Startpagina Tuin

Quinoa uit eigen tuin

Onder druk van de veranderende klimatologische omstandigheden en in de zoektocht naar eiwitrijke gewassen is de Vlaamse landbouw sinds enkele jaren langzaam maar zeker aan het diversifiëren. Denk maar aan teelten als kikkererwt, veldbonen, yacon, soja, zoete aardappel en zeker ook quinoa.

Leestijd : 5 min

In de moestuin krijgen de traditionele gewassen zoals aardappelen, boontjes, ajuin, spinazie en kolen het vaak moeilijk in de steeds langer wordende droge periodes. Dan halen we als tuinier de gieter boven om te redden wat er te redden valt. Nu ook het watergebruik echter steeds meer onder druk komt te staan, is het goed om ook in de moestuin te denken aan de teelt van meer ‘klimaatresistente teelten’.

Quinoa is een van die alternatieve teelten waarmee in België al volop geëxperimenteerd wordt. Er werden rassen ontwikkeld die het goed doen in ons West-Europese klimaat en die bovendien weinig of geen saponines bevatten. De oogst gebeurt met een maaidorser waarvan de afstelling aangepast is aan de grootte van de zaden. Voor de moestuin kunnen we dankbaar gebruikmaken van deze rassen en van de reeds aanwezige kennis. De teelt op zich stelt weinig problemen. Omdat we in onze moestuin echter niet oogsten met een maaidorser is het oogsten, opzuiveren, spoelen en drogen van de zaden een tijdrovende bezigheid, die we gelukkig kunnen uitstellen tot de op tuingebied kalme winterperiode.

Plantkundig

De wortels van de quinoateelt liggen in de Andes, waar het gewas al 5.000 jaar geleden verbouwd werd als basisvoedsel. De Inca’s noemden het ‘Chisiya Mama’, de moeder van alle granen. Na de inval van de Spanjaarden verdween de grootschalige teelt. Pas in de jaren 70 van vorige eeuw kwam het gewas, na import in de Verenigde Staten, opnieuw in de belangstelling en begon het aan zijn wereldwijde veroveringstocht. Vooral vegetariërs wisten de zaden te appreciëren omwille van het hoge gehalte aan eiwitten.

Strikt genomen is quinoa, dat ook verwerkt wordt tot meel om onder andere brood en pannenkoeken mee te bakken, geen graan. De echte graangewassen (rijst, gierst, maïs, tarwe, gerst haver, rogge, spelt…) zijn eenzaadlobbig en behoren tot de grassenfamilie, de Poaceae.

Quinoa (Chenopodium quinoa ) is een tweezaadlobbige, behorend tot de familie van de Amaranthaceae en bloeit met onopvallend grijsgroene bloemetjes, gegroepeerd in grote pluimen. Eens de bloemetjes bevrucht zijn, vormen zich hele trossen met zaden (nootjes), die na rijping geoogst en bewaard kunnen worden. Tijdens het rijpingsproces kleuren de zaden spectaculair roomwit, goudgeel, rood, roze of paars, waardoor de plant ook in de siertuin niet misstaat.

Quinoa algemeen

In zijn oorsprongsgebied groeit quinoa vaak in extreme omstandigheden, op grote hoogte (boven de 4000 m, waar zelfs maïs niet meer groeit) en op arme gronden. Omdat er in onze streken nog niet zo heel veel onderzoek gedaan is naar quinoa, zijn de ideale groeiomstandigheden nog niet volledig gekend. Er is dus ruimte voor de experimentele moestuinier.

Als leidraad vonden we alvast deze gegevens. Het zaad kiemt in 4 tot 6 dagen bij voldoende vocht en bij bodemtemperaturen vanaf 5 °C. De teeltcyclus in onze contreien duurt 120 tot 160 dagen van zaaien tot oogst. De plant groeit het best in volle zon en heeft om te kiemen en als jonge plant behoefte aan een vochtige bodem. De hoogte van de plant bedraagt, afhankelijk van het ras en de plantafstand, 0,70 tot 2 m.

