Wijzigingen voor het houden van loopvogels voor de landbouw
Vanaf 1 oktober 2024 gelden nieuwe regels voor loopvogels die in Vlaanderen gekweekt worden voor de landbouw. De Vlaamse regering keurde op voorstel van Vlaams minister van Dierenwelzijn Ben Weyts (N-VA) op 22 december principieel een besluit goed met 3 wijzigingen, waarbij een aanpassing van de minimale hokoppervlakte voor emoes en nandoes ouder dan 12 maanden.
Met de 3 aanpassingen wil de Vlaamse regering de huidige Vlaamse regels over het welzijn van loopvogels gehouden voor landbouwdoeleinden (uit 2005) in overeenstemming brengen met de aanbeveling van de Raad van Europa over het welzijn van loopvogels (struisvogels, emoes en nandoes) uit 1997. Het wijzigingsbesluit wordt nog voor advies voorgelegd aan de Raad van State.
In Vlaanderen is er maar één landbouwbedrijf waar op grote schaal struisvogels worden gekweekt voor het vlees en de eieren, Schobbejaks Hoogte in Tielt. Daarnaast zijn er nog een paar zorg- en kinderboerderijen die een paar dieren hebben.
Optillen
Eén van de wijzigingen gaat over het optillen van loopvogels, om dislocatie van de ledematen te voorkomen. Loopvogels mogen vanaf 1 oktober 2024 niet langer vastgehouden of opgetild worden aan de poten, de pluimen of maar aan één vleugel. Kuikens tot de leeftijd van 10 weken worden individueel opgetild met 1 hand onder het lichaam en de andere hand rond de poten van het kuiken.
De minimale hokoppervlakte voor emoes en nandoes ouder dan 12 maanden gaat van 15 naar 20 m². Ten slotte geldt voortaan een uitzondering op de mogelijke aanwezigheid van een waterbad voor jonge emoekuikens, omdat die zouden kunnen verdrinken in ondiep water.
Meer over de professionele struisvogelkweek in Vlaanderen vind je hier.
