesmiddelen, cosmetica, diervoeding… Ook dit maakt deel uit van de hele cluster rond die varkenshouderij.

En je mag er zeker van zijn dat dat om meer werkgelegenheid gaat dan pakweg Ford Genk. Bovendien gaat een gedaalde productie bij ons hand in hand met meer import van varkensvlees. Dan moeten we ons toch afvragen of het dat is wat we met dit beleid willen bereiken.

 

Europese productiedaling

Is die daling in productie een Europees fenomeen?

Absoluut, Europees is het aantal slachtingen zelfs nog sterker gedaald dan bij ons, zo sterk dat we de 120% zelfvoorzieningsgraad naderen. Opvallend is dat er vooral in de noordelijke Europese landen een sterke productiedaling te zien is. De verklaring daarvoor is volgens mij de beleidskeuzes die in het noorden veel sterker inhakken op de ondernemingskansen voor landbouwers dan in het zuiden. Spanje heeft nu wel een moeilijkere periode, omdat ze daar te maken hebben met een nieuwe stam van PRRS, vooral een biggenziekte, namelijk ‘Rosalia’. Het is af te wachten of ze, eens dit onder controle is, weer gaan stijgen in productie. In Duitsland en de Scandinavische landen zien we echter eveneens een krimp in de productie.

01- varkensmarkt-01-web

En hoe zit het met de vraag naar varkensvlees?

Ook hier zien we een daling, zowel Belgisch als Europees. Consumenten worden geconfronteerd met gestegen kosten, zoals energie en voedsel. Dan maken ze de keuze om over te schakelen van een duurdere soort vlees, zoals varkensvlees, naar iets goedkoper, zoals kip. Daarbij komt dat we in Europa aan het plafond zitten op het vlak van vleesconsumptie. Wanneer de welvaart stijgt, gaan meer mensen vlees eten. Daar zit echter een maximum op en eens je dat punt hebt bereikt en de welvaart stijgt verder, gaan mensen zelfs bewust kiezen voor minder vlees. Die stijgende trend hebben we tot voor enkele jaren gezien in landen als Roemenië en Bulgarije, maar ook daar is het maximum bereikt.

Wereldwijde handel neemt af

En wat met vraag en aanbod wereldwijd, is dat nog steeds een verhaal van groei?

Wereldwijd blijft de vraag naar varkensvlees stijgen, net als de productie, maar we zien dat de snelheid aan het afnemen is. We zien nu nog een stijging in de zeugenstapel, maar verwacht wordt dat ook dit na verloop van tijd een daling zal worden. Wereldwijd is de handel in varkensvlees met 10% afgenomen. Dat is meer dan verwacht. De prijzen in Europa zijn vrij hoog, zeker in vergelijking met de rest van de wereld. Dat geeft Europese varkenshouders een hogere prijs per kilogram, maar wereldwijd is het een concurrentienadeel. Als je ziet hoeveel minder varkens er geslacht zijn, zou je denken dat de prijs in Europa niet 2 euro, maar 3 euro zou bedragen. De zwakkere vraag heeft die prijs echter wat getemperd.

China niet overschatten

Wat met de rol van China in de wereldmarkt voor varkensvlees? Spelen ze echt zo’n grote rol als vaak gedacht wordt?

China is belangrijk, maar we mogen hen ook niet overschatten. Om te beginnen is de hoeveelheid varkensvlees die van ons land naar Azië gaat echt marginaal. Het maximum dat we ooit naar China hebben geëxporteerd, was zo’n 40.000 ton vlees in 2016. Dat is echter nog geen 5% van onze productie en het gaat vooral om stukken die we hier niet kunnen vermarkten. België heeft nooit in een positie gezeten waarin China een belangrijke afnemer is. Wij produceren geen varkens met China als doel, want wat we zelf niet opeten, kan bijna allemaal verhandeld worden binnen Europa, voornamelijk in de nabijgelegen woongebieden. Sinds 2019 importeert China geen Belgisch varkensvlees meer omwille van uitbraken van AVP in ons land, maar we doen ons best om deze importban binnenkort te laten wegvallen. Dat zal positief zijn voor onze varkensvleessector en voor de valorisatie van de nevenproducten, maar gezien de kleine volumes ook niet allesbepalend.

 

China is aan een herstelbeweging bezig sinds de AVP-crisis, maar het lijkt erop dat ze moeite hebben om hun vroegere productieniveau weer te bereiken.
China is aan een herstelbeweging bezig sinds de AVP-crisis, maar het lijkt erop dat ze moeite hebben om hun vroegere productieniveau weer te bereiken. - Foto: VLAM

We zien vaak beelden van Chinese appartementsblokken vol varkensstallen. Produceren zij binnenkort zoveel dat we Chinees varkensvlees in onze winkelrekken gaan zien?

Daar zijn we nog lang niet, en ik denk ook niet dat dat een scenario is waar we rekening mee moeten houden. Sinds China te maken kreeg met AVP, is hun productie sterk teruggevallen. Die gigantische stallen staan er wel, maar ze zijn zeker niet allemaal in volle productie. Daarnaast heeft China ook zijn limieten op het vlak van landbouw. Ze hebben niet genoeg kwaliteitsvol landbouwareaal om voldoende voeder te produceren, dus zullen ze altijd afhankelijk zijn van import om aan de binnenlandse vraag naar varkensvlees te voldoen. Het land is aan een herstelbeweging bezig sinds de AVP-crisis, maar het lijkt erop dat ze moeite hebben om hun vroegere productieniveau weer te bereiken. Het feit dat varkensvlees produceren in China nooit op een zeer efficiënte manier zal kunnen wegens een gebrek aan natuurlijke landbouwgrondstoffen, verklaart deels waarom het land zo sterk staat op technologisch vlak. Daarom staan wij sterk in varkensvlees en China in zonnepanelen en chips.

Nele Kempeneers

Lees ook in Varkens

Mobiele buitenstal verhoogt dierenwelzijn bij biologische varkens

Varkens Mobiele buitenstallen zien we in Vlaanderen doorgaans vooral voor vlees- of legkippen. Dankzij een nieuw stalsysteem kunnen nu ook zeugen met hun biggen buiten op de weide rondlopen. De biologische varkenshouderij De Vleterbeek uit Poperinge is volgens BioForum de eerste met zo’n mobiele buitenstal.
Meer artikelen bekijken