Startpagina Tuin

Sterke bladhoudende planten

Als we denken aan een wintergroene haag, denken we vaak aan de klassieke coniferen zoals ‘Taxus’, ‘Thuya’ of ‘Juniperus’. Er zijn echter ook sterke, goed bladhoudende planten die zich uitstekend lenen voor het vormen van een mooie dichte haag. Waar coniferen, met uitzondering van Taxus, eerder geschikt zijn voor het vormen van wat hogere hagen, zijn een aantal van de bladhoudende planten ook prima geschikt om lage haagjes mee te maken.

Leestijd : 5 min

Naast de klassiekers die we hier bespreken, zijn er uiteraard nog veel meer bladhoudende planten geschikt voor het vormen van een haag, zoals bijvoorbeeld Osmanthus , Aucuba , Berberis...Vaak hebben ze echter een of andere eigenschap (minder winterhard, verdragen geen volle zon, stekels, specifieke groeiomstandigheden…), waardoor ze minder universeel kunnen worden toegepast. De planten die we hier bespreken, zijn over het algemeen sterke, krachtig groeiende planten die niet al te veel eisen stellen aan de omgeving, die heel goed snoei verdragen en goed aangepast zijn aan ons klimaat.

De meeste bladhoudende planten, worden, net als coniferen, verhandeld met kluit of pot en kunnen bij gunstige weersomstandigheden aangeplant worden van september tot april. Sommige van de wintergroene planten worden dan weer verhandeld met blote wortels (kleinere buxusplanten en liguster). Deze planten kunnen in de regel enkel tijdens de winterrust (eind oktober tot eind maart) verhandeld en aangeplant worden.

Ilex (hulst)

Ilex is een ruim geslacht met meer dan 300 soorten winterharde, niet-winterharde, groenblijvende en bladverliezende bomen en struiken waarvan er een drietal soorten zeer geschikt zijn als haagplant. Hulst groeit zowel in de volle zon als in de schaduw, maar geeft de voorkeur aan een goed vochthoudende, humusrijke bodem. Het zijn trage groeiers die onder controle kunnen gehouden worden met 1 scheerbeurt per jaar. Snoei in het eerste jaar enkel wat groeipunten weg om een goed vertakte, dichte haag te bekomen. De meeste hulstsoorten zijn tweehuizig, er zijn dus planten met enkel mannelijke bloemen die nooit bessen dragen en planten met vrouwelijke bloemen die wel bessen dragen als er een mannelijke bestuiver in de buurt staat. Bij hagen die regelmatig geschoren worden, zal er echter sowieso al weinig besvorming zijn, omdat de bloemen of de jonge bessen worden weggesnoeid.

Ilex aquifolium Een inheemse hulstsoort die bij ons ook in bossen en verwilderde hagen (verspreiding van de zaden door besetende vogels) voorkomt, is de Ilex aquifolium . Deze hulstsoort stelt weinig eisen aan zijn groeiomgeving: deze mag niet té droog zijn en beter niet in een kalkrijke grond. De jonge planten hebben glanzend donkergroene bladeren, die sterk gegolfd en grof getand zijn met scherpe punten. Oudere exemplaren hebben vaak een minder stekelig blad. Ilex aquifolium is uitzonderlijk variabel en heeft een groot aantal cultivars opgeleverd die verschillen in vorm en kleur van het blad, in groeiwijze en beskleur.

Ilex meserveae De cultivars van de Ilex meservae komen overgewaaid uit Amerika, waar ze ‘Blue Hollies’ worden genoemd omwille van hun prachtig glanzende, blauwgroene bladeren. Ze zijn ook bij ons volledig winterhard en zijn prima geschikt als haagplant.

Ilex crenata Met zijn kleine, rondstaande, donkergroene, leerachtige blaadjes lijkt de Ilex crenata meer op buxus dan op hulst. Deze soort is dan ook bijzonder geschikt voor laagblijvende hagen.

‘Prunus laurocerasus’ (laurierkers)

Deze plant uit de rozenfamilie (Rosaceae ) is, als groenblijvende sierplant, een echt buitenbeentje binnen het geslacht Prunus waartoe onder meer de kersen, pruimen en perziken behoren. Als haagplanten zijn het stevige groeiers, die al vlug de gewenste hoogte bereiken. Ze dienen echter goed in de hand gehouden te worden door ze jaarlijks het best 2 keer te snoeien (juni en september).

