Startpagina Maïs

Suikermaïs, een nog aan te boren markt

Maïs op de BBQ of maïs in blik, die vind je terug in de supermarkt. “De meeste suikermaïs wordt nog geïmporteerd vanuit het buitenland. Toch kan het ook in België geteeld worden, het kan de landbouwer een kans bieden om zijn teeltrotatie te verruimen, en het kan positief zijn naar bodemtextuur toe”, vertelt PIBO-onderzoekster Dorien Vanderveken.

Leestijd : 5 min

D e teelt van suikermaïs staat in België nog duidelijk in zijn kinderschoenen, maar biedt zeker kansen voor humane consumptie. Momenteel wordt het meest geïmporteerd uit Spanje, Senegal, Marokko, de Verenigde Staten, Duitsland en Nederland.

In Nederland is de teelt stilaan van de grond aan het komen, met zo’n 1.500 ha suikermaïs in 2022. “Dat is 3 keer hoger dan 15 jaar geleden”, vertelt PIBO-onderzoekster Dorien Vanderveken. In België stond er in 2022 zo’n 178.000 ha snijmaïs en 63.000 ha korrelmaïs. Er zijn echter nog geen gegevens over het areaal suikermaïs. “We zijn zeker een goed land voor voedermaïs, waarom kan het dan niet lukken met suikermaïs? Er zijn nu nog slechts weinig landbouwers die zich bezig- houden met het gewas, en waarschijnlijk nog enkele particulieren”, geeft ze nog mee. “De eisen voor suikermaïs zijn wel veel strenger dan bij voedermaïs, omdat het gaat om humane consumptie.”

De suikermaïsteelt biedt althans wel enkele mooie voordelen. Zo duurt deze teelt minder lang dan de voedermaïsteelt, namelijk van mei tot augustus-september. “Dit betekent dat er meer ruimte is voor groenbedekkers”, vertelt Vanderveken.

Toch moeten nog verschillende zaken op punt worden gesteld: hoe begin je eraan? Is de zaai anders of de bemesting verschillend in vergelijking met voedermaïs?

 

Platteland Plus-project ‘Limburgse suikermaïs’

Het Platteland Plus-project ‘Limburgse suikermaïs’ stelt tot doel om de teelttechnische kennis omtrent suikermaïs bij de landbouwers te verhogen. Zo krijgen ze informatie die verkregen is vanuit ervaringen uit het buitenland, alsook een kosten/batenanalyse, zodat ze met kennis van zaken de teelt kunnen opnemen in de rotatie. Er zal ook gewerkt worden aan een teeltfiche.

In het kader van het project zullen ook demonstratiepercelen worden aangelegd. Naast het in kaart brengen van de teelttechnische aspecten, zullen de onderzoekers zich ook richten op het inschatten/verhogen van de opbrengst én kwaliteit. Om tot slot de keten op langere termijn te verankeren, worden er duurzame afzetkanalen gezocht. Hierbij staat de ontwikkeling van korte keten centraal.

44-3418-suikermais-figuur-web

 

Rassenkeuze

Bij suikermaïs wordt de suiker minder snel omgezet naar zetmeel dan bij voedermaïs. Dit bepaalt de zoetheid van de maïs. Er zijn 3 klassen van zoetheid. Naar toegenomen zoetheid is er ‘Normal sweet’, ‘Super sweet’ en ‘Multisweet’. “We weten ondertussen wel dat de consument de ‘Super sweet’ verkiest. Deze maïs heeft de ideale zoetheid. Ook hier zijn vroege en late variëteiten in.

Een algemeen probleem bij suikermaïs is de vorming van zijstengels. “Maar door veredeling probeert men dat probleem te verhelpen. Bij de nieuwere rassen is er al minder zijstengelvorming.”

 

Bodemvoorwaarden

Voor de bodem zijn er geen speciale vereisten. De maïs moet wel tot 50 à 70 cm kunnen wortelen. “Het is wel oppassen als je weet dat het buurperceel voedermaïs bevat. Er is tussen een perceel suikermaïs en voedermaïs het best toch 300 m afstand, of je zorgt ervoor dat de bloei van de suikermaïs niet samenvalt met deze van de voedermaïs”, adviseert Vanderveken. De reden is dat men kruisbestuiving wil vermijden, aangezien dit het suikergehalte van de korrels doet verlagen.

