Startpagina Mechanisatie

Bemest met kwalitatieve meststoffen en een goed afgestelde kunstmeststrooier

Een efficiënte toepassing van meststoffen start al bij de aankoop van kwalitatieve producten. Vervolgens moet een goed afgestelde kunstmeststrooier zorgen voor een correcte verdeling in het veld.

Leestijd : 6 min

Zelfs de meest innovatieve strooiers op de markt vereisen een juiste instelling. Het PCLT geeft hierbij een overzicht.

Controleer bij aankoop de kwaliteit van de meststoffen

De kwaliteit van meststoffen heeft een directe invloed op het strooibeeld van de kunstmeststrooier. Een optimaal strooibeeld, wat neerkomt op een gelijkmatige verdeling van meststoffen over het land, is van essentieel belang voor een succesvolle bemesting. Controleer daarom bij aankoop de kwaliteit van de kunstmest op fractiesamenstelling, hardheid en volumegewicht.

Ook zonder complexe berekeningen kan je visueel in kaart brengen hoe het strooibeeld is.
Ook zonder complexe berekeningen kan je visueel in kaart brengen hoe het strooibeeld is. - Beeld: PCLT

De fractiesamenstelling geeft de spreiding in korrelgrootte van de meststof aan. Meststoffen van hoge kwaliteit bevatten een groot percentage korrels met dezelfde afmeting. Bij een te grote of te kleine variatie in korrelgrootte is het strooibeeld niet optimaal. De fractiesamenstelling van minerale meststoffen kan gemeten worden met behulp van een fractiemeter. Welke fractiesamenstelling juist is, hangt af van de gebruikte meststof. Voor de juiste fractiesamenstelling van de meststof raadpleeg je de strooitabel of neem je contact op met de kunstmestfabrikant.

Goede meststoffen moeten voldoende hard zijn om breken tijdens het strooien te voorkomen. Het breken gebeurt vooral bij contact met de draaiende schoepen. Een hardheidsmeter kan worden gebruikt om de hardheid van de korrels te meten. Een goede kunstmeststof moet een druk van 6 kg verdragen. Slechte kwaliteit zorgt voor meer breuk en stof en bijgevolg voor een verkeerd strooibeeld.

Wat ook een belangrijke factor is, is het volumegewicht, uitgedrukt in kg/l. Dit kan worden gemeten door een maatbeker van precies één liter inhoud te vullen met een meststof. Het juiste volumegewicht varieert afhankelijk van het type meststof en is een belangrijke factor voor de uitstroomsnelheid van de meststof.

De werkbreedte van een kunstmeststrooier is de helft van de strooibreedte.
De werkbreedte van een kunstmeststrooier is de helft van de strooibreedte. - Beeld: PCLT

Samengestelde meststoffen verdienen extra aandacht. Enkelvoudige meststoffen mengen in een blend om de juiste NPK-verhouding te bereiken is vanuit strooiverdeling uit den boze. De ene korrel is licht en rond, de andere hoekig en zwaar. De verschillende meststoffen ontmengen zich meerdere keren bij het verladen en bij het uitstrooien. Op die manier verkrijg je een strokenverdeling met stroken stikstof en stroken kalium. Kies daarom voor complex samengestelde meststoffen als je de toepassing in één werkgang wilt uitvoeren.

Het testen van een strooier in een strooihal.
Het testen van een strooier in een strooihal. - Foto: Kuhn

Vergeet de instellingen aan de trekker niet

Na de keuze van een kwalitatieve meststof is een goede afstelling van uw kunstmeststrooier en trekker minstens even belangrijk. Wanneer de kunstmeststrooier in geladen toestand aan de trekker hangt, worden het best enkele controles uitgevoerd. Kies voor de juiste banden en bandenspanning. De druk op de achterbanden moet gelijk zijn en de hefstangen moeten even lang zijn, zodat de strooier horizontaal/waterpas achter de trekker hangt. Indien de strooier schuin hangt, zorgt dat voor een afwijking van het strooibeeld. Een kleine afwijking zorgt voor een grote storing bij strooiers die werkbreedte halen tot zelfs 50 m. Ook de topstang dien je in te stellen, zodat de strooier niet gekipt hangt.

De hoogte van de strooier wordt gemeten vanaf het gewas in plaats van vanaf de bodem. De juiste hoogte van de kunstmeststrooier wordt beschreven in de strooitabel of in de handleiding van de strooier. Tevens wordt de meting uitgevoerd met een geladen meststofbak op het veld, waarbij de afstand tot de schoepen wordt bepaald.

Kijk ook je aftakastoerental na. Een juist strooibeeld kan enkel als de meststoffenstrooier z’n juiste ingaand toerental verkrijgt, namelijk 540 t/min, tenzij anders aangegeven. 540eco geniet de voorkeur, zodat je toerental niet te hoog moet. Te hoge toerentallen aan de schijf zorgen voor meer breuk en fel afwijkende strooibeelden.

Vergeet ten slotte ook de stabilisatiekettingen niet los te zetten. Alle werktuigen die bovengronds werken, vragen een beperking van de vrije speelruimte op de stabilisatiekettingen, max 1,5 cm van links naar rechts. Dit is zo voor de veiligheid op de baan, maar ook op het veld mag de strooier niet te veel slingeren.

