Startpagina Uw stem

Opinie: Nieuwe gentechnieken zijn goed voor boer, natuur en consument

De EU werkt momenteel aan een wetgeving om het gebruik van nieuwe gentechnieken, zoals CRISPR, in de landbouw eenvoudiger te maken. Dit leidt tot een debat tussen voor- en tegenstanders van deze technieken, waarbij de emoties soms hoog oplopen. Toch is het water tussen de voor- en tegenstanders minder diep dan sommige uitspraken doen vermoeden.

Leestijd : 6 min

Boerenforum, een beweging die opkomt voor eerlijke en solidaire landbouwpraktijken, beargumenteerde in Landbouwleven (20 decmber 2023) waarom ze zich tegen nieuwe gentechnieken verzetten. In deze bijdrage houd ik hun argumenten tegen het licht.

Voorzorgsprincipe

Een eerste argument is dat nieuwe gentechnieken in de landbouw moeten geweerd worden op basis van het voorzorgsprincipe. Dit principe kan worden toegepast wanneer er wetenschappelijke onzekerheid bestaat over de mogelijke schadelijke effecten van een technologie of chemische stof. In dat geval mag de overheid preventieve maatregelen nemen om de potentiële risico's te verminderen, bijvoorbeeld door de technologie of stof niet toe te laten. Beter voorkomen dan genezen, zeg maar.

Het voorzorgsprincipe inroepen tegen genetisch gemodificeerde organismen (ggo’s) was legitiem in de jaren 80 en 90 kort na het ontwikkelen van de eerste transgene gewassen. Er was in die tijd onduidelijkheid over de mogelijkheden en consequenties van de nieuwe technologie. Die periode ligt al geruime tijd achter ons. Er is intussen wetenschappelijke consensus en evidentie uit de praktijk dat de nieuwe veredeltechnieken veilig zijn.

Nieuwe veredeltechnieken brengen veranderingen aan in het DNA van planten, net zoals veranderingen in het DNA ook op de akker gebeuren. Witte ajuinen ontstonden spontaan uit rode ajuinen door een minieme verandering in het DNA. Er is niets buitenaards aan dergelijke veranderingen in het DNA, noch aan de noodzaak om gewassen te veredelen. De mensheid doet dit sinds het ontstaan van de landbouw.

Reële resultaten van nieuwe gentechnieken zijn bijvoorbeeld sla die rijk is aan vitamine C, minder stootblauw bij aardappelen, virusresistente kool, fruitbomen bestand tegen bacterievuur, en witloof die met verminderde bitterheid een nieuw publiek kan verleiden. Stuk voor stuk waardevolle en duurzame kenmerken waar boer, natuur en consument wel bij varen. Het voorzorgsprincipe inroepen voor deze gewassen is achterhaald. Het wordt tijd dat tegenstanders van nieuwe gentechnieken dit durven erkennen.

Oude en moderne rassen

Een tweede argument van Boerenforum luidt als volgt: “De genetica in onze landbouw is de voorbije decennia enorm verarmd. […] Hoewel het net de genetische diversiteit is die een antwoord biedt op de uitdagingen van de toekomst, […]” Hiermee komen ze op voor méér DNA-diversiteit. Dat is exact waar voorstanders van gentechnieken ook voor pleiten: genetische diversiteit creëren.

Alhoewel nieuwe gentechnieken in principe ingezet kunnen worden om oude landrassen te veredelen, zullen ze in de praktijk vermoedelijk voornamelijk worden ingezet om moderne rassen te verbeteren. Landbouwkundig, historisch en cultureel gezien zijn oude rassen van onschatbare waarde.

Het is belangrijk te weten dat het DNA van elk van de tienduizenden planten op een akker met een oud ras vrijwel uniek is. Bij het opduiken van een nieuwe ziekte is de kans groot dat er een deel van de planten ‘van nature’ resistent zijn. Die resistente planten bufferen dan meteen ook de niet-resistente, zodat de ziekte niet eenvoudig van plant naar plant kan overspringen, want telkens botst op gezonde weerbare planten.

De hoge DNA-diversiteit van oude rassen bieden dus voordelen voor robuuste landbouw. Toch maken de meeste boeren geen gebruik van oude rassen. Dat komt omdat een hoge DNA-diversiteit op de akker ook met enkele nadelen komt. Een hoge diversiteit betekent ook een diversiteit in groei en ontwikkeling. Het kan bijvoorbeeld als effect hebben dat niet elke plant op hetzelfde moment rijp is, of niet alle planten even groot. Dat is nogal lastig als men dan een akker wil oogsten. Automatisering is moeilijker bij rassen met hoge DNA-diversiteit, waardoor er meer hand- en maatwerk bij komt kijken en waardoor het voedsel duurder wordt.

Gelukkig hoeven we niet te kiezen tussen oude of moderne rassen. We hebben beide nodig! Oude rassen kunnen naast moderne rassen worden geteeld. De ene staan de andere niet in de weg.