De plant stelt weinig eisen aan zijn groeiomgeving, maar groeit het best op eerder vochtige, humusrijke gronden in de volle zon of schaduw. Voor een goedgevulde haag volstaat 1 plant om de 60 cm, die onmiddellijk na het aanplanten op de gewenste breedte wordt gesnoeid. Zo bekomt men later een mooi gevulde haag. Van laurierkers, ook wel paplaurier of papbladeren genoemd, bestaan heel wat verschillende cultivars met verschillende bladkleuren, bladvormen en groeikracht.

Ligustrum ovalifolium (L.o.) (liguster)

Deze telg uit de olijffamilie ( Oleaceae ) heeft alle eigenschappen die een goede haagplant nodig heeft: ze groeit op alle grondsoorten, zowel in de schaduw als in de zon, het is een relatief snelgroeiend gewas, verdraagt zeer goed frequente snoei en is, behalve op echt natte plaatsen en in strenge winters, groenblijvend. Voor een goed gevulde haag volstaan 6 plantjes per lopende meter, die meteen na het planten met een derde teruggesnoeid worden. Eens de haag gevormd is, moet ze minstens 2 keer per jaar gesnoeid worden om mooi in vorm te blijven: een eerste keer in mei-juni, een tweede keer in september en voor wie het graag strak heeft nog een keertje tussendoor. De L. o. 'Aureum' is een cultivar met een meer compacte groeiwijze en brede bladeren met een brede, onregelmatig gevormde gele rand.

 

Ligustrum vulgare (L.v.) (wilde liguster)

De wilde liguster is minder geschikt voor strakke hagen, maar is ideaal als bresdrager in gemengde, natuurlijke hagen . Deze plant heeft verschillende cultivars.

L. v. 'atrovirens' Een goed bladhoudende cultivar van de wilde liguster is de L.v. ‘atrovirens’, die door zijn forse groeiwijze vooral geschikt is voor hogere hagen.

L. v. 'Lodense'   De L.v. Lodense heeft een smal donkergroen blad dat in de winter verkleurt naar bruinrood en dat lang aan de plant blijft zitten. Het is een veel minder krachtig groeiende plant dan eerdergenoemde ligustersoorten en is ideaal voor laagblijvende ligusterhagen.

Nieuwkomers

in het assortiment

Dankzij de zachtere winters van de afgelopen jaren zien we steeds vaker mediterrane planten opduiken in de tuin. Ook in het haagplantenassortiment duiken steeds vaker een aantal nieuwelingen op.

Portugese laurierkers De Portugese laurierkers ( Prunus lusitanica ) heeft wat smallere, kleinere en fijnere donkergroene bladeren. Bovendien hebben het jonge loof en de jonge steeltjes een bruinrode tint, waardoor een haag van deze planten er wat eleganter en frivoler uitziet dan een gewone paplaurierhaag.

Rode glasmispel De rode glansmispel (Photinia fraseri ‘Red Robin’ ) is een bladhoudende heester waarvan de bladeren wel wat lijken op die van de Portugese laurierkers, maar ze zijn groter en grover. Glansmispels verdragen goed snoei en zijn dus geschikte haagplanten. Bovendien zijn de jonge loten en het jonge blad felrood gekleurd, wat betekent dat deze haag na iedere scheerbeurt een rode jas aantrekt. Deze vrij forse groeier groeit op iedere standplaats, maar heeft een hekel aan felle wind en te natte gronden.

Olijfwilg De Elaeagnus ebbingei of olijfwilg heeft glanzende, olijfgroene bladeren met een zilverkleurige onderzijde. Hij groeit in alle bodems, als ze maar niet te nat zijn. Hij verdraagt goed wind en is zouttolerant, waardoor hij goed toepasbaar is in de kuststreek. Bij toepassing als losse haag kan je hem het best scheren in het late voorjaar (mei). Dan zal hij in de herfst bloeien met witte bloemen en in het voorjaar opvallend oranjerode bessen dragen.

Geert Brantegem

Lees ook in Tuin

Het nieuwe moestuinseizoen staat voor de deur

Tuin Door de zachte temperaturen belooft het in 2024 een vroeg seizoen te worden. De enthousiaste moestuinier voelt zich in deze periode zoals een kind in de weken voor Sinterklaas: voorzichtig bladerend door de catalogi van zaadhuizen en tuincentra op zoek naar nieuwigheden en curiosa, hier en daar aankruisend welk ras of soort men in het komende seizoen wel eens wil uit proberen.
Meer artikelen bekijken