Startpagina Maïs

Geschikte middelencombinaties in voor- en naopkomst

Voor onkruidbestrijding in de maïsteelt kan je meerdere middelencombinaties samenstellen voor een succesvol resultaat. Toepassingsmomenten zijn er zowel in de voor- als in de naopkomst van de maïs.

Leestijd : 4 min

Bodemherbiciden werken vooral op ontkiemende onkruidzaden door absorptie via het coleoptyl (beschermend omhulsel) of de zaadlobben. Ze moeten worden toegepast voordat onkruid opkomt en moeten goed verdeeld worden over een bodemoppervlak dat geen grote kluiten en/of maïszaad bevat.

De efficiëntie van een vooropkomstherbicide hangt af van 3 parameters: de aanwezigheid van water in de bodem, het kleigehalte en het organischestofgehalte. Bodemvocht is de belangrijkste factor. In feite is enkel het product dat in de bodem is opgelost efficiënt tegen onkruid.

Tussen de actieve stoffen zijn er echter verschillen in oplosbaarheid in water. Zo zal de werkzaamheid van dimethenamid P (1.499 mg/l bij 20°C), dat zeer goed oplosbaar is in water, in drogere omstandigheden minder worden beïnvloed dan pendimethalin, dat veel minder goed oplosbaar is (0,33 mg/l bij 20 °C). Het kleigehalte en het organischestofgehalte beïnvloeden ook de onkruidbestrijding. Hoge gehaltes blokkeren de actieve stoffen, die niet langer beschikbaar zijn om dan het onkruid te vernietigen.

Het succes van een vooropkomstbehandeling is sterk afhankelijk van de kwaliteit van het zaaibed (voldoende verkruimeld en aangedrukt) en van de vochtcondities op het moment van toepassing. Als je er de voorkeur aan geeft om binnen 48 uur na het zaaien toe te passen, kun je vaak profiteren van het vocht aan de oppervlakte in de grond en zorg je ervoor dat de gevormde herbicidefilm uniform is. Neerslag na de toepassing is ook belangrijk. Voor een optimale werkzaamheid van de bodemherbiciden is binnen 10 dagen 1 tot 15 mm neerslag nodig.

Wanneer de omstandigheden goed zijn, is het met terbuthylazine bevattende middelen mogelijk om schema’s te maken die alle klassieke eenjarige onkruiden bestrijden. Doorlevende onkruiden (akkerwinde, distels, zuring, kweek,…) vereisen echter een behandeling na opkomst. Een Aspect T 2 l + Stomp Aqua 2 l behandeling kan volledig zijn als de toepassingsomstandigheden optimaal zijn, zie ook tabel 4.

Sommige actieve stoffen (flufenacet, isoxaflutool, pendimethalin) die in vooropkomst worden gebruikt, mogen niet in contact komen met ontkiemend maïszaad (een zaaidiepte van 3 tot 5 cm is hiervoor vereist). Behandelingen op velden met een ondiepe zaai en een toepassing op droge grond voordat zware regenval wordt verwacht, zijn niet zonder risico, zeker bij lichte grond. Vroeger was een vooropkomstbehandeling zonder terbuthylazine moeilijk om volledig te doen slagen. De komst van Adengo TCmax heeft hier voor een positieve evolutie gezorgd. De combinaties van Adengo TCmax 0,25 l + Camix 1,25 l , Adengo TCmax 0,25 l + Stomp Aqua (Most Micro) 1,5 l zorgden beide voor een nagenoeg compleet werkingsspectrum. Enkel zwaluwtong blijft een zwakte van voornoemde combinaties.

Denk eraan om steeds het spuittoestel goed te reinigen als bespuitingen in maïs worden afgewisseld met deze van bijvoorbeeld bieten. Van tabel 1 tot en met tabel 3 worden enkele aanbevolen behandelingen uitgewerkt. Afhankelijk van de gekozen combinatie kunnen er enkele onkruiden ontsnappen.

16-maistabellen-01-web

Naopkomstbehandelingen met terbutylazinecoformulaties

In aanwezigheid van eenjarige tweezaadlobbigen zal het basisschema bestaan uit een combinatie van een triketon (mesotrione, sulcotrione of tembotrione), gecombineerd met een terbutylazinecoformulatie die ook een bodemherbicide bevat, zie ook tabel 2.