Patenten en kwekersrecht

Als derde argument haalt Boerenforum aan dat aanpassingen in het DNA door nieuwe gentechnieken gepatenteerd zullen worden, terwijl voor rassen met spontane DNA-veranderingen kwekersrecht geldt. Dit is niet helemaal correct. Volgens het Europees patentenbureau zijn er een honderdtal patenten op DNA van ‘klassieke’ gewassen, en nog eens driehonderd patentaanvragen wachten op evaluatie. Patenten zijn dus niet iets uniek aan ggo’s of gewassen verkregen met nieuwe gentechnieken.

Wat de organisatie zegt, heeft echter wel een grond van waarheid. Het klopt dat aanpassingen in het DNA door nieuwe gentechnieken volgens het huidige patentrecht in de EU eenvoudiger te patenteren zullen zijn dan spontane veranderingen in het DNA. Persoonlijk vind ik patenten op zaaigoed niet wenselijk. De wetgeving hierrond loopt wat achter op de technische evolutie, en is dringend opnieuw aan een herziening toe. Het is verdedigbaar om geen patenten op zaaigoed toe te laten, dan geldt enkel nog kwekersrecht. Je merkt, het water tussen voor- en tegenstanders van nieuwe gentechnieken is niet zo diep als op het eerste zicht zou lijken.

Noot: In tegenstelling tot wat Boerenforum in Landbouwleven beweerde, bieden patenten met hun 20 jaar minder lang bescherming dan kwekersrecht, waar 25 of 30 jaar geldt al naargelang het gewas.

Multinationale zadenreuzen

Als vierde argument vindt Boerenforum het niet wenselijk dat de zadenmarkt in handen blijft van enkele grote spelers. Daarmee ben ik het eens. Boerenforum beschreef het als volgt: “Generaties lang namen een veelheid aan professionele zaadhuizen plantenselectie voor hun rekening. […] Door de concurrentieslag op de zadenmarkt zijn enorm veel kleinere zaadhuizen door hun grotere broers opgeslokt.”

Het is echter niet correct om de conglomeratie van zadenbedrijven die zich voltrok in de EU, toe te wijzen aan ggo’s en nieuwe gentechnieken. Tot op heden zijn deze de facto verboden in de EU. Dat verbod blijkt dus geen dam op te werpen tegen de macht van de zadenreuzen. Het lijkt me dan ook niet wenselijk deze falende strategie aan te houden. Een effectieve manier om een gelijker speelveld in de zaadmarkt tot stand te brengen, is door regelgeving te vereenvoudigen, en door de vorming van monopolies tegen te gaan.

Schadeclaims

In dezelfde context uit Boerenforum de vrees dat een verandering in het DNA die via een nieuwe gentechniek werd aangebracht via kruisbestuiving in een andere ras kan terechtkomen. Enerzijds uitten ze hun vrees voor schadeclaims, anderzijds voor deklassering van de oogst.

Aangezien nieuwe gentechnieken DNA-veranderingen nabootsen die ook op de akker kunnen plaatsvinden, is er eigenlijk geen onderscheid te maken tussen beide. Het valt dus moeilijk hard te maken dat er kruisbestuiving plaatsvond, net zo goed gebeurde de verandering in het DNA spontaan. Ik kan me niet voorstellen op welke juridische basis schadeclaims of deklassering kunnen plaatsvinden.

Wat de schadeclaims betreft, mag er ook geen karikatuur van gemaakt worden. Er vonden in Noord-Amerika enkele tientallen rechtszaken plaats over een periode van 25 jaar. Voor een continent met meer dan twee miljoen boerderijen, gaat het over een relatief klein aantal geviseerde boeren. Een goed beschreven rechtszaak was deze tegen boer Bowman. Hij kocht sojazaden bedoeld als veevoer, maar gebruikte die als zaaigoed. Zo’n praktijk is ook onder het kwekersrecht strafbaar. Het verhaal werd gemediatiseerd als een David-tegen-Goliath rechtszaak. Alhoewel boer Bowman in perceptie en streepje voor heeft op de multinational, valt het moeilijk te ontkennen dat hij iets mispeuterde.

Bovendien, ondanks de 100 patenten op zaaigoed heeft het Europees patentbureau geen weet van ook maar één enkele schadeclaim van zaadbedrijven tegen boeren over onrechtmatig gebruik van zaden.

Dit is geen promopraatje voor patenten en multinationals. Mijn stelling is enkel dat er bijzonder weinig evidentie is dat er schadeclaims zullen volgen na het versoepelen van de regelgeving rond nieuwe gentechnieken.

Warme oproep

Ik wil afsluiten met een warme oproep. Boer.inn.en en wetenschappers kunnen gezamenlijk de EU aansporen om de gentechnieken niet exclusief over te laten aan grote bedrijven, en het patentrecht op zaden te herzien. Door de regelgeving minimaal te houden, zullen ook kleine zaadhuizen en boeren met deze techniek aan de slag kunnen gaan om op te boksen tegen de zadenreuzen.

Samen voor meer DNA-diversiteit!

Ruben Vanholme (VIB-UGent)

Lees ook in Uw stem

Meer artikelen bekijken