Federale regering buigt zich vrijdag over prijzen in agrovoedingsketen
De federale regering wil aanstaande vrijdag (3 mei) "landen" met een reeks maatregelen die verband houden met de prijzen in de agrovoedingsketen. Dat heeft vicepremier en minister van Landbouw David Clarinval (MR) maandag 29 april gezegd voor de start van een vergadering van de Europese landbouwministers in Luxemburg.
Toen afgelopen winter landbouwers in België en elders in Europa de straat optrokken, riep de federale regering een taskforce Agrovoeding in het leven. In samenspraak met vertegenwoordigers van de landbouw- en van de distributiesector werkt die taskforce rond enkele specifieke domeinen, die op korte termijn tot concrete maatregelen moeten leiden.
Zo moet het luik met betrekking tot het inkomen van de landbouwers samen gezien worden met het luik over de vereenvoudiging van het Europees gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). Dat laatste werd vorige week nog maar goedgekeurd door het Europees Parlement en komt in de feiten neer op een versoepeling van de milieuvoorwaarden die boeren moeten respecteren om financiering uit het GLB te krijgen.
Wat het inkomen van de landbouwers betreft, werken landen als Spanje, Frankrijk en dus ook ons land aan eigen maatregelen, zonder een eensgezind standpunt van de Raad (het orgaan waarin alle 27 EU-landen vertegenwoordigd zijn) af te wachten over een informele nota die de Europese Commissie gepresenteerd heeft over de prijsvorming en de relaties tussen de verschillende partijen van de agrovoedingsketen.
Korter op de bal spelen
Vrijdag 3 mei zal de federale regering zich buigen over indicatoren voor billijke en transparante relaties in die keten, zo kondigde Clarinval maandag aan. Dat de bestaande indicatoren verfijnd en ontwikkeld zullen worden en er tegelijk nieuwe indicatoren zullen worden uitgewerkt, was al bekend. Op basis van een zogenaamd tunnelmodel zullen er drempels per sector worden bepaald. Wanneer het Prijzenobservatorium vervolgens een overschrijding vaststelt van een vastgelegde drempel, zal dat een alarmmechanisme activeren. Dat betekent dat het ketenoverleg en/of de leden van de sectorakkoorden snel zullen moeten samenkomen om gepaste antwoorden uit te werken.
“We zullen de vorming van mechanismen voor prijstunnels uitwerken, met de activering van een alarmsignaal - een mechanisme dat overleg in gang zet wanneer de prijzen te snel stijgen of dalen”, aldus Clarinval. “Er zal een twaalftal specifieke filières worden gevormd om gedifferentieerde analyses uit te voeren, want - om maar een voorbeeld te geven - de prijzen in de aardappelsector zijn niet dezelfde als die in de sector van het kippenvlees.”
Een andere doelstelling bestaat erin om in deze filières de actoren de mogelijkheid te geven permanent in overleg te treden met de andere spelers, om in het geval van een crisis oplossingen voor te stellen op federaal niveau. Tot nu, zei Clarinval, ‘werden deze hefbomen vaak te laat aangewend, namelijk wanneer de crisis reeds een feit was’. In de toekomst moet korter op de bal worden gespeeld, zodat er sneller kan worden gereageerd op de evoluties in de markt.
Clarinval erkent dat een gecoördineerde crisisrespons over de hele EU heen beter zou zijn dan een gefragmenteerde aanpak, maar het is aan de volgende Europese Commissie om dit punt aan te pakken, besloot hij.