Wat de zaaidichtheid betreft, adviseren ze een een dichtheid van 65.000 – 67.000 korrels per ha. De zaai zelf kan van 1 mei tot 15 juni. “Het nadeel is de onregelmatige vorm van het zaad. Een aangepaste zaaimachine of zaaischijven kunnen zorgen voor een uniformere zaai”, klinkt het.

Toch kan men ervoor kiezen om nog vroeger te zaaien. De vroegste suikermaïs kan al vanaf 1 maart gezaaid worden onder plastic folie en vliesdoek om de maïs te kunnen beschermen tegen nachtvorst. “Het is mogelijk om de zaai, folie en onkruidbestrijding in 1 werkgang in orde te maken”, geeft Vanderveken nog mee.

Bemesting en beregening

Voor de bemesting gold bij PIBO het bemestingsadvies van CLM, namelijk 180 kg/ha N + 40 kg/ha P. Beregening is bij suikermaïs belangrijker dan bij voedermaïs. Irrigatie gebeurt het best na de zaai, maar ook tijdens de kolfzetting is beregening noodzakelijk bij droog weer. “Enkel tijdens de bloei moet men opletten met beregening, anders krijg je problemen met de bestuiving”, geeft Vanderveken nog mee. De bedoeling is immers dat een volle kolf wordt verkregen. Door missers tijdens de bestuiving kan de kwaliteit van het product verminderen.

 

Nog niet echt problemen

Onkruid in suikermaïs hoeft maar eenmaal bestreden te worden. Ook mechanische onkruidbestrijding is mogelijk, want dat kan later in het voorjaar wanneer het droger is met een schoffel of wiedeg.

Bekende ziekten zijn rhizoctonia, bladvlekkenziekte en builenbrand. “Aan het PIBO hebben we daar echter nog geen problemen door ondervonden”, vertelt Vanderveken. Qua plagen kunnen er wel eens bladluizen opduiken.

 

De kwaliteit van de kolfwordt bepaald door het aantal korrels en de dikte van de schil. Dit is een goed gevulde kolf.
De kwaliteit van de kolfwordt bepaald door het aantal korrels en de dikte van de schil. Dit is een goed gevulde kolf. - Foto: PIBO

Oogst

De oogst gebeurt bij melkrijp stadium. Dit is anders dan bij voedermaïs, waarbij geoogst wordt in een rijper stadium, afhankelijk van het doel of de bestemming van de voedermaïs. De ideale oogstperiode bij suikermaïs is daarom slechts 3 à 5 dagen. De kwaliteit wordt bepaald door het aantal korrels en de dikte van de schil. “De nieuwere rassen hebben vaak 18 à 20 korrels rondom geteld.

Ook een fijnere schil is beter, want dat is aangenamer om te eten”, vertelt de onderzoekster.

 

Manueel of machinaal

De oogst kan manueel of machinaal gedaan worden. Hoewel een manuele oogst een hogere teeltkost inhoudt, is de kwaliteit van de suikermaïs wel beter dan bij machinale oogst. Ook is er minder uitval. “Het enige voordeel bij machinale oogst is dat de kosten lager zijn en dat dit sneller gaat.”

Na de oogst van de suikermaïs kunnen de bovengrondse delen van de maïs geklepeld en ingewerkt worden in de bodem. Zo kan er weer wat meer organische stof worden opgebouwd in de bodem, wat dan weer gunstig is voor de bodemstructuur.

 

Opbrengst afhankelijk van ras

In het algemeen valt de opbrengst van de suikermaïs niet tegen. Dit verschilt echter ook tussen de rassen, maar niet alle geoogste kolven voldoen aan de kwaliteitsvereisten. Het percentage leverbare kolven bedroeg in de rassenproef van PIBO Campus slechts 60%.

44-3418-suikermais-01-web

De uitval doorheen de teelt is best hoog. “Het begint al bij de opkomst. Deze is meestal niet hoger dan 85%, omdat bij suikermaïs sprake is van een lager zetmeelgehalte. Verder zorgen nachtvorst, wildschade en andere kwaliteitsschade voor een lagere opbrengst. Als er tijdens de afrijping bovendien sprake is van nat en donker weer, kan de kwaliteit ook zakken”, geeft Vanderveken nog mee.

Marlies Vleugels

Lees ook in Maïs

Meer artikelen bekijken