Startpagina Veeteelt

Varkensslacht in een zware dip, minder malaise bij de runderen

De Belgische slachterijen hebben in 2023 hun productie van vlees niet op het niveau van het voorgaande jaar kunnen houden, zeker niet in de eerste 10 maanden van het jaar. Vooral in de hoek van de varkensverwerking hebben ze een veer moeten laten. Er is na jaren met hectische ontwikkelingen als gevolg van strubbelingen met Covid-19 en de afgenomen vraag vanuit het buitenland (China) wel iets meer rust aan het front.

Leestijd : 5 min

Veel zal de komende tijd afhangen van de situatie in de primaire sector, die het moeilijk heeft qua rendementen en de invloed van strenge(re) regelgeving.

8,2% minder varkens- slachtingen in de EU

In heel Europa komen de slachterijen varkens tekort om hun slachthaken ten volle te benutten. Volgens gegevens van Eurostat, het statistiekbureau van de Europese Commissie, zijn er in de eerste 3 kwartalen van 2023 maar liefst 14,6 miljoen varkens minder geslacht in de Europese Unie (EU) dan in dezelfde periode van 2022. Dat is een terugval met 8,2%. De terugval is vooral in het westen van de EU merkbaar, óók in de varkensgrootmachten Denemarken (zeer sterk, zo’n 20%) en Spanje. De Spaanse varkensslachterij krimpt voor het eerst in vele jaren.

In België hebben de slachters van varkens eveneens minder dieren kunnen verwerken.

Figuur 1: Slachtingen varkens 25-130 kg (miljoen) per kwartaal in België in de periode 2019-2023.
Figuur 1: Slachtingen varkens 25-130 kg (miljoen) per kwartaal in België in de periode 2019-2023. - Bron: Statbel

Figuur 2: Slachtingen varkens 25-130 kg (x 1.000) per maand in 2021-2023.
Figuur 2: Slachtingen varkens 25-130 kg (x 1.000) per maand in 2021-2023. - Bron: Statbel

Cijfers van het nationale statistiekbureau Statbel geven aan dat ze in de eerste 10 maanden van 2023 bijna 7,8 miljoen varkens hebben verwerkt, waarvan zo’n 7,6 in de gewichtscategorie tussen 25 en 130 kg, die we kunnen beschouwen als de ‘standaard vleesvarkens’. In dezelfde tijdsspanne het jaar ervoor waren dat er nog bijna een miljoen meer, de teruggang bedraagt in aantal varkens 11,3%. Omdat het gemiddeld slachtgewicht van de in 2023 geslachte vleesvarkens echter 1,4 kg hoger lag dan in 2022, is de Belgische varkensvleesproductie ‘maar’ 10% gedaald (figuur 3). Iets zwaarder laten slachten kwam economisch gezien beter uit dan voorgaande jaren.

Figuur 3: Gemiddeld slachtgewicht varkens 25 -130 kg (in kg) per maand in 2021-2023.
Figuur 3: Gemiddeld slachtgewicht varkens 25 -130 kg (in kg) per maand in 2021-2023. - Bron: Statbel

Krimp in hele EU

Een van de grote oorzaken van de teruggang in de varkensslachterij is de invloed van de uitbraken van Afrikaanse varkenspest in de afgelopen jaren. Vooral Duitsland heeft daarvoor een hoge tol moeten betalen, doordat het desastreuze gevolgen had voor de afzet van Duits varkensvlees overzee, c.q. China. Ook heeft herstel van de Chinese varkensproductie na de epidemie met varkenspest die er eind 2018 begon, geleid tot substantieel minder aankopen van buitenlands varkensvlees en daarmee tot druk op de interne Europese markt. Ook nu de varkensvleesprijzen zijn gestegen is het nog geen weelde voor de doorsnee varkenshouder.

Het is in Duitsland hard gegaan de afgelopen jaren met het wegvallen van varkensboeren, maar de teruggang kalmeert nu. Dat is te zien aan de voorlopige landbouwtellingen, zo blijkt uit berichtgeving van de Duitse organisatie in de varkenssector ISN. In Noordrijn-Westfalen (NRW), samen met Nedersaksen de grootste varkenshoudende Duitse regio, is het aantal varkens ten opzichte van 2022 een fractie gegroeid (0,9%), en dit dankzij verbeterde economische omstandigheden voor de varkenshouderij. Er stoppen desondanks steeds meer varkenshouders, ook dit jaar, wegens onzekerheden over hun situatie op langere termijn. Er treedt schaalvergroting op. In de afgelopen 10 jaar is in NRW het aantal varkensbedrijven met 35% gedaald, maar is de varkensstapel geslonken met ca. 22%.

In België vallen ook bedrijven weg, te oordelen aan de slachtcijfers. Een indicatie voor het wegvallen van biggenproducerende Belgische varkenshouderijen is het gegeven dat er in 2023 in vergelijking met 2021 ruim 30% minder varkens boven 130 kg zijn geslacht, meestal zeugen (figuur 4).

