Startpagina Bieten

Aandachtspunten bij zaai en vooropkomstbehandeling bieten

De weersvoorspellingen zien er voor de komende weken goed uit. Stilaan beginnen de velden op te drogen maar ze zijn nog niet overal geschikt om te starten met de zaaibedbereiding.

Leestijd : 2 min

Let bij het zaaien op wanneer je voor zaad koos met alleen Force (zonder NNI) in de omhulling. Om een goede werking van Force te garanderen, is het belangrijk om te streven naar een constante zaaidiepte tussen 1,5 en 2,5 cm. Zaai je dieper, dan zijn de ondergrondse delen van het plantje niet volledig beschermd.

Controleer de percelen afzonderlijk, want er zijn grote verschillen tussen de percelen. Kies uw zaaitijdstip in functie van de weersvoorspellingen. Streef in uw planning naar minimum 36 uur drogend weer, zonder neerslag na de zaai.

Kies voor een correcte zaaidiepte in functie van de weersomstandigheden. Indien regen voorspeld wordt, zaai dan niet te diep.

Streef naar een finale gewasstand van 95.000 planten per hectare (85.000 in zware klei). De zaaiafstand hangt af van de rijafstand (45 of 50 cm) en van het verwachte opkomstpercentage. Percelen die niet-kerend bewerkt worden, vertonen soms een iets lager opkomstpercentage dan percelen die geploegd worden door de aanwezigheid van gewasresten in het zaaibed. Ook grasland dat recent gescheurd werd kan door de aanwezigheid van bodeminsecten lagere opkomsten geven. Een handig overzicht welke zaaiafstand overeenkomt met welke gewasstand vindt u in dit overzicht.

Een vooropkomstbehandeling kan

In het kader van het FAR-systeem kan er een vooropkomstbehandeling (VO) worden toegepast, doch dient deze niet systematisch uitgevoerd te worden. De VO-behandeling hoeft niet op velden waar geen probleemonkruiden aanwezig zijn zoals bijvoorbeeld hondspeterselie, gevlekte scheerling, kleefkruid en grote aantallen kamille. Belangrijk dan is het tijdig uitvoeren van de eerste na-opkomstbehandeling (NO), d.w.z. bij opkomst van de onkruiden. Een VO-behandeling kan nuttig zijn als er pas laat gestart kan worden met de eerste NO-behandeling. Er bestaat bijvoorbeeld de kans dat door weersomstandigheden het veld niet toegankelijk is om de eerste NO-behandeling tijdig uit te voeren.

Indien men kiest om een vooropkomstbehandeling uit te voeren, is het aangeraden om deze max. 2 à 3 dagen na zaai toe te passen. Indien kamille de dominante flora is op het perceel kan men kiezen voor een product van het type ‘Pyramin’ of ‘Goltix’. De aanbevolen dosis voor ‘Pyramin’ bedraagt 2,5 l/ha en voor ‘Goltix’ 2 kg of l/ha. In geval van bingelkruid met evt. kleefkruid, hondspeterselie of gevlekte scheerling opteert men beter voor ‘Centium’ aan 75-100 ml/ha. Als er bovendien ook kamille aanwezig is kan men hier ‘Goltix’ aan toevoegen aan 2 l of kg/ha. ‘Fiesta’ wordt enkel aanbevolen op gronden met hondspeterselie, gevlekte scheerling of kleefkruid aan een dosis van 3 l/ha.

Alle aanbevelingen i.v.m. de onkruidbestrijding kan men terugvinden in de FAR-memo 2019.

KBIVB

Lees ook in Bieten

Meer artikelen bekijken