Startpagina Maïs

Strategieën voor onkruidbestrijding in maïs

Voor onkruidbestrijding in maïs zijn er dit seizoen maar weinig nieuwe producten of actieve stoffen te melden. Degenen die er wel zijn, dienen met kennis en oplettendheid ingezet te worden.

Leestijd : 5 min

De overvloedige regenval sinds november 2023 heeft de inzaai van zowel wintergranen als zomergranen op veel velden onmogelijk gemaakt. Meerdere van deze velden worden waarschijnlijk ingezaaid met maïs.

Het Centre indépendant de promotion fourragère (CIPF) belicht in dit artikel de laatste informatie over de beschikbare herbiciden en aanbevelingen om onkruid op het juiste moment te bestrijden.

Intrekking van producten op basis van S-metolachloor

Naar aanleiding van het probleem van de aanwezigheid van de actieve stof ‘S-metolachloor’ in het grondwater in verschillende Europese landen, en ondanks de voorzorgsmaatregelen die Syngenta heeft genomen om het gebruik van deze werkzame stof op zandgronden en in waterwingebieden af te raden, heeft de Europese Commissie besloten om de goedkeuring van S-metolachloor op Europees niveau niet te verlengen. Deze wijziging heeft gevolgen voor de volgende producten: Codal, Dual Gold, Efica 960 EC, Lecar, Metallica, maar ook voor de middelen Camix, Deluge Extra, Gardo Gold, Primagram Gold en Eternity. In deze handelsnamen zit S-metolachloor gecombineerd met nog een andere actieve stof.

Verkoop en opslag door derden voor voornoemde producten blijft toegestaan tot 23 mei 2024. Het gebruik ervan door landbouwers blijft mogelijk tot 23 juli 2024.

Tot nu toe waren producten op basis van S-metolachloor een van de belangrijkste behandelingen die zowel in voor- als naopkomst werden toegepast om eenjarige grassen te bestrijden door bodemwerking. Ze maken deel uit van de chlooracetamidefamilie en worden gebruikt om de voornaamste eenjarige grassen (hanenpoot, naaldhaar, bloedgierst,…) te bestrijden. Het verbod zal telers dwingen om op alternatieve producten over te stappen.

Met het verdwijnen van S-metolachloor blijven er slechts 2 werkzame stoffen van de chlooracetamidefamilie bruikbaar van voor- tot naopkomst: dmta-p (Frontier Elite) en pethoxamide (Juan, Koban, Mojang, Successor 600). Tot het 3 - 4 bladstadium van het gewas en wanneer de omstandigheden gunstig zijn voor een optimale werkzaamheid (regelmatige regenval), is het bestrijdingsniveau van dmta-p redelijk vergelijkbaar op deze grassen. Aan de andere kant is de werkzaamheid van pethoxamide, hoewel bevredigend, iets zwakker, vooral in droge omstandigheden of wanneer de onkruidbezetting te hoog is.

Andere herbiciden die in België zijn goedgekeurd, zijn isoxaflutool (Adengo TC Max) of pendimethalin (Stomp Aqua). In het kader van de bestrijding van eenjarige grassen is Adengo TC Max 0,33 l/ha vergelijkbaar met of zelfs effectiever tegen raaigras, duist en straatgras dan Dual Gold 1,4 l/ha, maar het kan niet worden toegepast na het derde zichtbare bladstadium van de maïs. Stomp Aqua 2,5 l/ha is sterk afhankelijk van de bodemvochtigheid en is effectiever tegen breedbladige onkruiden, waaronder melganzenvoet en uitstaande melde.

Nieuwe gebruiksvoorwaarden voor Callisto, Lumica 100 en Meristo

De maximale dosering Callisto, Lumica 100 en Meristo op basis van 100g/l mesotrione is verlaagd sinds december 2023. Deze producten kunnen daarom alleen worden gebruikt met een maximale dosering van 0,6 l/ha. Daardoor zijn deze producten alleen erkend ter bestrijding van eenjarige breedbladige onkruiden. Het is niet langer mogelijk om met deze dosering hanenpoot te bestrijden.

Op basis van proeven die gedurende meer dan 20 jaar zijn uitgevoerd op breedbladige flora, is een dosis van 0,75 l/ha van deze producten nodig voor een bevredigend resultaat en om de nawerking van 3 tot 4 weken te garanderen die nodig is vooraleer de maïsrijen gesloten zijn. Bij een dosis van 0,6 l/ha zijn de effectiviteit en nawerking van deze producten sterk verminderd en wordt het gebruik ervan afgeraden. Een alternatief voor deze beperking is het gebruik van Callisto 100 SC en Lumica 100 SC formuleringen, die ook 100 g mesotrione bevatten, maar die nog steeds kunnen worden toegepast aan een maximale dosering van 1,5 l/ha. Voor het gebruik hiervan zijn echter 90% driftreducerende doppen vereist.