Figuur 4: Slachtingen varkens van meer dan 130 kg (x 1.000) - vooral zeugen - per maand in 2021-2023.
Figuur 4: Slachtingen varkens van meer dan 130 kg (x 1.000) - vooral zeugen - per maand in 2021-2023. - Bron: Statbel

In 2021 zijn er verhoudingsgewijs ook veel meer lichte varkens (biggen) geslacht in België dan gebruikelijk, ten teken dat er noodzakelijkerwijs werd opgeruimd. Ook het in 2021, naarmate het jaar vorderde, steeds lagere gemiddelde slachtgewicht van de categorie ‘zeugen’ wijst daarop.

Minder stieren geslacht

We stappen over naar de situatie bij de runderen. Vleesvee is in België een belangrijke sector. De stierenslacht is qua volume momenteel nog net niet half zo groot als de slachting van koeien, zo blijkt uit de Belgische slachtgegevens over 2022. Het gaat om een sector die een luxeproduct oplevert. De kosten zijn hoog en duur voer heeft een drukkend effect op de rendementen. Geleidelijk kalft de stierenslacht af qua volume. Dat gaat harder in het Vlaams gewest dan in Wallonië (figuur 5).

Figuur 5: Aantal slachtingen van stieren per jaar in het Vlaamse en Waalse gewest (2017-2022).
Figuur 5: Aantal slachtingen van stieren per jaar in het Vlaamse en Waalse gewest (2017-2022). - Bron: Statbel

De trend naar overwicht in Wallonië houdt nog steeds aan. De stierenslachters hebben dit jaar te maken met een afnemende Europese vraag naar rundvlees. Daarnaast is voer prijzig. Vooral de voor vleesvee belangrijke eiwitrijke voercomponenten, in het bijzonder soja, zijn het afgelopen jaar steeds duurder geworden. In 2023 is in de periode tot en met oktober het aantal slachtingen van stieren met 2% afgenomen ten opzichte van dezelfde periode van 2022, maar de productie in kilo’s met 1,8% vanwege een iets hoger gemiddeld slachtgewicht.

Na een flinke dip in het aantal kalverslachtingen in het jaar 2020 door malaise in de afzet van kalfsvlees vanwege de Covid-19-crisis (horecabedrijven werden zwaar getroffen door gedwongen sluitingen), is er de laatste jaren weer groei van het slachtvolume (figuur 7).

Figuur 7: Kalverslachtingen (x 1.000) per maand januari - oktober in 2019-2023.
Figuur 7: Kalverslachtingen (x 1.000) per maand januari - oktober in 2019-2023. - Bron: Statbel

Het lag in de eerste 10 maanden van 2023 circa 10% boven dat van het genoemde ‘rampjaar’ en in vergelijking met 2022 4,8%. De slachtgewichten zijn echter lager, de kalfsvleesproductie is in de genoemde periode met 2,8% gegroeid.

Iets meer koeien

Al sinds 2018 neemt het aantal slachtingen van koeien af in België. De gemiddelde slachtgewichten zijn sinds dat jaar opgelopen van 383 kg naar 390,5 kg in 2022. De dure koeien zijn langer door de boeren aangehouden. Ze stonden vooral de vorige 3 jaren dan ook onder druk van zomers met nijpende droogte. In 2023 is het aantal slachtingen gemeten over de eerste 10 maanden van het jaar toegenomen met 1,9%, maar de daarmee gemoeide vleesproductie met 1,4% (figuur 6).

Figuur 6: Koeienslachtingen (x 1.000) per maand in 2022-2023.
Figuur 6: Koeienslachtingen (x 1.000) per maand in 2022-2023. - Bron: Statbel

Van alle koeienslachtingen vindt een derde plaats in de slachthuizen van het Waals gewest, die verhouding is al een jaar of 5 stabiel.

Minder kippenvlees

De slacht van gevogelte, voor het overgrote deel braadkippen, is al sinds jaar en dag zeer stabiel. Zo week ook in de eerste 10 maanden van 2023 het aantal verwerkte braadkippen nauwelijks (nog geen procent) af van dat van in dezelfde periode van 2022. Opvallend is wel dat het gemiddelde slachtgewicht, doorgaans binnen de range van 1,49 tot 1,53 kg vanaf juli 2023, ineens is teruggevallen naar een range van 1,42 tot 1,46 kg (figuur 8).

Figuur 8: Gemiddeld slachtgewicht braadkip (kg) per maand in 2022-2023.
Figuur 8: Gemiddeld slachtgewicht braadkip (kg) per maand in 2022-2023. - Bron: Statbel

Dat zorgde voor een terugval in de kippenvleesproductie met 2%, gemeten over de periode van januari tot en met oktober.

Jack Kwakman

Lees ook in Veeteelt

Doordacht maaibeheer: waar let ik op?

Akkerbouw Er zijn dit jaar grote verschillen in grasstand waar te nemen tussen verschillende percelen. Dat is niet verwonderlijk, gezien de grote verschillen in beheer, waartoe we gedwongen werden door deze zeer natte winter en door de natte voorjaarsperiode.
Meer artikelen bekijken