Startpagina Vleesvee

IBR: nieuwe insleep en verdachte gevallen in West-Vlaanderen

Op 20 maart is in het ‘gebied van verhoogde waakzaamheid’ in West-Vlaanderen een nieuw geval van recente IBR-insleep bevestigd. Naast dit incident zijn er 4 andere verdachte gevallen waarbij momenteel acties worden ondernomen. Daarnaast zijn over heel Vlaanderen ook gevallen van (beperkte) insleep gerelateerd aan aankopen en onveilige handelspraktijken. .

Leestijd : 3 min

De oproep van DGZ tot waakzaamheid in de West-Vlaamse regio, en bij uitbreiding over heel Vlaanderen, blijft daarom van kracht.

Ontdekt via tankmelkonderzoek

Op 20 maart is in het ‘gebied verhoogde waakzaamheid’ (de regio Middelkerke, Nieuwpoort, Diksmuide, Gistel, Koekelare, Ichtegem, Jabbeke, Zedelgem, Torhout, Kortemark) een nieuw geval van IBR-insleep bevestigd. DGZ heeft contact opgenomen met alle bedrijven in de directe buurt alsook contactbedrijven. Dit nieuwe geval van insleep op een gemengd bedrijf werd ontdekt via een extra tankmelkonderzoek, dat midden maart in het kader van de verhoogde waakzaamheid werd uitgevoerd op kosten van het Sanitair Fonds.

Momenteel worden in West-Vlaanderen nog 4 andere bedrijven met verdachte resultaten nauwlettend opgevolgd. Deze nieuwe (verdachte) gevallen onderstrepen het belang van een aanhoudende waakzaamheid, waardoor het gebied van verhoogde waakzaamheid gehandhaafd blijft. Begin deze week heeft DGZ nog heel wat bedrijven aangespoord tot een extra bloedname in het kader van het verhoogde risico op IBR. DGZ vraagt dat iedereen daaraan tijdig gehoor geeft.

Blijvend alert, zeker bij aankopen

Behalve de recente gevallen van insleep in de bovenvermelde regio in West-Vlaanderen, roept DGZ de gehele Vlaamse sector op om de nodige aandacht aan IBR te besteden bij handel en aankopen.

Vanaf 1 februari 2024 tot op vandaag werden 7 bedrijven geconfronteerd met positieve (bevestigde) aankopen, waarvan 2 bedrijven ook verspreiding binnen het bedrijf hebben ervaren. Wat nog maar eens wijst op het significante risico op IBR-insleep bij handel én het belang van bioveiligheid, o.a. via veilige handelspraktijken of via isolatie waarbij de geïsoleerde runderen pas aan de inrichting worden toegevoegd na een volledige en gunstige aankoopprocedure die correct werd uitgevoerd en opgevolgd.

Aangekochte dieren vormen grootste risico

Infectieuze Boviene Rhinotracheïtis is een virale ziekte van de bovenste ademhalingswegen. Besmetting gebeurt vooral door neus-aan-neuscontacten. Aankopen van subklinisch besmette dieren vormt het voornaamste risico. Eenmaal besmet is een rund levenslang drager van het virus. IBR veroorzaakt schade door economisch verlies en handelsbeperkingen.

Canadese griep

IBR wordt ook wel ‘Canadese griep’ genoemd. De ziekte wordt veroorzaakt door een herpesvirus dat de bovenste luchtwegen van runderen aantast. Begin jaren ‘70 van vorige eeuw werd de ziekte geïmporteerd vanuit Canada. In België is het virus nog algemeen verspreid in onze rundveestapel. Ook in onze buurlanden komt IBR frequent voor. IBR is niet besmettelijk voor de mens.

IBR heeft economische gevolgen voor de rundveehouder, door de productiedaling bij de subklinische vorm en de verliezen bij een uitbraak. Daarnaast kunnen landen die vrij zijn van IBR, of een door de EU erkend bestrijdingsprogramma ingediend hebben of toepassen, invoerbeperkingen opleggen voor levend vee, sperma en producten van dierlijke oorsprong uit landen waar haarden zijn vastgesteld.

Aangifteplichtig

Klinische IBR is aangifteplichtig. Een veehouder die bij één of meer runderen van zijn beslag ziekteverschijnselen van IBR vaststelt (koorts, ademhalingsproblemen, verwerping, …) moet zo snel mogelijk een klinisch onderzoek laten uitvoeren door zijn bedrijfsdierenarts. Deze neemt monsters en maakt ze voor virologisch onderzoek over aan een erkend laboratorium voor dierziektebestrijding. De analysekosten worden gedragen door het Sanitair Fonds. Zodra de onderzoeksresultaten de verdenking bevestigen, moet het FAVV geïnformeerd worden.

Het beheer van een haard (aantonen virus) moet volgens de huidige wetgeving gebeuren door het FAVV, waarbij contactbedrijven in samenspraak met DGZ worden opgespoord en op de haard onder andere noodvaccinatie kan worden toegepast.

DGZ contacteert bedrijven

Bij gevallen van IBR-insleep (aantonen antistoffen wildvirus) identificeert DGZ bedrijven met verhoogd risico op basis van epidemiologisch onderzoek. Deze bedrijven worden op individuele basis gecontacteerd door DGZ en krijgen de opdracht een (gerichte) steekproef en/of tankmelkonderzoek uit te voeren. Het epidemiologische onderzoek omvat onder meer diercontacten (aan- en afvoer), bedrijven in de regio, eventueel deelname aan verzamelingen (bv. prijskampen) en linken door erfbetreders

DGZ

Lees ook in Vleesvee

Meer artikelen bekijken