Startpagina Actueel

Irrigatie en bemesting in kropslateelt

Een goede bemesting en irrigatie zijn de speerpunten van een succesvolle teelt. De kropslateelt is daar geen uitzondering op. Dit is echter niet altijd even eenvoudig, ook de meest ervaren teler twijfelt al eens. Binnen het REDUNG project werd de bemesting geoptimaliseerd en werd een model ontwikkeld om de benodigde irrigatie te berekenen.

Leestijd : 5 min

Het project loopt dit najaar op zijn einde, de belangrijkste resultaten worden hier al meegegeven.

Bemesting en irrigatie onder de loep

REDUNG staat voor ‘reductie van de nitraatuitspoeling in de grondgebonden groenteteelt onder beschutting door beredeneede watergift en bemesting’. Het is een 4 jarig VLAIO-project dat van start ging in 2013 en waarvoor PCG samenwerkt met Inagro, het Proefstation voor de Groenteteelt in Sint-Katelijne-Waver en de Universiteit van Gent.

Tijdens de eerste 2 projectjaren werd enerzijds de bemesting geoptimaliseerd en werd een verdampingsmodel voor kropsla op punt gezet, zo werd de REDUNG strategie ontwikkeld. De laatste twee projectjaren werd dit gevalideerd, eerst op de proeftuinen zelf, daarna bij telers op het bedrijf. De validatiefase bij telers is momenteel nog volop bezig.

Minder verzoutend bemesten volgens de behoefte van de teelt

Meststoffen bevatten ballaststoffen, dit zijn stoffen die de plant niet of slechts in beperkte hoeveelheid opneemt. De ballaststoffen gaan opstapelen in de bodem en bijdragen tot het zoutgehalte van de bodem maar niet in de voedingswaarde. Hierdoor gaat de EC van de bodem stijgen waardoor deze op termijn te hoog kan worden om nog een kwaliteitsvol product te kunnen telen.

Als het over ballaststoffen gaat, ligt de focus vooral op natrium, chloride en sulfaten. Natrium en chloride worden enkel via meststoffen aan de bodem toegevoegd, sulfaten kunnen daarnaast ook in de bodem mineraliseren. Zo kan het sulfaatgehalte in de bodem stijgen zonder dat er toevoeging is vanuit meststoffen.

Tijdens het REDUNG project werd een bemestingsproef aangelegd gedurende twee jaar op 3 verschillende bodemtypes: fijn zand, lichte leem en lemig zand. Acht opeenvolgende teelten werden bemest met de standaardmeststoffen en met minder verzoutende meststoffen. De hoeveelheid ballaststoffen in de bodem en de EC werden nauwgezet opgevolgd via staalname. De standaardmeststoffen werden geselecteerd na een enquête bij telers, waarbij gevraagd werd naar de meest gebruikte stikstof en kalium meststoffen. De drie financierende meststofproducerende bedrijven (Compo, DCM en Everris) leverden meststoffen aan die minder verzoutend zouden zijn doordat ze minder ballaststoffen bevatten.

De gebruikte meststoffen in de proef worden weergegeven in tabel 1. Er werd in elke teelt bemest op basis van een bodemstaal in de 0-30 cm laag en aangevuld tot eenzelfde streefwaarde in elk object.

Zoutarme meststoffen maken op lange termijn het verschil

Na twee opeenvolgende jaren telen met deze meststoffen bleek er een duidelijke link te zijn tussen het zoutgehalte van de bodem en de gebruikte meststoffen. Door staalname kon het zoutgehalte en de hoeveelheid natrium, chloride en sulfaten in de bodem nauw opgevolgd worden. Voor natrium scoren de standaardmeststoffen verrassend genoeg beter dan de minder verzoutende meststoffen. Het natriumgehalte van de bodem stijgt minder snel bij gebruik van de standaardmeststoffen.

Het chloride en sulfaatgehalte in de bodem stijgt dan weer duidelijk sneller bij gebruik van de standaardmeststoffen in vergelijking met de minder verzoutende meststoffen. De opbouw van chloride en sulfaten in de bodem bij gebruik van minder verzoutende meststoffen kent een gelijkaardig verloop. Zeker wanneer kaliumchloride wordt toegepast is een sterke stijging van het chloride gehalte in de bodem waarneembaar. Belangrijk is dat dit lang aanwezig blijft in de bodem en de verhoogde chlorideconcentratie ook meerdere teelten later nog merkbaar is.

