Startpagina Akkerbouw

EFSA: neonics gevaarlijk voor bijen

Bijen lopen risico’s door het gebruik van de neonicotinoïden imidacloprid, thiamethoxam en clothianidin. Dat concludeert het voedselveiligheidsagentschap van de EU, de EFSA, in een serie nieuwe rapporten. Hoe groot het risico is, hangt sterk af van de wijze van aanwending.

Leestijd : 7 min

De EFSA stelt in een recent verschenen studie vast dat bepaalde neonicotinoïden, zoals eerder al gevreesd, een bedreiging vormen voor bijen. Het onderzoek betreft de bestrijdingsmiddelen clothianidin, imidacloprid en thiamethoxam, neurotoxische stoffen die het zenuwstelsel van insecten aanvallen. De studie kan de EU doen besluiten de producten definitief te verbieden.

Sinds 2012 liggen neonicotinoïden, pesticiden die doorgaans via een coating rond het zaad worden aangebracht, onder vuur. In april 2013 besloten de EU-lidstaten drie neonicotinoïden met ingang van 1 december 2013 voor een periode van twee jaar aan banden te leggen in bloeiende gewassen. In 2015 werd besloten die beperkingen te verlengen. Het voedselveiligheidsagentschap EFSA kreeg de opdracht een diepgaande studie uit te voeren waarop nieuw beleid kan worden gebaseerd.

Het gebruik van de drie veelgebruikte middelen in de landbouw is in 2013 al aan banden gelegd. De Europese Commissie stelde vorig jaar voor de chemicaliën helemaal te verbieden, behalve in kassen. De EU-lidstaten zouden hier in december over stemmen, maar dat werd uitgesteld, zodat een besluit mede gebaseerd kan worden op de EFSA-studie. Tot nu toe is echter nog geen stemming gehouden met de lidstaten, die het voorstel moeten goedkeuren. De eerstvolgende vergadering waarop een besluit zou kunnen vallen vindt plaats op 22 en 23 maart.

Gevaar bevestigd

In het onderzoek is gekeken naar wilde bijen, hommels en honingbijen. De EFSA onderzocht de gevolgen van blootstelling via pollen en nectar, het zaaien van de zaden met zaadcoatings, de consumptie van besmet water en drift tijdens de toepassing. De organisatie uit Parma gebruikte een “guidance document” (gids), een overzicht van gegevens dat speciaal is ontwikkeld om het effect van het gebruik van pesticiden op bijenpopulaties te meten. José Tarazona, hoofd van de afdeling pesticiden van EFSA: “De beschikbaarheid van zo’n substantiële hoeveelheid gegevens als ook de gids, hebben ons in staat gesteld heel gedetailleerde conclusies te trekken.”

“De conclusies variëren naargelang factoren als de bijensoort, het beoogde gebruik van het pesticide en de wijze van blootstelling. Sommige lage risico’s zijn geïdentificeerd, maar over het algemeen is het risico voor de drie soorten bijen die we hebben onderzocht, bevestigd.” De Spanjaard, zowel dierenarts als doctor in toxicologie, gaat nu met specialisten het effect van eventuele beperkingen onderzoeken.

In de meeste gevallen waarbij lage risico’s zijn vastgesteld voor een specifiek gebruik, werden ook hoge risico’s gevonden voor hetzelfde gebruik, benadrukt EFSA. Bijvoorbeeld: het gebruik van imidacloprid in raapzaad in de winter en voorjaar levert voor honingbijen wat betreft residuen in nectar en pollen een laag risico op. Maar bij dezelfde toepassing is het risico via stofverstuiving groot. De residuen in nectar en pollen bleken bovendien voor hommels wel gevaarlijk.

Munitie voor ngo’s

Het bericht wordt door ngo’s en een deel van de politiek gezien als munitie voor hun oorlog tegen het gebruik van neonicotinoïden. “Er bestaat niet het minste twijfel over de schadelijke effecten van neonicotinoïden op bijen en dus op ons hele ecosysteem”, schrijft beleidsmedewerker Laurens De Meyer van Bond Beter Leefmilieu. “Een onmiddellijk verbod dringt zich op”, aldus De Meyer, die eerder pleitte voor een uitfasering van alle pesticiden in de landbouw.

