Broederschool Sint-Niklaas, een eeuweling met toekomstgerichte aanpak
De Biobroeders is in de ruime regio van Sint-Niklaas een naam als een klok. Dat is niet voor niets, want de landbouwschool blaast dit jaar 100 kaarsjes uit. “En die verjaardag zetten we de komende weken graag in de kijker”, vertelt Joris Verbeke, directeur van de 2de en 3de graad.
De Broederschool Biotechnische & Sport, zoals de school voluit heet, is de dag van vandaag een moderne middelbare school met een brede waaier aan studierichtingen, deels gericht naar de land- en tuinbouwsector.
Drie finaliteiten
Directeur Verbeke legt ons uit welke onderwijsniveaus leerlingen in de Broederschool kunnen kiezen.
“Sowieso zijn onze studierichtingen onderverdeeld in 3 onderwijsniveaus, de ‘finaliteiten’ zoals wij dat noemen. In de ‘doorstroomfinaliteit (D)’ biedt de school de richting Biotechnologische en (Chemische) Wetenschappen aan. Deze leerlingen worden voorbereid op het volgen van een bachelor- of masteropleiding (hogeschool of universiteit). Een stevige theoretische basis staat hier centraal. De richtingen, zowel in het domein sport als land- en tuinbouw, in de ‘dubbele finaliteit (D/A)’ laten toe om verder te studeren, voornamelijk in het hoger onderwijs van het korte type, de bacheloropleidingen. De leerlingen in deze finaliteit kunnen er echter eveneens voor kiezen om meteen hun plekje op de arbeidsmarkt te veroveren. Onze derde finaliteit is de ‘arbeidsmarktfinaliteit (A)’. Bij deze studierichtingen ligt de nadruk vooral op praktijkvakken die de leerlingen klaarstomen voor de arbeidsmarkt in de land- en tuinbouwsector.
A-stroom in de eerste graad
In de eerste graad is er zowel een A-stroom als een B-stroom. “We begeleiden onze leerlingen al vanaf de eerste graad in hun leertraject”, stelt Verbeke. “In de eerste graad van de A-stroom kunnen leerlingen kiezen voor de basisopties sport of STEM-wetenschappen en STEM-technieken. STEM staat binnen het onderwijs voor Science, Technology, Engineering en Mathematics, waarbij verbanden worden gelegd tussen wetenschap, wiskunde, technologie en ICT. De basisopties STEM zijn belangrijk als basis voor onze studierichtingen Biotechnologische wetenschappen en Plant-, dier- en milieutechnieken in de tweede graad.
In de derde graad kunnen de leerlingen zich verder specialiseren binnen het domein land- en tuinbouw door te kiezen voor Agrotechnieken Dier of Agrotechnieken Plant. Vanaf volgend schooljaar bieden we hier ook de nieuwe keuzemogelijkheid Tuinaanleg en -beheer aan.”
Praktijkgerichte vorming in B-stroom
In de eerste graad van de B-stroom richten we de basisoptie STEM-technieken, land- en tuinbouw in, waar leerlingen voorbereid worden op de richting Plant, dier en milieu in de tweede graad.
In de B-stroom krijgen de leerlingen vanaf de eerste graad al heel wat landbouw- en tuinbouwgerichte vakken. “Hier richten we ons nog meer op de praktische vorming. Deze leerlingen bereiden we vanaf de tweede graad voor op het beroepsleven - onze A-finaliteit - met heel wat praktijkvakken en ook werkplekleren. Dat werkplekleren doen we hier trouwens al bijna 20 jaar. We werken hiervoor samen met een zestal veebedrijven in de nabije regio.
In de derde graad van de A-finaliteit bieden we vanaf volgend schooljaar in het vijfde leerjaar een extra keuze aan. Naast ‘Dier en milieu’ en ‘Groenaanleg en -beheer’ kunnen de leerlingen kiezen voor de nieuwe richting ‘Plant en milieu’.”
Uitstekende reputatie
De Broederschool heeft duidelijk een goede reputatie. Dat blijkt uit de populariteit van de school. Volgens directeur Verbeke telt de school momenteel zo’n 700 leerlingen, twee derde kiest voor de land- en tuinbouwgerichte richtingen en een derde voor de richting Sport.
“Het aantal leerlingen op onze school ging de voorbije jaren in stijgende lijn. Heel wat leerlingen komen best van ver en doen veel moeite om hier dagelijks te geraken. Onze leerlingen komen voornamelijk uit de ruime regio rondom Sint-Niklaas, dus uit het Waasland, maar ook uit het Gentse, Lokeren en Dendermonde én zelfs uit het zuiden van Nederland. Sint-Niklaas ligt midden in een veehouderijregio, vlakbij het akkerbouwgebied in de Polders. Bovendien is het een belangrijk fruitteelt- en tuinbouwgebied.
Onze eerste graad van de B-stroom heeft zelfs de maximale capaciteit bereikt. Dit is erg positief als onderbouw voor de nieuwe richtingen. Het is ook gunstig nieuws voor de sector. Er is immers een grote vraag naar afgestudeerden van onze school.”
