Student aan Odisee: “De opleiding Agro- en biotechnologie is voor mij echt een eyeopener”

In de zoektocht naar een hogeschool die deze studie aanbood, was Odisee Sint-Niklaas voor Noa de ideale keuze. De school bevond zich niet te ver van waar hij woonde, en dat is een landbouwbedrijf. Dat is echter niet alles: praktijkvakken zijn belangrijk voor hem, en net dat maakt een belangrijk deel uit van de lessen. “En ik heb de mogelijkheid tot het behalen van de fytolicentie, wat een grote meerwaarde voor mij is”, klinkt het nog.

Nu zit Noa in zijn tweede jaar Agro- en biotechnologie en kan hij duidelijk bevestigen dat dit de richting is waar hij zich thuis voelt. De campussfeer zit goed, en hij voelt een samenhorigheid met de studenten én de docenten. Die zijn erg bereikbaar.

Waarom koos je voor de afstudeerrichting landbouw ?

Ik heb een zeer sterke interesse in de landbouw. Thuis hebben we een biologisch land- en tuinbouwbedrijf, sterk gericht op groene zorg, Zorgboerderij Boer Dirk te Moorsel (Aalst). We verkopen enkel via de korte keten, dus rechtstreeks aan de consument of traiteur, en leveren bewust niet aan de veiling. Zo houden we ook de prijszetting in eigen handen. Via onze hoevewinkel en de platformen van Boeren en Buren en Eigen Bodem kunnen onze klanten de producten aankopen. Wij produceren kleinschalig, maar zeer divers. Naast bekende groenten en fruit, proberen we graag nieuwe teelten, zoals luffa (sponskomkommer), kikkererwten, gember, kurkuma en dergelijke. Als zorgboerderij vangen wij mensen met een beperking op die bij ons een nuttige dagbesteding krijgen. Onze zorggasten werken mee op het bedrijf naar eigen kunnen en helpen zo onze groenten en fruit aan te planten en te oogsten.

Sluiten de vakken aan bij jouw interesses? Wat is voor jou het meest positief?

Een van mijn favoriete vakken is Praktijkspecialisatie. In het 2de jaar biedt dit vak een brede waaier van toepassingen in de sector door de vele bedrijfsbezoeken en practica. Samen met de stageperiodes zorgt het ervoor dat de jonge landbouwers praktijkervaring opdoen en zich in het werkveld bevinden. Als het van mij afhing, zou er nog meer praktijk voorzien mogen worden. Als jonge landbouwer ben ik liever actief bezig dan dat ik op de schoolbanken zit.

Heb je al stage moeten doen? Is er nog stage gepland?

Tijdens het tweede jaar van de studie Agro- en biotechnologie richting landbouw doen we 6 weken stage. Mijn oriënterende stage deed ik bij Verstraeten Agritechnieken, waar ik in de werkplaats meedraaide in de vaste ploeg van techniekers. Voornamelijk worden er herstellingen aan landbouwmachines gedaan, alsook het verkoopsklaar maken van nieuwe machines. Af en toe mocht ik ook mee op depannage, en dat vond ik een fijne afwisseling. In het derde (en laatste) jaar van de opleiding wordt er 11 weken stage voorzien, en daar kijk ik naar uit. Deze eindstage zou ik graag willen doen bij een bedrijf dat nauwer aansluit bij mijn ouderlijke bedrijf – dus gericht op het biologisch telen van groenten en fruit– en indien mogelijk ook met een voorkeur voor korte keten.

Tegenwoordig wordt een landbouwer vaak aanzien als een manager. Krijg je hierrond vakken?

In de opleiding wordt hier aandacht aan besteed bij bedrijfsmanagement, wat samenhangt met economie. Hier leren we hoe we personeel moeten motiveren en aansturen, alsook de bedrijfseconomische kant van een landbouwbedrijf. Daarnaast krijgen we ook een vak marketing en in het laatste jaar krijgen we een vak welzijn op het werk.

Wat zijn jouw plannen na je opleiding?

Het liefst van al zou ik na mijn opleiding meteen in het ouderlijke bedrijf willen beginnen werken, maar mijn ouders raden mij aan om eerst enkele jaren buitenshuis te gaan werken om ervaring op te doen. Uiteindelijk is het wel de bedoeling om het ouderlijke bedrijf volledig over te nemen en om er mijn eigen visie aan te geven. Met de huidige onzekerheden binnen de sector is een overname zeker niet altijd vanzelfsprekend. Ik vind het cruciaal dat er in de opleiding workshops worden georganiseerd over mentaal welbevinden in de landbouw, waardoor het een bespreekbaar thema wordt in een sector die hier niet altijd voor openstaat.

Hoe helpt de school om je visie voor het bedrijf te vormen?

De opleiding is voor mij een echte eyeopener en zorgt ervoor dat ik goed voorbereid aan de toekomst kan beginnen. De opleiding toont dat de landbouwsector zeer breed is en dat er eindeloos veel mogelijkheden zijn om te groeien. Ook krijgen we een zeer brede basiskennis aangeleerd om later zo zelfstandig mogelijk te werk te gaan, die brede basiskennis geeft ons veel mogelijkheden om in een brede sector werk te vinden.

Hoe wordt mentaal welzijn aangepakt op school? Heb je hier zelf iets uit gehaald?

Tijdens het vak praktijkspecialisatie werden er workshops georganiseerd over mentaal welbevinden, elke keer werd er een thema aangehaald waarover er in groep overlegd werd en waar we onze eigen ervaringen konden delen met elkaar. We werkten rond ‘je goed voelen en jezelf kunnen zijn’, ‘goed omringd zijn’ en ‘verbindend communiceren’. Zelf vond ik dit een goede manier om bepaalde zorgen te uiten over moeilijkheden op ons bedrijf, alsook was het interessant om eens naar anderen te luisteren.

Marlies Vleugels