Startpagina Varkens

Een handvol vermorst voer per dag wordt op 1 jaar een hele vrachtwagenlading per bedrijf

Vermorsing van voer: heel wat varkenshouders staan er niet lang bij stil. Een handvol voer dat elke dag naast de voerbak ligt, zal de zaak wel niet maken, denken ze. Nochtans is voer een van de belangrijkste kosten op een varkensbedrijf. Opgeteld over een gans jaar wordt dat handvol van pakweg 50 g per dag meer dan 18 kg per jaar. In een stal van 1.500 varkens is dat samen meer dan 27.000 kg voer. Dat vertegenwoordigt al een flink bedrag.

Leestijd : 4 min

Afgerond 50 g voervermorsing per varken per dag is geen uitzondering op Vlaamse varkensbedrijven, vertelde Sander Palmans, coördinator bij het (Limburgse) Proef- en Vormingscentrum voor de Landbouw tijdens de VarkensAcademie in Rumbeke op 24 november 2023. Hij gaf reeds een gelijkaardige uiteenzetting op een van de eerste VarkensAcademies en de conclusie is zoveel jaren later nog dezelfde: er zijn geen mirakeloplossingen die de vermorsing naar nul herleiden, maar met een paar tips kom je al een heel eind.

Gemorst voer

is altijd verloren

“Zodra het voer uit de voederbak gaat, eet een varken het niet meer op. Zelfs al zet je je varkens een halve of ganse dag zonder nieuw voer, ze zullen het gemorste voer niet meer opeten. Zeker als varkens kunnen kiezen tussen vers voer en gemorst voer, kiezen ze altijd voor vers. Gemorst voer kost een varkenshouder dus 2 keer geld: een eerste keer bij de aankoop en een tweede keer bij het verwerken of afvoeren van de stalmest, waar het gemorste voer in terecht komt”, stelt Palmans.

De oplossingen liggen voor de hand. “Zorg voor een heel degelijke voerbak met een morsrand, ook al zal dat het vermorsen nooit helemaal oplossen. Kijk zelf goed uit wat de varkens doen met het voer als je een rondje door de stal maakt. Blijft er op de bodem van een voerbak steeds een laag onderin liggen, dan zal dat zeker tot vermorsing leiden. Hoe minder er achterblijft, hoe minder je je zorgen moet maken. Het komt op termijn altijd goedkoper uit om een kapotte of slecht afgestelde voerbak te vervangen door een nieuwe dan ermee te blijven voortdoen”, zegt Sander Palmans.

Geen aantoonbare verschillen volgens

soort voer

Het soort voer speelt geen aanwijsbare rol bij vermorsing door varkens. Meel, pellets of een brij, het een leidt net zo goed tot vermorsing als het andere. “Varkenshouders zeggen soms dat zij aanvoelen dat een bepaalde voederpellet voor meer of minder vermorsing zorgt, maar in testen hebben we dat niet echt hard kunnen maken. We hebben testen gedaan met pellets met een verschillende hardheid (breken), verschillende slijtvastheid (hoeveel gruis er loskomt) en met verschillende bindmiddelen. De voeropname en omzetting kunnen daarbij heel licht afwijken, maar een ‘slechte’ korrel zorgt niet voor aantoonbaar meer vermorsing. ” Het is uiteraard van belang dat het voer in vorm en samenstelling aangepast is aan de leeftijd van het varken en aan de voerbak.

Biggen krijgen bij hun eerste kennismaking met de voerbak vaak extra voer, maar dat leidt volgens Palmans enkel tot meer vermorsing. “Biggen hebben genoeg tijd om de voerbak te ontdekken en om eten te zoeken. Extra voer in de biggenstal geeft de varkenshouder een goed gevoel, maar dat loont eigenlijk niet. Grotere openingen in de voerbak zorgen bij biggen niet voor extra voeropname.” Met extra voerpunten bij jonge biggen doe je volgens Palmans niets verkeerd.

Visuele controle is belangrijk

Om vermorsing te voorkomen is een goede afstelling van de voerbak van belang. De opening in de voerbak moet aangepast zijn aan de hoeveelheid en aan bijvoorbeeld de pelletgrootte. “Als de varkens te veel moeite moeten doen om aan het voer te geraken, zullen ze per dag onvoldoende voer opnemen en dan vertraagt hun groei. Het is een proces van alle dagen kijken, bijsturen, controleren of de aanpassing brengt wat je verwacht, enzomeer.”

Ook water wordt gemorst

Net als gemorst voer is gemorst water een vaak verborgen kost, al is die nog moeilijker om meetbaar in kaart te brengen. “Water is niet gratis. Al het water dat niet opgedronken wordt en dat wegloopt, betekent verlies voor de varkenshouder. En net als bij gemorst voer, betaal je voor gemorst water ook een tweede keer als het in de varkensmest terechtkomt. Ook hier is dus een dagelijkse visuele controle aan te raden. Zorg voor een correcte watercapaciteit van de nippel en voor de juiste druk op de waterleiding.

Pas het debiet aan aan de leeftijd van het varken. Een big drinkt 250 ml per minuut, terwijl een volgroeid vleesvarken 1 tot 2 l water per minuut kan drinken. Bij metingen stellen we soms debieten van 4 of zelfs tot 9 l per minuut vast. Zo’n veel te hoog debiet is nergens goed voor, behalve voor verspilling. Een capaciteit tussen de 0,5 en 1 l volstaat.”

Water moet regelmatig getest worden

Palmans raadt varkenshouders ook aan om hun waterleidingen regelmatig te testen op de aanwezigheid van biofilms en andere vervuiling en zelfs op de aanwezigheid van ziektekiemen. Bij heel wat van de varkenshouders die ervan overtuigd waren dat hun leidingen perfect in orde waren, blijkt bij testen dat dat toch niet het geval is. Vaak zit er aan het eind van de leiding toch wat aanslag.

Filip Van der Linden

Lees ook in Varkens

Mobiele buitenstal verhoogt dierenwelzijn bij biologische varkens

Varkens Mobiele buitenstallen zien we in Vlaanderen doorgaans vooral voor vlees- of legkippen. Dankzij een nieuw stalsysteem kunnen nu ook zeugen met hun biggen buiten op de weide rondlopen. De biologische varkenshouderij De Vleterbeek uit Poperinge is volgens BioForum de eerste met zo’n mobiele buitenstal.
Meer artikelen bekijken