Quinoa in de tuin

Quinoa kan het best gezaaid worden – afhankelijk van de bron – van einde maart tot einde mei in een voldoende (be)vochtig(d)e bodem. Na de snelle kieming, groeien de zaailingen (die sterk lijken op kiemplantjes van melganzevoet) eerder langzaam. Om te vermijden dat de zaailingen verstikt worden door opkomend onkruid, dient men regelmatig te wieden rond de zaailingen. Daarom wordt het best gezaaid op rijen met een tussenafstand van 30 cm met een tussenafstand in de rij van 15 tot 25 cm (telkens 2 tot 3 zaadjes op +/- 0,5 cm diepte). Hoe dichter men zaait in de rij, hoe lager het gewas zal blijven.

Nadat de plant een hoogte bereikt van 30 cm, verloopt de groei veel vlotter. Tijdens de verdere teelt vraagt quinoa nauwelijks enige verzorging. Eventueel wat aanaarden en wat extra steun naar het einde van de teelt toe zorgt ervoor dat de planten netjes rechtop blijven.

Wanneer de plant begint te verdrogen, is ze oogstklaar. Bij droge weersomstandigheden kan het zaad op een natuurlijke manier aan de plant drogen. Laat de zaadpluimen drogen in een schuur of een op andere, tochtige, droge plaats wanneer er dient geoogst te worden in vochtige omstandigheden. De zaden zijn voldoende droog als ze nog moeilijk in te deuken zijn tussen 2 vingernagels.

Oogsten en opschonen van het zaad

Haal de droge zaadpluimen van de stengels door deze van onder naar boven door de hand te ritsen. Verzamel de zaadpluimen in een ruime bak. Door de zaadpluimen boven een ruime kom tussen de handen te wrijven komen de rijpe zaden gemakkelijk los en vallen ze samen met het kaf in de kom.

Om nu het kaf en eventuele blaadjes van het koren te scheiden, dient men de zaadjes – net zoals men vroeger het graan ’wande’ – te zeven of ze voorzichtig omhoog te gooien in de wind, waardoor het kaf wegwaait. Hetzelfde effect krijgt men door de zaadjes van de ene kom in de andere te gieten in de luchtstroom van een zachtjes draaiende ventilator. Spreid daarna de zaden open op een propere doek en laat ze verder drogen in de zon of in de nabijheid van een indirecte warmtebron. Daarna zijn de zaden tot 6 maand te bewaren in een luchtdicht recipiënt, op een koele, donkere plaats.

Voor men de zaden kan bereiden, dient men ze eerst grondig te spoelen, om de bittere zeeplaag te verwijderen die de zaadjes omhult als bescherming tegen allerlei plagen. Was de zaden verschillende keren na elkaar in een kom met licht lauw water, door de zaden met de hand te schrobben (sommige literatuur vermeldt dat het ook kan met een blender op de laagste stand). Herhaal dit tot het water niet meer schuimt en/of helder blijft (3 tot 5 keer spoelen). De quinoa is nu klaar om gekookt te worden. Gebruik 1 tot anderhalve keer het volume aan water en na 12 tot 15 minuten is de quinoa gaar. Hoe groter het volume kookwater, hoe pappiger de quinoa zal zijn.

Verrijking voor siertuin

De kans is klein dat men quinoazaad zal aantreffen in het vertrouwde verkoopkanaal. Informeer bij (bio)tuinvrienden, bezoek tuinbeurzen of kijk eens op internet. Experimenteer naar hartenlust met verschillende rassen, zaaidata en standplaatsen. Heel wat rassen zijn vanwege hun fraaie zaadkleur een verrijking voor de siertuin.

Geert Brantegem

Lees ook in Tuin

Het nieuwe moestuinseizoen staat voor de deur

Tuin Door de zachte temperaturen belooft het in 2024 een vroeg seizoen te worden. De enthousiaste moestuinier voelt zich in deze periode zoals een kind in de weken voor Sinterklaas: voorzichtig bladerend door de catalogi van zaadhuizen en tuincentra op zoek naar nieuwigheden en curiosa, hier en daar aankruisend welk ras of soort men in het komende seizoen wel eens wil uit proberen.
Meer artikelen bekijken