Startpagina Economie

Fevia en Agrofront pleiten voor aanpak oneerlijke handelspraktijken bij grote én kleine bedrijven

Vertegenwoordigers van de voedingsindustrie (Fevia), landbouw (Agrofront) en merkartikelfabrikanten (BABM) pleiten voor een Europees wetgevend kader dat eerlijke handelspraktijken in de agro-voedingsketen stimuleert. Daarbij moet wat de organisaties betreft anders dan de Europese Commissie nu voorstelt, geen onderscheid worden gemaakt tussen grote en kleine bedrijven. Ook pleiten ze voor ruimte voor nationale initiatieven, zoals het bestaande Belgisch Ketenoverleg.

Leestijd : 2 min

Binnen het Agrofront zijn Boerenbond, het Algemeen Boerensyndicaat en de Waalse FWA vertegenwoordigd. Samen met Fevia en BABM onderstrepen ze in een gezamenlijke verklaring het belang van een constructieve dialoog binnen het Belgische Ketenoverleg. Een Code goede handelspraktijken vormt de basis van het Belgisch Ketenoverleg. De ondertekenaars van deze code engageren zich vrijwillig om eerlijke handelsrelaties te respecteren. Bij mogelijke geschillen over de correcte toepassing van de code, wordt gewerkt met een escalatieprocedure van opeenvolgende steeds meer dwingende stappen. Binnen het overleg worden geen afspraken over prijzen gemaakt.

Internationale conflicten

Wanneer die dialoog geen oplossingen kan bieden, bijvoorbeeld bij internationale conflicten, dan kan Europese wetgeving als “stok achter de deur” volgens zowel de landbouworganisaties als de Belgische voedingsindustrie een oplossing bieden. Grensoverschrijdende handelspraktijken kunnen immers niet door het Belgisch Ketenoverleg en diens code worden aangepakt. In dat geval moet de bescherming tegen oneerlijke handelspraktijken wel gelden voor elk bedrijf, klein en groot. In voorstellen voor een wetgevend kader mikt de Commissie nu nog op kmo’s.

Oneerlijke handelsafspraken zijn onder meer het eenzijdig, retroactief aanpassen van contracten. Ze stellen vast dat oneerlijke handelspraktijken rechtstreeks of onrechtstreeks impact kunnen hebben op elke schakel van de keten: landbouwers, de verwerkende industrie, retailers en finaal de consument. Het is wat hen betreft oneerlijk en onacceptabel wanneer risico’s unilateraal worden afgewenteld op leveranciers. Met name de supermarkten zijn hier in het verleden wel van beticht. Alle schakels binnen de keten zijn nauw verbonden, aldus de organisaties.

Moeilijkheden voor één schakel hebben zo goed als steeds een bredere impact, bijvoorbeeld door innovaties af te remmen. Het is dus, zeker op de middellange en langere termijn gezien, in ieders voordeel als afspraken fair zijn.

JCB

Lees ook in Economie

Michael Gore: “Als het zo doorgaat, glijden we opnieuw af naar een crisis in de vleesveesector”

Vleesvee Het aantal runderslachtingen staat op een historisch laag niveau. We produceren vandaag de dag minder rundvlees dan in 1970 en als je het aan Michael Gore, afgevaardigd bestuurder van de nationale beroepsvereniging voor slachthuizen, uitsnijderijen en groothandels (Febev), vraagt is de bodem nog niet in zicht. “We kunnen deze neerwaartse trend alleen stoppen bij de basis: de boer, alsook de tussenschakels in de vleesproductieketen, moeten een eerlijke prijs ontvangen voor hun product. Dat is de impuls die we nodig hebben om de hele keten draaiende te houden.”
Meer artikelen bekijken