Insectendruk in koolzaad neemt toe
Het warme en droge weer doet het aantal kevers in koolzaadvelden toenemen. Dat die temperaturen wellicht aanhouden tot het einde van de week, doet ons richting de behandelingsdrempel opschuiven, aldus het Praktijkpunt Landbouw Vlaams-Brabant.
Aan de hand van de wekelijkse waarnemingen, op 6 koolzaadpercelen in de provincie Vlaams-Brabant, maken de medewerkers van het Praktijkpunt Landbouw Vlaams-Brabant de balans op voor de bestrijding van plaaginsecten zoals kevers in koolzaad. Het warme en droge weer doet hun aantal toenemen. Dat die temperaturen wellicht aanhouden tot het einde van de week, doet ons richting de behandelingsdrempel opschuiven.
Bloei begint
De dagen lengen en het koolzaad groeit rustig verder. Op onze waarnemingspercelen observeren we de eerste bloei. Gelokt door de warmere temperaturen van de afgelopen dagen en de eerste lentezon troffen we de kevers massaal aan in de open bloemknoppen. Alle percelen vertonen ongeveer 2-3% bloei, waarop de kevers massaal afkomen.
De kevers worden elke week geteld op zowel plantniveau, met een telling van het aantal kevers op individuele planten, als op niveau van het gewas. Een gele vangkom trekt de koolzaadglans- en snuitkevers en geeft ons een indicatie van de algemene plaagdruk.
De resultaten van onze tellingen deze week tonen een stijging ten opzichte van vorige week. In Linter en Tienen bleek het gemiddelde aantal kevers per plant tegen de schadedrempel (1 à 2 kevers per plant) te beginnen aanleunen. In Bertem en Holsbeek kwamen minder kevers voor op de planten. In Herent staat de koolzaad volledig in bloei, daar is het gevaar geweken.
In de vangkommen observeren we een andere trend. Daar blijken op de percelen met minder kevers op de planten de vangkommen wel goed vol te zitten met snuit- en glanskevers. We kunnen besluiten dat op alle percelen de plaagdruk is toegenomen.
Behandelen of niet?
Waakzaamheid is geboden vanaf de knopvorming tot het begin van de bloei. In het stadium knopvorming (D1-D2) ligt de schadedrempel volgens CePicop (Waalse koolzaadexperten, Gembloux) op 3 tot 4 kevers per plant in een gezond gewas, en 1 kever per plant in kwetsbaar koolzaad.
Het warme, droge weer zal nog tot het einde van de week aanhouden. Dat doet vermoeden dat het aantal kevers niet meteen zal dalen. De kevers vliegen massaal het veld in richting de open bloemen, en blijven daar wellicht zitten. De koudeperiode die zich volgende week aankondigt, zal de mate van bloei van het koolzaad wellicht afremmen. Het risico bestaat dat de massa kevers die is ingevlogen, zich dan tot de gesloten bloemknoppen gaat wenden als het aantal bloemen minder snel toeneemt.
Er is waakzaamheid geboden. Bekijk grondig je perceel en evalueer de gewasstand.
Evalueer de gewasstand
Staat het koolzaad er slecht tot matig bij én observeer je meer dan 1-2 kevers per plant, dan is het bij deze weersomstandigheden het ideale moment om voor het einde van de week te behandelen.
Staat je koolzaad er goed bij en heb je redelijk wat bloei, dan is behandel niet noodzakelijk.
Behandel indien mogelijk in de late namiddag of bij valavond, gezien bijen op dat moment minder actief in het koolzaad rondvliegen.
Behandel pas nadat een eigen telling van koolzaadglanskever jou geleerd heeft dat de schadedrempel bereikt is, of op zijn minst eerstdaags bereikt zal worden.
Voor meer info kan je terecht bij het Praktijkpunt Landbouw Vlaams-Brabant
