Startpagina Veeteelt

“De buitenlucht maakt het verschil voor de kwaliteit van ons pluimvee!”

Thierry en Valérie zijn Franse melkveehouders en wonen in Argentré-du-Plessis (Ille-et-Vilaine, Frankrijk). Ze zijn ook lid van de coöperatie Fermiers de Janzé. Als lid van deze coöperatie produceren ze enkele duizenden vleeskippen en parelhoenders met het beroemde Label Rouge, wat synoniem staat voor kwaliteit.

Leestijd : 5 min

Bretagne kent iedereen van de pittoreske landschappen, vuurtorens, zeevruchten, pannenkoeken … en ook van de landbouw. Deze Franse regio telt meer dan 26.000 landbouwers en is daarmee een pijler van de Franse voedingsindustrie. De streek is bijvoorbeeld de belangrijkste Franse producent van eieren, melk en groenten, evenals van varkens en pluimvee. Volgens de regionale overheid kan de Bretoense landbouw 20 miljoen consumenten voeden, hoewel er maar 3,4 miljoen mensen wonen.

Pluimvee met vrije uitloop

Als melkveehouders maken Thierry en Valérie Désilles helemaal deel uit van de landbouw in hun regio. Ze boeren sinds 1993 in Argentré-du-Plessis, ongeveer 40 km van Rennes, en hebben een kudde van ongeveer 100 Holstein-melkkoeien. Deze koeien produceren ongeveer een miljoen l melk per jaar, die geleverd wordt aan Lactalis.

Thierry en Valérie zijn echter ook allebei lid van een andere coöperatie. Les Fermiers de Janzé is een groep van maar liefst 170 Bretoense pluimveehouders, die samen goed zijn voor een totaal van ongeveer 420 kippenstallen. Deze coöperatie fokt pluimvee onder het beroemde Label Rouge, dat zowel in als buiten Frankrijk bekend is.

"Onze 2 kippenstallen hebben elk een oppervlakte van 400 m2. In elke stal is er plaats voor 4.400 kippen of 5.200 parelhoenders", legt Valérie uit. Zij houdt zich voornamelijk bezig met het pluimvee, terwijl haar man meer tijd besteedt aan het melken. De kuikens komen toe op de boerderij op de dag dat ze geboren worden en hebben, van zodra ze 43 dagen oud zijn, toegang tot een buitenren van ongeveer 1 ha. Ze worden minstens 81 dagen opgefokt, volgens het Label Rouge-lastenboek. Dit lastenboek bepaalt ook de oppervlakte van de buitenren: 2 m2 per kip.

Er vinden regelmatig onaangekondigde controles plaats op de boerderij om na te gaan of deze oppervlakte gerespecteerd wordt en of er genoeg bomen staan in deze buitenren. De bomen moeten zorgen voor schaduw voor de vogels. Door het plaatsen van een groot zonnepaneel in de buitenren is die schaduw zeker gegarandeerd.

De parelhoenders gaan enkele dagen later naar buiten en blijven minimum 94 dagen op de boerderij.

"We fokken kippen of parelhoenders volgens de behoeften van de coöperatie. Soms is er in de 2 kippenstallen dezelfde soort aanwezig en soms worden in één stal parelhoenders gehouden, terwijl er in de tweede stal kippen worden gehouden," legt Valérie uit.

In de aanloop naar de feestdagen gebruiken enkele coöperanten hun stallen ook voor kalkoenen (minimaal 140 dagen) of kapoenen (minimaal 150 dagen, gevoed met rauwe melk voor de afwerking gedurende 3 weken), altijd onder het Label Rouge. Er zijn ook biokippen onder het Label Rouge en het pluimvee van Thierry en Valérie staat eveneens in de catalogus van de Fermiers de Janzé.

Gas- en elektriciteitsverbruik

Kippenstallen staan synoniem voor comfort, zowel voor het pluimvee, maar ook voor de pluimveehouders. Binnen zijn er verschillende zitplaatsen (rekken) en is er een verwarmingssysteem. "Wanneer ze in de kippenstal toekomen, genieten de kuikens van een temperatuur van 30° C, die geleidelijk wordt verlaagd tot ze 40 dagen oud zijn. Voor parelhoenders beginnen we met 32° C , om dan te zakken tot 24° C aan het einde van de verwarmingsperiode. Het enige nadeel is dat het gasverbruik relatief hoog is tijdens de winter.

Het elektriciteitsverbruik is minder een probleem. Deze Bretoense boerderij is uitgerust met enkele tientallen zonnepanelen op een mast, die gekoppeld is aan een tracker. De panelen volgen de beweging van de zon gedurende de dag, waardoor er zoveel mogelijk elektriciteit geproduceerd kan worden. Dit levert de energie die nodig is om de kippenstallen te verlichten, maar ook voor het melken (melkrobots, tanks...). Eventuele overschotten aan elektriciteit worden verkocht op de markt.