Doseerschuiven worden handmatig, hydraulisch of elektrisch bediend. De doseerschuif bepaalt de afgifte per hectare.
Doseerschuiven worden handmatig, hydraulisch of elektrisch bediend. De doseerschuif bepaalt de afgifte per hectare. - Foto: Kuhn

Instellingen van de kunstmeststrooier van groot belang

Op basis van de aangekochte meststof stel je de strooier in. Iedere meststof heeft immers z’n fysieke eigenschappen. De instellingen doe je via strooitabellen of via de strooiapp. Het gebruik van de strooiapp geeft de meest accurate instelling. Nog ieder jaar kopen constructeurs grote hoeveelheden kunstmest aan om de fysieke eigenschappen te bepalen en om de juiste instellingen bij te sturen via de strooiapp. Korrelvorm, vochtgehalte en volumegewicht bepalen de stroomfactor uit de doseerschuiven. Vervolgens hebben diezelfde fysieke eigenschappen een grote invloed op het strooibeeld. Daarom moet de instelling van de doseerschuif, de roerder, de rijsnelheid en de strooischijf zelf aandachtig gebeuren op basis van de strooiapp.

Voor een goed resultaat dient er toch per lot meststof een afdraaiproef ter controle uitgevoerd te worden. Bij moderne strooiers, waarbij de doseeropening elektrisch bediend wordt, berekent de strooicomputer zelf de gewenste doseeropening na het ingeven van de resultaten van de afdraaiproef. Tegenwoordig zijn er al heel wat weegstrooiers op de markt. Ook daar is een afdraaiproef een nuttige basiscontrole.

Strooischijven zorgen voor de juiste verdeling over het veld

Een strooier werkt volgens het principe van dubbele overlapping. De combinatie van de strooier en de gebruikte meststof bepaalt het strooibeeld. De verschillen in kwaliteit van meststoffen leveren verschillende strooibeelden op. Wat het dichtst bij het rijspoor ligt, krijgt de volle dosis. Hoe verder van het rijspoor, hoe kleiner de dosis en hoe meer die gecompenseerd wordt bij de volgende werkgang.

Cumulatief moeten de verschillen zo klein mogelijk zijn. Men spreekt over de variatiecoëfficiënt (VC) van het strooibeeld. De VC is een maat voor de breedteverdeling van de korrels en geeft aan hoeveel procent het strooibeeld afwijkt van het theoretisch ideale strooibeeld.

Zoals het strooibeeld dus aangeeft, gaan de korrels dubbel zo ver dan de opgegeven werkbreedte. Vollevelds geeft dit als voordeel dat fouten in rijbreedte wat uitgevlakt worden. Aan de perceelsgrenzen moeten we aanpassingen doen, zodat geen korrels verder gaan dan we willen.

Om te kunnen variëren in strooibreedte op dezelfde strooier zijn er verschillende mogelijkheden. Zo kunnen de strooischoepen in een bepaalde hoek gezet worden, maar ook kunnen de strooischoepen verkort of verlengd worden. Een andere mogelijkheid is om te variëren met de verstelbaarheid van het uitstrooipunt. Het toerental van de strooischijven verhogen of verlagen via elektronica, hydraulica of een versnellingskast is nog een mogelijkheid. Tot slot kan er gevarieerd worden met de vorm van de schijf. Deze kan zowel de vorm aannemen van een diep of een plat bord.

Strooiertest met opvangbakken.
Strooiertest met opvangbakken. - Foto: Bogballe

Aan de hand van een strooiertest onderzoek je de strooibreedte

Als de kunstmeststrooier precies wordt afgesteld volgens de juiste strooitabel of strooiapp, zou deze in theorie een correct strooibeeld moeten geven met een goede variatiecoëfficiënt (VC). Om dit te controleren kun je een strooiertest doen. Een strooiertest wordt uitgevoerd door de gestrooide meststoffen op te vangen in opvangbakken. Er worden plastic opvangbakken uitgezet over de gehele strooibreedte, waterpas op vlak terrein en gelijke hoogte. De afstand tussen de opvangbakken is afhankelijk van de werkbreedte. Hoe meer opvangbakken er gebruikt worden, hoe betrouwbaarder de strooiertest.

De inhoud van de opvangbakken wordt verwerkt in een rekenprogramma. De uitkomst hiervan wordt weergeven in een grafiek die het strooibeeld, de variatiecoëfficiënt en de maximale afwijking weergeeft. Ook zonder rekenprogramma kan je grote afwijkingen visueel maken door middel van meetbuizen. De inhoud van de opvangbakken wordt telkens in een meetbuis gedaan. In de meetbuizen wordt duidelijk hoe het strooibeeld en de overlapping eruitzien.

EasyCheck op de My Spreader-app berekent het strooibeeld.
EasyCheck op de My Spreader-app berekent het strooibeeld. - Foto: Amazone

Er bestaan ook opvangmatten waarmee je een strooiertest een stuk eenvoudiger en sneller kan uitvoeren. Via de strooierapp neem je foto’s van de gestrooide strooiermatten. De app berekent aan de hand van de foto’s het strooibeeld en geeft weer welke strooierinstellingen je moet aanpassen voor een correct strooibeeld.

Om strooiertesten te kunnen doen tijdens de winter in een beperkte ruimte heeft het ILVO het spreadwise meetsysteem ontwikkeld met 3D-beeldtechnologie. Met 3D-beeldtechnologie en specifieke modelleringssoftware kunnen verschillende verdelingsmetingen snel uitgevoerd worden.

Bart Vandaele (PCLT)

Lees ook in Mechanisatie

Meer artikelen bekijken