Belangrijk netwerk
De leerlingen doen vanaf de derde graad stages. Enerzijds is er een stageperiode van één dag per week, wat toelaat om de opeenvolgende seizoenen op te volgen op hun stagebedrijf. Daarnaast is er de blokstage – al dan niet op een ander bedrijf – waar de dagdagelijkse zaken meer aan bod komen. “In het 7de specialisatiejaar Veehouderij en landbouwteelten staat zelfs ook een weekje stage in Wallonië op het programma. Voor de leerlingen is dat steeds een ervaring die bijblijft, en het is zeker een meerwaarde voor onze school.”
De Broederschool kan gelukkig rekenen op een uitgebreid netwerk van stagebedrijven. “Onze school is gekend als locatie van heel wat (avond)vergaderingen binnen de landbouwsector. Op die manier beschikken we over veel contacten ‘in het veld’. Ook oud-leerlingen van onze school stellen hun bedrijf vaak open als stageplaats. Het is veelal een win-winsituatie, want stagiairs komen dikwijls als jonge starter terecht op hun stagebedrijf.”
Aandacht voor veranderende maatschappij
“Onze school heeft dan wel al een geschiedenis van 100 jaar, maar wij richten ons naar de toekomst. We zijn immers bezig met jongeren”, stelt directeur Verbeke. “We hebben daarbij volop aandacht voor de veranderende maatschappij die invloed heeft op de land- en tuinbouwsector en dus ook op de aanpak in onze school. We kozen er bijvoorbeeld voor om ook een perceel met biologische productie aan te leggen en we beschikken over een mobiele kippenstal. Zo belichten we ook de mogelijkheden van kleinschalige veeteeltsystemen en korteketenproductie. Deze projecten zijn aantrekkelijk en haalbaar voor onze leerlingen, die dikwijls niet meer van landbouwkomaf zijn.”
Op die manier tracht de school de instap voor leerlingen zo laagdrempelig mogelijk te houden. “Je hoeft echt geen zoon of dochter van een land- of tuinbouwer te zijn om een startend ondernemer binnen de sector te worden.”
Uiteraard blijft de school contacten behouden met grotere professionele landbouwbedrijven. “Maar ook in de reguliere landbouw kijken we vooruit. Zo integreren we in ons teeltplan meer en meer duurzame teelten en hebben we aandacht voor diversificatie. Samen met het Landbouwcentrum Granen en het Landbouwcentrum Voedergewassen houden we de vinger aan de pols over deze evoluties.” De Broederschool legt binnen het kader van de samenwerking met deze landbouwcentra immers ieder jaar heel wat proefvelden aan.
Ook in de tuinbouw worden de evoluties van nabij opgevolgd. Verbeke: “In de aardbeienteelt gebruiken we nu steenwolmatten en testen we rassen waarbij we onze stookkosten kunnen beperken. We werken hiervoor samen met privéondernemers.”
Feestelijkheden 100 jaar landbouwschool
De Broederschool zet op 4 mei haar deuren open voor alle geïnteresseerden. Verbeke: “Iedereen kan dan de school komen ontdekken. Onze leerlingen tonen in diverse workshops wat ze in hun mars hebben. Aangezien we dit jaar de kaap van 100 jaar bereikten (zie kader) willen we weliswaar ook onze geschiedenis tonen. We maakten panelen met oude foto’s. Je zal ze her en der in de school kunnen spotten. Ter gelegenheid van deze speciale verjaardag lanceren we ook ons Lustrum-bier, gemaakt met eigen gerst en hop. Ook onze jaarlijkse plantjesverkoop gaat die dag door. Maar we willen bij ons eeuwfeest vooral tonen waar ons potentieel ligt. Waar staan we vandaag en waar willen we naartoe?
We organiseren ook een netwerkdag voor onze partners uit de bedrijfswereld. Ze bieden niet alleen stageplaatsen voor onze studenten, maar we kunnen ook op heel wat firma’s rekenen voor ons machinepark en voor ons materiaal.
Daarnaast organiseren we op 19 mei opnieuw een vakbeurs waar firma’s hun expertise kunnen tonen aan de bezoekers. Deze vakbeurs wordt gekoppeld aan onze veeprijskamp, een vaste waarde die op veel publieke belangstelling kan rekenen. Onder directeur Jos De Meyer groeide de prijskamp uit van een regionaal event in het Waasland naar een provinciaal event in Oost-Vlaanderen. Oorspronkelijk was het een prijskamp voor melkvee – typisch voor het Waasland– maar later werd ze uitgebreid met witblauw vleesvee.”
Er worden op 19 mei opnieuw zo’n 140 à 160 dieren verwacht. Het is intussen de 34ste editie. Leerlingen van de school zullen opnieuw kunnen deelnemen aan het showmanship. Ze toiletteren en presenteren dan zelf een koe aan het publiek. Het event brengt jaarlijks veel mensen samen. Heel wat families komen kijken hoe de leerlingen het er vanaf brengen. Om hun alle aandacht te geven onderbreken we daarvoor zelfs de prijskamp. Daarnaast komen alle veefokkers hier graag meestrijden voor de titel. In combinatie met de vakbeurs, zal het een mooie dag voor de sector én voor de school worden.”