Intrekking van toelatingen voor Zeus en Dractar

Zeus en Dractar, die 300 g sulcotrion per liter bevatten, zullen vanaf 14 december 2024 niet langer beschikbaar zijn voor gebruik. Na deze datum blijft alleen Sulcogan (sulcotrion 300 g/l) over, dat nog steeds kan worden toegepast aan maximaal 1,5 l/ha.

In maïs is sulcotrion van indirect belang bij de bestrijding van kweek. Om dit overblijvende gras afdoende te bestrijden, moeten de grasbestrijdingsmiddelen nicosulfuron of foramsulfuron in hogere doseringen worden toegepast, die, afhankelijk van de mengpartner, symptomen van fytotoxiciteit in het hoofdgewas kunnen veroorzaken. Sulcotrion, een van de meest selectieve triketonen in de maïsteelt, vermindert deze risico's.

Beperking bij de toepassing van terbutylazine

Sinds 21 mei 2021 is er een nieuwe uitvoeringsverordening van de Europese Commissie betreffende de voorwaarden voor goedkeuring van de werkzame stof ‘terbutylazine’ om verontreiniging van het grondwater te voorkomen.

Naar aanleiding van dit besluit heeft het erkenningscomité de toelatingen voor alle producten op basis van terbutylazine herzien, waarbij het gebruik ervan met terugwerkende kracht wordt beperkt tot één toepassing om de 3 jaar op hetzelfde perceel en tot een maximumdosis van 750g/ha vanaf 2022. Gebruikers moeten rekening houden met toepassingen in voorgaande jaren op hetzelfde perceel.

Aangezien deze beperking sinds 2022 geldt, betekent dit dat landbouwers die in 2022 en 2023 een product op basis van terbutylazine op een perceel hebben gebruikt, deze werkzame stof in 2024 niet meer kunnen toepassen.

Deze wijziging heeft betrekking op de volgende producten: Akris, Andes, Aspect T, Promess, Calaris, Callistar, Click pro, Click Premium, Deluge extra, Gardo Gold, Gardoprim en Primagram Gold.

Het gebruik van terbutylazine langs waterlopen blijft afhankelijk van de aanleg van een grasstrook

Elke landbouwer die een product op basis van terbutylazine wil toepassen op een perceel dat grenst aan oppervlaktewater is verplicht om een vegetatieve bufferzone van 20 m breed langs dat water aan te leggen. In dit geval wordt al het stilstaande en stromende water beschouwd als oppervlaktewater. Dit omvat geclassificeerde en niet-geclassificeerde waterlopen (rivieren, beken...), meren, vijvers en plassen, evenals ‘kunstmatige’ waterlichamen zoals kanalen en collectoren (riolen, drainagesystemen, natte sloten...).

Watersingels, kunstmatige afwateringssloten en bermsloten die nat zijn op het moment van de toepassing, worden beschouwd als oppervlaktewater en zijn daarom ook onderworpen aan de instelling van deze met gras begroeide bufferzone.

Terbutylazine voorzichtig gebruiken!

Hoewel het alleen is goedgekeurd in coformulaties, biedt terbutylazine een aantal voordelen. Het verhoogt de effectiviteit van contactmiddelen en versnelt de werking van tankmixpartners. Het is effectief tegen onkruiden die over het algemeen minder gevoelig zijn voor de basisproducten (Callisto, Zeus, Laudis). Voorbeelden zijn straatgras, kamille, bingelkruid, akkerviooltje, varkensgras, zwaluwtong en ereprijs. Hoewel moeilijker te realiseren, is onkruidbestrijding zonder terbutylazine mogelijk met bepaalde aanpassingen.

Het CIPF voert al een aantal jaren proeven uit om het gebruik van terbutylazine op verschillende flora te beperken.

Over het algemeen is het zonder terbutylazine essentieel om jongere onkruiden te behandelen en om combinaties en doseringen aan te passen aan de aanwezige flora. Sinds de invoering van deze maatregel zijn er maar weinig grasstroken aangelegd. De meeste landbouwers die met deze beperking te maken hebben, hebben de voorkeur gegeven aan behandelingen zonder terbutylazine.

Marc Verbiest (CIPF)

Lees ook in Maïs

Samen- of onderzaai van gras bij (korrel)maïs

Maïs Hoe later het oogsttijdstip van de kuilmaïs, hoe moeilijker het wordt om een geslaagde groenbedekker te laten ontwikkelen. Dit probleem wordt alleen maar groter na de oogst van korrelmaïs. Vroegere maïsrassen zijn een optie, maar ook hier botst men op limieten. Is samen- of onderzaai een oplossing?
Meer artikelen bekijken