"Nu geen actie ondernemen en neonicotinoïden niet uitfaseren zou schuldig verzuim zijn," zegt bijenspecialist Jens D'Haeseleer van Natuurpunt tegen dagblad De Morgen. Greenpeace spreekt van “overweldigend bewijs”, en roept de Belgische regering op Europees niveau op een totaalverbod aan te dringen. Volgens de met afstand grootste internationale natuurbeschermingsorganisatie moet een “rampzalige daling van de bijenpopulatie” worden voorkomen.

Politieke reacties

Tom Vandenkendelaere (CD&V), lid van het Europees Parlement, is alvast tegen een totaalverbod. In de suikerbietenteelt zijn volgens de christendemocraat geen goede alternatieven voorhanden. Daar zou de omzet met 20% kunnen dalen, terwijl bijen hier niet geschaad worden. Europees parlementslid Bart Staes (Groen) is dan weer wel uitgesproken voor een totaalverbod. Hoe de zaak in de Europese raad ligt, is niet duidelijk. De Belgische federale landbouwminister Denis Ducarme (MR) wil zich eerst verder inlichten vooraleer een standpunt in te nemen. Hij zal input krijgen van Waalse en Vlaamse zijde.

Frankrijk heeft al besloten alle neonicotinoïden per september te verbieden. De Britse minister van milieu en voedsel Michael Gove sprak eerder van “duidelijk bewijs” dat de zaadcoatings schadelijk zijn. Duitsland neigt ook naar een verbod maar Nederland vooralsnog niet. In Nederland is een coalitie ngo’s een campagne begonnen die landbouwminister Carola Schouten moet bewegen tot een stem voor een totaalverbod. Hierbij hebben zich ook diverse bekende Nederlanders, waaronder politicus Jan Terlouw, aangesloten.

Vandenkendelaere raakt een gevoelig punt. In de EU groeide het koolzaadareaal vorig jaar ondanks het verbod naar de grootste omvang in 25 jaar. De Europese koolzaadteelt kan blijkbaar verder zonder neonicotinoïden, al zijn de kosten voor de bestrijding van insecten wel hoger. Maar de suikerbietenteelt krijgt volgens een studie van de Universiteit Wageningen in Nederland wel een probleem wanneer een totaalverbod wordt ingesteld.

De neonicotinoïden hebben hier een indirect effect op het voorkomen van door insecten overgedragen virusziekten. De verspreiding van vergelingsvirussen wordt bijvoorbeeld tegengegaan door de bestrijding van bladluizen.

‘Neonics niet nodig’

Activisten wijzen dan weer op een onlangs gepubliceerd onderzoek van een groep van 30 biologen, die zichzelf de Task Force on Systemic Pesticides noemt. De groep doet sinds 2009 onderzoek naar de effecten van bestrijdingsmiddelen. In een artikel dat verschenen is in het wetenschappelijke tijdschrift Environmental Science and Pollution Research, schrijven ze dat pesticiden vaak overbodig zijn, omdat de druk van insecten in de praktijk zelden zo hoog is dat het gewas ernstig schade lijdt. Landbouwers zouden vaak pesticiden uit gewoonte gebruiken, zonder dat het nodig is.

In het artikel wordt opgeroepen een Italiaanse methode toe te passen waarbij voor elk gebied een analyse wordt gemaakt van de druk van insecten. In veel gebieden worden door de analyse geen chemische bestrijdingsmiddelen meer toegepast, aldus de onderzoekers. In het Noordoosten van Italië wordt op 90 % van het graanareaal volgens hen geen chemie meer toegepast.

Industrie hekelt conclusies

De neonicotinoïden worden verkocht door Bayer en Syngenta, respectievelijk Duitse en Zwitserse producenten van zaden en gewasbeschermingsmiddelen. Bayer gaf nog geen officiële persverklaring uit, maar een woordvoerder zegt dat het bedrijf betreurt dat het basisdocument in feite een ontwerp is, een concept – dus geen af document. De onderneming houdt ook vol dat er bij normale toepassing door landbouwers geen sprake is van een onaanvaardbaar risico.