Na 8 teelten blijkt dat de EC sterker gestegen is bij continu gebruik van de standaardmeststoffen dan wanneer gekozen wordt voor minder verzoutende meststoffen. Door te bemesten op basis van bodemstaal kan de bodemvoorraad elke teelt berekend aangevuld worden, zo wordt overbemesten en verlies aan meststoffen vermeden en wordt ook een onnodige verhoging van het zoutgehalte van de bodem voorkomen.

Verdampingsmodel voor kropsla

De waterbehoefte van een teelt is de som van de verdamping van het gewas en de bodem. De totale ver damping wordt ook wel de evapotranspiratie genoemd. Vooral aan het begin van de teelt zal het aandeel van de bodem in de totale verdamping groot zijn. De wetenschappelijke uitleg van de ontwikkeling van het model zal hier achterwege gelaten worden. Belangrijk om te weten is dat het model bepaalde parameters nodig heeft om de verdamping correct te berekenen.

Aan de hand van de plantdatum wordt de groeicurve van het gewas bepaald en wordt rekening gehouden met het teeltseizoen. Uit de groeicurve kan het model onder andere het aandeel verdamping door het gewas en de bodem berekenen. Daarnaast moet er tijdens de teelt een continue meting zijn van drie parameters: temperatuur, relatieve vochtigheid en instraling. Deze kunnen gemeten worden via de sensoren van de klimaatcomputer en van daar verstuurd worden naar het model. Als dit niet mogelijk is, kan gewerkt worden met mobiele sensoren die de gegevens rechtstreeks door sturen naar het model.

Een belangrijke voetnoot bij het berekend irrigeren is het belang van een uniforme beregening. Wanneer de beregening niet uniform is ontstaan droge en natte plekken in de serre. Om de droge plekken te vermijden wordt extra water gegeven, waardoor delen van de serre ook te veel water gaan krijgen. Dit is een onnodig verlies aan water, maar ook aan meststoffen die bij overmatige watergift kunnen gaan uitspoelen.

De REDUNG applicatie als ruggensteun bij uw irrigatie

De optimalisatie van het verdampingsmodel resulteerde uiteindelijk in een computerapplicatie waarbij gebruiksvriendelijkheid op de eerste plaats staat. De applicatie zal bij afloop van het project, najaar 2017, vrij beschikbaar zijn voor elke teler. Om het model te kunnen gebruiken, zijn zoals in vorige paragraaf gezegd wel gegevens nodig van de klimaatcomputer of van sensoren die in de serre geïnstalleerd worden.

De sensormodule zal een geschatte kostprijs van € 1.500 hebben en kan gebruikt worden voor meerdere teelten tegelijkertijd. De enige voorwaarde is dat de teelten zich in eenzelfde serre bevinden en dus aan dezelfde klimatologische omstandigheden worden blootgesteld. Het is dus niet mogelijk om de irrigatie van teelten in een nieuwere en oudere serre door eenzelfde sensormodule te laten berekenen.

Als teler moet je per teelt een locatie ingeven, bijvoorbeeld kap 3 tot 6, en een plantdatum. Daarna kan je via een website de benodigde irrigatie in die teelt gaan opvolgen door een locatie te selecteren. Doorgaans wordt het model opgestart een week na planten, omdat de eerste week cruciaal is voor een goede inworteling van de plantjes. Wanneer het model opgestart wordt, wordt op de website een tabel opgemaakt met 6 kolommen, zie figuur 1. Per dag wordt een rij aan deze tabel toegevoegd. In de eerste kolom staat de datum, de tweede kolom geeft de berekende verdamping van die dag weer. In de drie daaropvolgende kolommen staat de gemiddelde gemeten waarde van de sensoren en in de laatste kolom geef je als teler aan hoeveel water je die dag gegeven hebt aan je teelt.

Het model berekend dan hoeveel water er tekort of in overmaat gegeven werd gedurende de volledige teeltduur. Dit wordt weergegeven in een apart kader, samen met de totale verdamping van de vorige dag, zie figuur 2.

Het model wordt momenteel door een negental telers uitgetest op het bedrijf waarna, indien nodig, nog aanpassingen aan de website kunnen doorgevoerd worden. In het najaar van 2017 komt de REDUNG applicatie dan beschikbaar voor alle telers.

Dit project wordt gefinancierd door het Vlaams Agentschap voor Innoveren en Ondernemen en wordt uitgevoerd door PCG, Inagro, PSKW en Ugent.

Sara Crappé

PCG

Lees ook in Actueel

Oproep onderzoeksprojecten biolandbouw

Actueel Het Agentschap Landbouw en Zeevisserij van de Vlaamse overheid organiseert een oproep voor het indienen van onderzoeksprojecten in de biologische landbouw. De deadline voor indiening is 17 juni.
Meer artikelen bekijken