In elk van de 2 pluimveestallen is er plaats voor 4.400 kuikens of 5.200 parelhoenders
In elk van de 2 pluimveestallen is er plaats voor 4.400 kuikens of 5.200 parelhoenders - Foto: FVDL

Elke pluimveestal is aan de zijkant uitgerust met gordijnen. Eén gordijn is handmatig, terwijl het andere automatisch is en gekoppeld aan een sensor die opent en sluit, afhankelijk van de omstandigheden buiten. Een alarm waarschuwt de boeren als de temperatuur in de kippenstallen wordt overschreden.

Geen antibiotica

Het rantsoen van het pluimvee bestaat uit tarwe en maïs. Eiwit wordt toegediend in de vorm van niet-genetisch gemanipuleerde soja. Ze krijgen geen antibiotica. "Bij problemen kiezen we voor vitamines. Daarnaast zijn onze dieren weerbaarder omdat ze buiten kunnen rondlopen", legt Valérie uit.

Thierry voegt eraan toe: "In 2023 had een deel van de dieren geen toegang tot de buitenren vanwege de vogelgriep. Dit leidde tot verenpikken. We hebben die verhoogde agressie toen gemeld en daarna werden de beperkingen een beetje versoepeld. Het valt niet te ontkennen: pluimvee moet toegang hebben tot de buitenren. De buitenlucht, dat maakt het verschil ... en zorgt voor de kwaliteit van ons pluimvee!".

De keuze van de rassen en het voer voor het pluimvee wordt bepaald door de coöperatie. Als ze geslacht worden, wegen de scharrelkippen van Janzé ongeveer 2,2 kg. Parelhoenders wegen gemiddeld 2 kg als ze de boerderij verlaten.

Wachten op een vaccin

Ook al worden er geen antibiotica gegeven aan de kippen en parelhoenders op deze boerderij, er wordt wel een vaccinatieprogramma gevolgd. In de broedruimte worden de kuikens voor de eerste keer gevaccineerd tegen de ziekte van Newcastle en tegen de ziekte van Gumboro. Drie weken later krijgen ze een tweede vaccin toegediend. "We wachten vol ongeduld tot er een vaccin tegen de vogelgriep ook beschikbaar zal zijn voor kippen en parelhoenders.” Op dit moment is dit vaccin in Frankrijk uitsluitend bestemd voor eendenhouderijen, wat niet voldoende is om deze pluimveehouders gerust te stellen.

Op de uitloopweide van het pluimvee staat een zonnepaneel op een korte mast. Die produceert elektriciteit en biedt ook heel wat schaduw voor de dieren.
Op de uitloopweide van het pluimvee staat een zonnepaneel op een korte mast. Die produceert elektriciteit en biedt ook heel wat schaduw voor de dieren. - Foto: FVDL

Thierry en Valérie investeerden in de melkveetak van hun bedrijf recent nog in een melkrobot en in een mestrobot, om het werk te verlichten. Vooral Thierry vindt het jammer dat er in Bretagne maar weinig jongeren klaarstaan om op termijn een bloeiend en rendabel bedrijf als het zijne over te nemen.

Machines delen

Wat onmiddellijk opvalt als je op deze boerderij rondloopt, is dat Thierry en Valérie maar weinig eigen landbouwwerktuigen hebben. Ze maken dan ook deel uit van 2 coöperaties voor gezamenlijk gebruik van landbouwmachines (Cuma), wat in Frankrijk populairder is dan in Vlaanderen. Daardoor moeten ze minder zelf investeren.

Een eerste coöperatie omvat ongeveer 10 boerderijen en bestaat al bijna 30 jaar. De mengwagen, die ze gebruiken om de koeien mee te voeren, is van deze coöperatie. De tweede coöperatie heeft 3 maaidorsers, 2 hakselaars, zaaimachines... en 3 vaste chauffeurs. Het vraagt wat meer planning, maar het scheelt in opslagruimte en werk.

Jeremy Vandegoor/Filip Van der Linden

Lees ook in Veeteelt

Michael Gore: “Als het zo doorgaat, glijden we opnieuw af naar een crisis in de vleesveesector”

Vleesvee Het aantal runderslachtingen staat op een historisch laag niveau. We produceren vandaag de dag minder rundvlees dan in 1970 en als je het aan Michael Gore, afgevaardigd bestuurder van de nationale beroepsvereniging voor slachthuizen, uitsnijderijen en groothandels (Febev), vraagt is de bodem nog niet in zicht. “We kunnen deze neerwaartse trend alleen stoppen bij de basis: de boer, alsook de tussenschakels in de vleesproductieketen, moeten een eerlijke prijs ontvangen voor hun product. Dat is de impuls die we nodig hebben om de hele keten draaiende te houden.”
Meer artikelen bekijken