Bescherm jezelf tijdens gebruik gewasbeschermings-middelen
Om jezelf te beschermen tijdens het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen is het nodig verschillende zaken in acht te nemen. Men moet het etiket lezen en beschermingsmiddelen zoals handschoenen gebruiken om zichzelf te beschermen. Toch gebeuren af en tot ongelukjes, en ook dan moet men correct handelen. Hoe je dat doet, lees je hier.
Bescherming tijdens het gebruik en aanmaken van gewasbeschermingsmiddelen is noodzakelijk. Uit de figuur blijkt dat het hoofd en de bovenarmen het meest kans hebben op een zeer hoge blootstelling aan residu’s tijdens een spuittoepassing.
Uit een enquête blijkt dat 80% van de gebruikers zijn handen wast na het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Een overgroot deel van de gebruikers draagt echter onvoldoende of geen beschermkledij. De opgegeven redenen hiervoor zijn dat de kledij stoort tijdens het werk, dat het te complex is om andere kledij aan te trekken en dat men het risico voor de gebruiker laag of nihil inschat.
Er zijn twee vormen van blootstelling, namelijk rechtstreeks en onrechtstreeks. Bij de rechtstreekse blootstelling is er contact met de geconcentreerde of verdunde producten. Deze vormen van contact kunnen voorkomen tijdens de bereiding van een spuitoplossing, tijdens het uitvoeren van een bespuiting of tijdens het reinigen en herstellen van de spuitmachine. Met onrechtstreekse blootstelling wordt contact met de behandelde gewassen verstaan. Dit kan optreden bij het snoeien, oogsten, … Vooral tijdens het vullen is de blootstelling hoger dan tijdens de behandeling, namelijk 10x hoger. De handen worden het meest blootgesteld. Daarom is het dragen van handschoenen een absolute noodzaak.
Lees het etiket
Op het etiket staat alle nuttige informatie vermeld in verband met de dosis, de toepassingsperiode en –materiaal. Voorzorgsmaatregelen die getroffen moeten worden voor de gebruiker en voor het milieu staan ook vermeld. De gevaarsymbolen en de gevaren- en veiligheidszinnen duiden op de risico’s van het specifieke product. Een verplichte vermelding van het nummer van het Antigifcentrum (070/245 245) is ook terug te vinden op dit etiket. De nieuwe CLP-classificatie (Classification, Labelling and Packaging), die sinds 1 juni 2017 verplicht is, heeft gezorgd voor de introductie van nieuwe gevarensymbolen die geldig zijn binnen de Europese wetgeving.
Ook de klassieke R- en S-zinnen zijn vervangen door H- en P-zinnen. De ‘Riskzinnen’ zijn vervangen door de ‘Hazardzinnen’ die mogelijke gevaren aanduiden. ‘Precautionzinnen’ vervangen de vroegere ‘Safetyzinnnen’.
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Er zijn een vijftal persoonlijke beschermingsmiddelen die een absolute must zijn tijdens het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen: een bril, of nog beter een volledige gelaatsbeschermer, een masker, een overall, handschoenen en laarzen. Er kan gekozen worden voor wegwerphandschoenen of herbruikbare handschoenen. Bij deze laatste is het belangrijk om ze voldoende te reinigen en om ze op een correcte manier uit te doen. Het effect van handschoenen gaat verloren wanneer je met één hand je andere ‘bevuilde’ handschoen uittrekt.
Bij de keuze van een bril of gelaatsbeschermer, moet men rekening houden met het feit dat deze best vervaardigd is uit polymerisatiehars of acetaat. De gebruikte laarzen moeten vanzelfsprekend waterdicht zijn. Dit geldt eveneens voor de overall met als bijkomende voorwaarde dat deze ook bestendig is tegen aërosolen. De overall moet natuurlijk ook bescherming bieden tegen de inwerking van chemische stoffen. Het masker heeft als doel de slijmvliezen en het ademhalingsstelsel te beschermen. Maskers kunnen uitgerust worden met een stof- en/of gasfilter. Op deze filters zijn verschillende codes voorzien. Een stoffilter van categorie P (minimum P2 kiezen voor 94 % bescherming) is geschikt voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Bij een masker met gasfilter kies je best het type A of AX.
Accidentele opname
Bijscholen noodzakelijk
De wetgeving rond het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen wijzigt voortdurend. Land- en tuinbouwers zullen zich continu moeten aanpassen en bijscholen om op de hoogte te blijven van wat er leeft. Hou er voldoende rekening mee dat je jezelf en je directe omgeving hierbij voldoende moet beschermen.