Startpagina Onderwijs

Leerlingen PITO Stabroek oefenen op virtuele landbouwvoertuigen

Leerlingen Land- en tuinbouw van middelbare school PITO Stabroek kunnen al vanaf jonge leeftijd op landbouwvoertuigen oefenen. Alleen gebeurt dit niet direct op een veld, maar werken ze in een virtuele omgeving op een simulator.

Leestijd : 4 min

Normaal gezien mogen leerlingen Land- en tuinbouw pas vanaf hun 16 jaar –het tweede jaar van de tweede graad dus – oefenen op echte landbouwmachines. Bij middelbare school PITO Stabroek zijn ze naar de virtuele wereld getrokken om daar een oplossing voor te vinden.

“Drie jaar geleden kochten we een simulator van het Zweedse bedrijf Tenstar”, zegt Xavier Geerolf, technisch adviseur van de Tuinbouwafdeling. “Onze leerlingen kunnen nu vanaf het tweede jaar al virtueel oefenen op de besturing van landbouwmachines, wat hun een significante leervoorsprong geeft.”

Zintuigen prikkelen

Meer precies gaat het om de Mobile Unit Motion Based van Tenstar. Leerlingen zitten op een stoel die kan trillen en meebewegen met de bewegingen van de voertuigen op het scherm. Zo rijdt Joshua, een leerling van het vierde jaar Plant, dier en milieutechnieken, tijdens een oefening over ruw terrein. Hij wordt door de stoel heen en weer gezwierd.

“Alle zintuigen van leerlingen, buiten geur, worden aangesproken tijdens een oefening op de simulator”, pocht Geerolf. “Bomen en windmolens bewegen mee met de wind en vogels vliegen op van de velden. Leerlingen letten daar misschien niet actief op, maar het prikkelt de zintuigen.”

“Leerlingen zijn wel al eens wagenziek geworden, of moesten zelfs overgeven na een oefening”, moet Geerolf toegeven. Sommige gebruikers van VR-brillen klagen wel vaker dat ze misselijk worden ervan. Het is een bekend probleem. Gelukkig kan de simulator door de schermen voor en achter de stoel ook zonder bril gebruikt worden.

Leerlingen van de middelbare school in Stabroek kunnen verschillende soorten (landbouw)voertuigen oefenen, van een gewone tractor tot een maaidorser. Aangepaste joysticks zorgen ervoor dat de besturing zo nauw mogelijk aansluit bij die in het echte leven.

Autonoom oefenen

Tijdens de praktijkuren of pauzes kunnen leerlingen autonoom, dus zonder tussenkomst van leerkrachten, oefenen op de simulator. “De deur naar het lokaal is altijd open voor leerlingen”, zegt Geerolf. “Elke leerling heeft ook een eigen account in het systeem, dat hun score bijhoudt van het tweede jaar tot het einde van hun schoolcarrière, terwijl de praktijkleerkracht de vooruitgang mee opvolgt.”

Oefeningen volgen elkaar dan ook op en bouwen verder op de kennis en vaardigheden die een leerling opdeed met een eerdere oefening. “Eerst leren ze de onderdelen van bijvoorbeeld een tractor herkennen, dan de basisbesturing ervan. Vervolgens gaan ze door telkens ingewikkeldere hindernisparcours om de fijnere besturing in de vingers te krijgen, waarna ze echte landbouwsituaties kunnen oefenen op een virtueel veld.”

Zo probeerde Joshua de snelheid van zijn trekker te matchen met een oogstmachine die graan aan het oogsten was. Enkele maanden geleden brak hij zijn arm, waardoor hij tot het einde van het schooljaren geen fysiek zware praktijkoefeningen mag doen. “De simulator biedt hem de kans om toch te blijven leren, anders zat hij in de studie of thuis”, zegt Geerolf.

Na de oefening kan Jordy bekijken hoeveel fouten hij precies maakte.
Na de oefening kan Jordy bekijken hoeveel fouten hij precies maakte. - Foto: ThD

Een andere leerling, vijfdejaars Jordy van de richting Groenaanleg en -beheer, oefent ecorijden. Nadien kan hij nakijken hoeveel brandstof hij precies zou verbruikt hebben en dus hoeveel foutjes hij maakte. Jordy is het met Geerolf eens dat hij met een voorsprong aan het oefenen met echte landbouwmachines startte door de simulator.

“Ik voel wel dat ik het sneller onder knie krijg dankzij de simulator. De machine simuleert de eigenaardigheden van elk voertuig: een elektrische vorkheftruck trekt bijvoorbeeld sneller op”, vertelt Jordy. “De stap om met een echte tractor en vorkheftruck te rijden was makkelijker te zetten door de lessen met de simulator.”

Flink prijskaartje

Geerolf is zeer opgezet met de ondersteuning van Tenstar. “Als er iets misgaat, kan het bedrijf direct vanuit Zweden de besturing van de computer overnemen en het probleem oplossen.” Even was er tijdens de oefening van een van de 2 leerlingen een klein probleem, maar na enkele minuten kon hij weer verder. De ondersteuning is wel alleen maar in het Engels. “Maar dat is goed voor de Engelse kennis van onze leerlingen”, grapt Geerolf.

Aan de simulator hangt wel een flink prijskaartje: het kostte het PITO Stabroek iets meer dan 100.000 euro. “Maar daartegenover staat dat je minder oefenmachines nodig hebt als instelling”, zegt Geerolf. “We besparen bovendien nog in onderhoud en brandstoffen.” De simulator is ook beter voor het klimaat, omdat hij geen fossiele brandstoffen verbruikt. Tenstar schat op haar website zelf dat de simulator ongeveer 3% van de klimaatimpact van een echte graafmachine heeft.

De simulator krijgt na 3 jaar gebruik door al deze voordelen een positieve evaluatie van PITO. Ze denken er nu over na om een tweede simulator te kopen. Die zou leerlingen in staat stellen om samen te werken op dezelfde virtuele akker. “Hopelijk krijgen we deze aankoop dit schooljaar nog rond. De procedure voor zo’n openbare aanbesteding gaat niet altijd even vlot”, besluit Geerolf.

Thor Deyaert

Lees ook in Onderwijs

Toekomstige landbouwers aan hogeschool Vives vragende partij voor perspectief op lange termijn

Onderwijs Hogeschool Vives telt vandaag de dag bijna 1000 studenten Agro- en biotechnologie in Roeselare. Iets meer dan 200 van hen studeert in de bachelorrichtingen Agro-industrie, Algemene landbouw, Landbouwmechanisatie en het graduaat Productiebeheer land- en tuinbouw. “Elk van onze studenten is vragende partij voor duidelijke regelgeving op lange termijn, zodat ze kunnen bouwen aan hun toekomst”, luidt het bij het docentenkorps.
Meer artikelen bekijken