Startpagina Pluimvee

Onderzoek naar bedrijfsspecifieke hitteplannen in pluimveehouderij

De zomermaanden bevatten de laatste jaren vaker zeer warme dagen. Pluimvee kan daar veel stress door ervaren, en zo ook de pluimveehouder. Om hittestress bij pluimvee te reduceren, werd eind 2021 het Vlaio-la traject ‘Coolchicks’ opgestart. Het project loopt tot eind 2025 en ondertussen werden al verschillende technieken onderzocht.

Leestijd : 4 min

Het project ‘Coolchicks’ heeft als doel om een bedrijfsspecifiek hitteactieplan te maken voor de Vlaamse pluimveesector. Aangezien kippen niet kunnen zweten, zijn zij heel gevoelig voor hitte. Daarom wordt de impact van mogelijke strategieën in verband met incubatie, management, voeder, water, klimaat en stalontwerp geëvalueerd. Dat gebeurt op het vlak van productie, gezondheid en dierenwelzijn. Verder worden op enkele professionele pluimveebedrijven een aantal ‘goede praktijktechnieken’ geïmplementeerd en geëvalueerd.

Voorspellende online tool

Binnen het project wordt ook druk gewerkt aan een voorspellende online tool die aangeeft wanneer het hitteactieplan op een bedrijf opgestart moet worden. De tool voorspelt wanneer kippen hittestress zullen ervaren. Het actieplan moet ook het economische perspectief van hittemaatregelen beter in kaart brengen. Hittestressreductie zorgt bij pluimvee voor een hoger rendement door minder sterfte en minder gezondheidsproblemen. De productieresultaten zullen beter op peil blijven. Stress kan ervoor zorgen dat de vleeskwaliteit zal dalen, net zoals de groei en het legpercentage, en dat de kans op sterfte stijgt.

De onderzoekers zijn ervan overtuigd dat de Vlaamse pluimveesector sterker zal worden op maatschappelijk én economisch vlak door een hitteactieplan in te zetten.

Bedrijfseigen actieplan

Renée De Baets, doctoraatsstudent op het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO), legt uit: “Wij willen de pluimveesector voorzien van een voorspellende hittetool en een daaraan gekoppeld bedrijfsspecifiek hitteactieplan om de optimale gezondheid, welzijn en productie van de kippen te behouden. Dat actieplan stellen we op door de resultaten van verschillende proeven, een literatuurstudie en een praktijkbevraging te combineren.

De hittetool die we ontwerpen houdt onder andere rekening met het type pluimvee, de huisvesting en het productiestadium om hittestress te voorspellen. De tool zal ook rekening houden met maatregelen die de pluimveehouder al genomen heeft.”

Stress meten

“We kunnen hittestress bij kippen inschatten door onder andere de rectale temperatuur, de ademhalingsfrequentie en het hijgpercentage te meten”, zegt De Baets. “Achteraf kunnen we de invloed van hittestress bekijken op het slachtrendement en op de vlees- of eikwaliteit.

In de stal volgen we de temperatuur en relatieve vochtigheid op. Hoe hoger de vochtigheid, hoe moeilijker het wordt voor de kippen om warmte te verliezen via de ademhaling.”

Maatregelen

“Momenteel doen we vooral onderzoek naar drinkwateradditieven, voedersamenstelling en koeling, maar ook incubatietechnieken en genetica komen aan bod. Het project is nu halverwege, dus definitieve resultaten hebben we nog niet, maar we kunnen al wel besluiten dat verneveling en PAD-koeling goede technieken zijn om de stal af te koelen.”

Verneveling en PAD-koeling

“Op het Proefbedrijf Pluimveehouderij bestudeerden we verneveling via een hogedruksysteem van ongeveer 100 bar, waarbij waterverdamping zorgt voor warmteonttrekking aan de lucht. Het koelend effect is afhankelijk van de druk van het systeem, het aantal nozzles en de plaatsing daarvan.

Ook PAD-koeling werkt via waterverdamping en warmteonttrekking. Het koelend effect is ook daar afhankelijk van de dimensionering van het koelsysteem, alsook van de stalconstructie.

Bij het onderzoek naar koelsystemen op het Proefbedrijf Pluimveehouderij, zagen we dat een stal met verneveling ongeveer 4 °C koeler is dan een stal met alleen ventilatie. Belangrijk is wel om rekening te houden met de relatieve luchtvochtigheid: die mag niet te fel stijgen, want dat brengt nadelen met zich mee. Bij PAD-koeling ligt de gemiddelde staltemperatuur zelfs nog iets lager dan bij verneveling. Aan de andere kant is de relatieve vochtigheid in de stal dan weer wat hoger. Veel is ook afhankelijk van de dimensionering van beide koelsystemen.”

Management

 “Als pluimveehouder kan je al heel wat technieken op het vlak van management toepassen zonder al te veel aanpassingen in de stal. Zo kan je een lagere bezettingsgraad gebruiken of je lichtschema aanpassen.

Aangezien dieren bij hittestress ook meer gaan drinken, is het interessant om op dat vlak maatregelen te nemen. Je kan drinkwateradditieven toevoegen, en je volgt het best ook de waterhygiëne op de voet. Verder kan je ook voederadditieven toevoegen of spelen met de voedersamenstelling, het voedertijdstip aanpassen enzoverder. Momenteel onderzoeken we nog verschillende additieven en voedersamenstellingen.”

Ervaring uit sector

Deze zomer werd in het kader van het project een praktijkbevraging gedaan onder pluimveehouders via Pehestat. Daaruit kwam naar voor dat 55% van de leghennenbedrijven verneveling als koeling gebruikt. Bij vleeskippen is het bijna de standaard.

Andere maatregelen die het vaakst bij leghennen worden genomen, zijn het toevoegen van drinkwateradditieven en het aanpassen van het lichtschema.

Bij vleeskuikens is een lagere bezettingsgraad populair, gevolgd door drinkwateradditieven. Vaak doet men ook een aanpassing aan de ventilatie in functie van koeling.

De pluimveehouders gaven aan dat ze vanuit het Coolchicks-project ant-woorden zouden willen krijgen op bepaalde vragen. Zo willen ze het verschil leren kennen tussen PAD-koeling en verneveling, alsook de manier waarop die systemen werken. Ze zouden graag ontdekken welk effect hittestress heeft op bloedparameters en hoe het dier daardoor wordt beïnvloed.

Kennis vergaren uit project

De groep ondervraagden zou ook graag wat meer horen over ervaringen met gelijkdruk-ventilatie (vooral in stallen met vrije uitloop) en over hoe de verschillende drinkwateradditieven werken die op de markt te verkrijgen zijn. Verder zouden opfok- en vermeerderingsbedrijven ook graag leren hoe je de voederopname tijdens hittestress op peil houdt bij oudere en 17-weekse dieren.

De tool zal tegen het einde van het project gratis beschikbaar zijn, onder andere via de website van het Pluimveeloket. Naast het Proefbedrijf Pluimveehouderij zijn ook Pehestat, Universiteit Gent (faculteiten Bio-ingenieurswetenschappen en Diergeneeskunde) en Lanupro (Laboratorium voor Diervoeding en Kwaliteit van Dierlijke producten) projectpartners van Coolchicks. Meer info over het project vind je via www.pluimveeloket.be/coolchicks.

Sanne Nuyts

Lees ook in Pluimvee

Meer artikelen bekijken