Als er eenjarige grassen (duist, straatgras, raaigras, enzovoort) aanwezig zijn, zal het toevoegen van 0,4 tot 0,5 l/ha Samson extra 60 OD of van Monsoon active 0,75 l/ha nodig zijn om deze te bestrijden. Deze graminiciden hebben ook een werking tegen bingelkruid van 4 of meer bladeren.

Ter bestrijding van papegaaienkruid zijn Callisto of Laudis veel effectiever dan Zeus (of Sulcogan). Sulcotrion en tembotrion zijn iets ‘zachter’ als de groei van de planten wordt vertraagd door koel weer.

In situaties waarin we zowel een flora van eenjarige breedbladige planten als hanepoot en/of naaldaar aantreffen, zijn verschillende schema ‘s mogelijk. Om gierstgrassen te bestrijden, worden actieve stoffen gebruikt zoals nicosulfuron (Samson extra 60 OD), thiencarbazone + foramsulfuron (Monsoon actief) en tembotrione (Laudis). Tembotrione (Laudis) werkt zowel op eenjarige breedbladigen als op gierstgrassen.

16-maistabellen-02-web

Sulcotrione en mesotrione zijn vooral nuttig tegen melganzevoet en uitstaande melde, die minder goed onder controle worden gehouden door alle bodemmiddelen (behalve pendimethalin). Als sulcotrione of mesotrione wordt gebruikt, moeten hanepoot en/of naaldaar worden vernietigd door de contactwerking van nicosulfuron of foramsulfuron (Monsoon-actieve stof of Maïster Power TC Max). Hun werking is vrij traag, maar over het algemeen zijn deze behandelingen zeer effectief tegen deze 2 grassen. Gezien hun beperkte nawerking, moet 2 l/ha Gardo Gold of Aspect T 1,6 l/ha of Akris 2 l/ha aan de behandeling worden toegevoegd. Deze zullen de contactwerking versterken door toevoeging van terbutylazine, terwijl ze een effectieve nawerking hebben ter bestrijding van eenjarige grassen.

Het optimale behandelingsstadium voor een goede werkzaamheid (vernietiging van aanwezig onkruid en voldoende nawerking) ligt tussen het 4e en 5e bladstadium van maïs (vroege naopkomst). De meeste hanepoot en/of naaldaar hebben dan meestal het 3 blad - begin uitstoelingstadium bereikt.

16-maistabellen-03-web

Zonder terbutylazine is het aan te raden om minder ontwikkelde onkruiden wat eerder te behandelen en om de dosering van het bodemmiddel te verhogen. Capreno TC Max is samengesteld uit tembotrione en versterkt met thiencarbazone, wat zorgt voor extra effectiviteit op varkensgras en kamille.

Naopkomst zonder terbutylazine

Voor landbouwers die willen (moeten) behandelen zonder terbutylazine, zal het nodig zijn om eerder te behandelen, bij voorkeur in het 3-4e bladstadium van de maïs. Het is ook belangrijk om aandachtig te zijn voor de waargenomen flora op het perceel. Bij aanwezigheid van duist, straatgras, windhalm, bingelkruid, varkensgras, en ontwikkelde kamille is vaak de toevoeging van een aanvullend product aan het basisschema vereist. Pyridaat (alleen aanwezig in Onyx of geassocieerd met mesotrione in Botiga) verhoogt de werkingssnelheid en versterkt de werking van mesotrione op matig gevoelige onkruiden zoals ereprijs).

16-maistabellen-04-web

Bij bepaalde mengsels is echter voorzichtigheid geboden. Monsoon active 0,75 l/ha en Maïster Power 0,75 l/ha kunnen niet worden gecombineerd met Laudis OD wanneer de toegepaste dosis groter is dan 1,5 l/ha (risico op fytotoxiciteit).

Marc Verbiest (CIPF)

Lees ook in Maïs

Samen- of onderzaai van gras bij (korrel)maïs

Maïs Hoe later het oogsttijdstip van de kuilmaïs, hoe moeilijker het wordt om een geslaagde groenbedekker te laten ontwikkelen. Dit probleem wordt alleen maar groter na de oogst van korrelmaïs. Vroegere maïsrassen zijn een optie, maar ook hier botst men op limieten. Is samen- of onderzaai een oplossing?
Meer artikelen bekijken