Bayer wijst op andere studies die parasieten, plagen en het beleid van imkers aanduiden als oorzaken van de bijensterfte, en niet de neonicotinoïden. Volgens de woordvoerder is sinds het verbod op neonicotinoïden ook geen verbetering van de bijenpopulatie zichtbaar geweest. De cijfers laten in ieder geval zien dat het gebruik van de pesticiden niet de enige factor is die de bijenpopulatie bepaalt. Zo nam in 2017 de bijensterfte in Belgie sterk toe, ondanks de afwezigheid van neonicotinoïden.

Het Belgische FAVV-voedselagentschap startte eind 2016 het HealthyBee-project, dat de bijengezondheid bijhoudt. In totaal werden 193 imkers met in totaal 865 bijenkolonies een jaar lang opgevolgd. De gemiddelde wintersterfte 2016-2017 bedroeg bijna 28 %. Dat is veel meer dan de 10 % sterfte die normaal gezien zichtbaar is, waarbij de onderzoekers vaststellen dat de varroamijt een belangrijke oorzaak lijkt. Andere pesticiden zijn alvast geen boosdoener, stelt Phytofar als belangenbehartiger van de fyto-industie. In het stuifmeel werden geen gevaarlijke concentraties werkzame stof aangetroffen.

De positie van Syngenta is dat de zaadcoatings in feite de laatste grote doorbraakontwikkeling is op het gebied van gewasbescherming. Een verbod op onwetenschappelijke basis, waarvan volgens het bedrijf sprake is, fnuikt de bereidheid van bedrijven om te investeren in innovatie. Het bedrijf ziet een trend, waarbij besluitvorming over fytomiddelen steeds vaker door emotie in plaats van ratio wordt gestuurd. Mogelijk verklaart dit ook waarom niet alleen de direct getroffen bedrijven, maar ook bijvoorbeeld BASF zich voor het behoud van de neonicotinoïden hebben uitgesproken.

De landbouw blijft zo wat opbrengst en het beperken van milieuschade achter bij haar potentieel. Bovendien leidt het verbod niet tot een beter milieu, omdat boeren vaker het land op moeten om andere middelen te spuiten, met dus meer dieselverbruik en chemie op het land tot gevolg.

Bayer en Syngenta benadrukken dat hun directe belang commercieel beperkt is. Weliswaar staan miljoenen op het spel maar omdat landbouwers vaker het land op zullen gaan, zien ze weinig effect op de financiële cijfers. De twee bedrijven hebben het besluit om het gebruik van de producten te beperken aangevochten bij het Europees Hof van Justitie. Deze zaak loopt nog.

‘Geen totaalverbod nodig’

Voor de koepelorganisatie voor landbouwers en landbouwcoöperaties in de EU, Copa-Cogeca, zijn de cijfers bewijs dat een totaalverbod op neonicotinoïden niet gerechtvaardigd is. De organisatie zegt de EFSA-rapportage te verwelkomen. Secretaris-generaal Pekka Pesonen: “we hechten veel belang aan honingbijen (-) en ze zijn hele belangrijke bestuivers voor gewassen en verzekeren de biodiversiteit in de EU. Tegelijkertijd, bijen vertrouwen op gewassen om te verzekeren dat ze voldoende gevoed worden.”

De Fin roept de politiek op een weloverwogen besluit te nemen. De EU zou alleen staan in haar aversie tegen de zaadcoatings. Daarbij hamert Copa-Cogeca net als de fyto-industrie, via koepelorganisatie CropLife, dat een scherp onderscheid wordt gemaakt tussen de aanwezigheid van een in potentie gevaarlijke stof en het risico bij correcte aanwending. Boerenbond en ABS roeren zich niet direct in het debat, maar in Nederland heeft LTO zich voor het blijvend gebruik van de zaadcoatings uitgesproken. Boerenbond protesteerde in 2013 bij het instellen van beperkingen.

Canada volgt de EU tot op zekere hoogte, maar niet helemaal. De Canadese provincie Quebec legde het gebruik van de drie neonicotinoïden vorig jaar ook aan banden, terwijl de provincie Ontario en de steden Montreal en Vancouver het gebruik binnen haar stadsgrenzen heeft verboden. Canada is een zeer grote koolzaadproducent, en de boerenorganisaties zijn dan ook bezorgd. In andere belangrijke landbouwlanden is echter nog geen sprake van een verbod.

JCB

Lees ook in Akkerbouw

Meer artikelen bekijken